Op basis van je complete kennis (= Niveau onderweg A2 ERK) ga je een een conversatie houden in het Spaans voor het SE spreekvaardigheid. Het gesprek zal maximaal 10 minuten duren. Met dit gesprek kan je aantonen dat je de Spaanse taal onderweg is naar niveau A2 van het ERK. (= het complete boek Compañeros 1 + hoofstuk 1, 2 en 3 van Compañeros 2).
Wat moet je kennen en kunnen voor dit SE?
Aan het eind van deze periode kan je in het Spaans een conversatie voeren op bais van de volgende leerstof:
In leerjaar VWO 4 en de vorige periodes van leerjaar VWO 5 heb je de volgende stof voor Spaans doorgenomen:
- Sprint oefeningen 1 - 20
- Leerboek Compañeros 1 Hoofdstuk 1 - 9
- Leerboek Compañeros 2 Hoofdstuk 3
- Leesboekje Pobre Ana (dit boekje heb je in het Spaans (!) gelezen
- Leesboekje Vacaciones al sol (dit boekje heb je in het Spaans (!) gelezen)
In deze periode gaan we hoofstukken 1 – 2 van het boek Compañeros 2 doorwerken.
Zorg dat je de agenda goed volgt, en vraag feedback op je gemaakte werk!
De beste plaats waar je je werk kunt inleveren is Seesaw. Plaats hierin foto’s van je gemaakte werk!
Wat moet je kennen en kunnen voor dit SE?
Je moet in staat zijn om:
- in correct Spaans jezelf voor te stellen, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans te vertellen waar je woont, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans iets over je familie en vrienden kunnen vertellen, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans iets kunnen vertellen over huisdieren, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen wat je leuk vindt om te doen, welk eten je lekker vindt, en om deze informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans iets kunnen vertellen over je school en je mening hierover geven, en om deze informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen over de tijd. Je moet vragen kunnen beantwoorden over de tijd en om deze informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen over eten en eetgewoontes, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen waar iets is of zich bevindt.
- in correct Spaans kunnen vertellen over waar en wanneer en hoe je ergens naar toegaat. Ook moet je de dagen van de week kennen.
- in correct Spaans een fysieke beschrijving geven van jezelf, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen dat je ergens pijn hebt, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen dat je iets leuk of lekker vindt, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans iets kunnen vertellen over (je) kleding, en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans kunnen vertellen waar je in het verleden was (gisteren, vorige week, vorige maand, een jaar geleden etc.) en om dezelfde informatie kunnen vragen aan je gesprekspartner.
- in correct Spaans vertellen wat je (of iemand anders) aan het doen bent.
- vertellen waar en wat iemand aan het doen is.
- in het correct Spaans vertellen dat je iets (niet) leuk vindt om te doen.
- in correct Spaans vertellen wat voor een weer het is.
- in correct Spaans vertellen of je het koud of warm hebt.
- Het bovenstaande met je zowel in de tegenwoordige tijd als in de verleden tijd (pretérito indefinido) kunnnen zeggen in het Spaans.
Muchos saludos,
Maurice Teters