oefenopgaven deel 1

 

  1. Bereken de molecuulmassa van waterstofperoxide (H2O2)
  2. Bereken de molaire massa van koperoxide (CuO)
  3. Bereken de molaire massa van natriumchloride (NaCl)
  4. Bereken de molecuulmassa van koolstofdioxide (CO2)
  5. Bereken de molecuulmassa van zwaveltrioxide (SO3)
  6. Bereken de molaire massa van glucose (C6H12O6)
  7. Hoeveel mol is 0,14 g natriumchloride (NaCl)?
  8. Hoeveel mol is 5,62 ×10-3 g kaliumsulfiet (K2SO3)?
  9. Hoeveel mol is 125 g butaan (C4H10)?
  10. Hoeveel gram weegt 1,2 ×10-5 mol glucose?
  11. Hoeveel gram weegt 30 mol zuurstof?
  12. Hoeveel gram weegt 3,0 ×10-4 mol water?
  13. Hoeveel mol is 3,0 g zwaveldioxide?
  14. Hoeveel mol is 23 mg hexaan (C6H14)?
  15. Hoeveel mol is 3,4 kg ijzer(III)oxide (Fe2O3)?
  16. Hoeveel gram weegt 1,3 ×10-5 mol ozon (O3)?
  17. Hoeveel mol is 15,3 kg natriumoxide overeen (Na2O)?
  18. Hoeveel mol is 3,2 kg ammoniumchloride (salmiak NH4Cl)?
  19. Hoeveel gram weegt 0,125 mol waterstofperoxide (H2O2)?
  20. Hoeveel gram is 2,28 mol natriumfosfaat (Na3PO4)?
  21. Hoeveel mol is 23 mg suiker (C12H22O11)?