Als er in Nederland een strijd is tussen twee partijen kan het komen tot een rechtszaak.
Zo kan het gebeuren dat je ruzie krijgt met een bedrijf waar je een televisie hebt gekocht. Als deze niet goed of niet op de juiste manier is geleverd en het bedrijf weigert je geld terug te geven, kun je naar de rechter stappen.
Je kunt ook een rechtszaak krijgen al je iets hebt gedaan wat niet mag volgens de wet. Een inbraak bijvoorbeeld, grote hoeveelheden wiet hebt geteeld of erger nog; een moord hebt gepleegd.
In Nederland is iedereen voor de rechter gelijk. Het maakt niet uit wat je gedaan hebt, de rechter zal onpartijdig naar jouw zaak kijken en oordelen. Voor iedereen gelden dezelfde regels en dezelfde wetten.
In ons land zijn drie soorten rechtsgebieden: strafrecht, civiel recht en bestuursrecht.
Strafrecht is voor mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Bijvoorbeeld een inbraak.
Civiel recht gaat om onenigheid tussen burgers of organisaties. Bijvoorbeeld een uit de hand gelopen ruzie met je buurman over de plek van de schutting.
Bestuursrecht gaat over conflicten tussen burgers en de overheid. Als je bijvoorbeeld bezwaar aantekent tegen een belastingaanslag en dit niet met de belastingdienst samen op kunt lossen. Dan komt de rechter er aan te pas.
Er bestaat ook nog jeugdrecht. Dat is voor jongeren tot 18 jaar. Jeugdrecht kan gaan over strafzaken, maar ook over civiele zaken. Onder het jeugdrecht valt ook uithuisplaatsingen als je ouders niet meer voor je kunnen zorgen.
In de volgende video worden de verschillende soorten nog een keer uitgelegd.
Kijk de video en maak daarna de oefening.