Mao Zedong had veel geleerd van de ervaringen van de Communistische Partij in de Sovjet-Unie. China was vooral een agrarische (landbouw) samenleving. Het land had nog niet veel industrie. Mao besloot dat de straatarme boeren een hoofdrol moesten krijgen, in plaats van arbeiders. Omdat Mao daarmee de uitgangspunten voor een communistische revolutie vanuit de basis aanpaste, spreekt de Chinese grondwet van marxisme-leninisme-Mao Zedong-denken.
Eén van de eerste campagnes van de kersverse Volksrepubliek China was de landhervorming van 1950. De landloze boeren en landarbeiders kregen daarbij een stuk eigen grond. De hoop was dat dat de landbouwproductie zou stimuleren. Een paar jaar later moesten al die kleine boeren zich verenigen in grootschalige landbouwcommunes, die gezamenlijk machines konden aanschaffen voor ploegen, zaaien en oogsten.
Vragen bij 2.3.2.
China moest zelfvoorzienend worden, niet alleen op het gebied van de landbouw, maar ook industrieel. Net als in het Sovjetmodel, werkte China met vijfjarenplannen. Mao Zedong wilde de Chinese industrie zo snel mogelijk moderniseren. In 1958 startte hij ‘De Grote Sprong Voorwaarts’ campagne. Iedereen werd gemobiliseerd om China om te vormen tot een industriële grootmacht en de grootste staalproducent ter wereld te worden.
Een officieel doel was om ‘binnen twintig jaar Amerika in te halen’. Op boerenerven en fabrieksterreinen werden kleine staaloventjes opgezet. Eerst werd ijzererts gebruikt, maar bij gebrek daaraan werd vervolgens alle mogelijke ijzerwaar – inclusief dagelijkse gebruiksvoorwerpen als pannen, lepels en fietsen – verzameld om ‘staal’ te produceren. Dit mislukte volledig en omdat de landbouw verwaarloosd werd, leidde dat in de jaren erna tot massale hongersnood. Daarnaast waren er ook een hele hoop misoogsten. Dit kwam bijvoorbeeld doordat Mao een campagne had opgezet waarin de bevolking in vier dagen alle mussen moesten ombrengen. Volgens Mao aten de mussen al het graan op. Dit leidde tot een enorme sprinkhaan plaag die de hele oogst vernielden. Door alle hongersnoden bij elkaar vielen volgens schattingen 30 miljoen doden. Al die tijd werden wel juichende productiecijfers geproduceerd om Mao te laten geloven dat zijn Grote Sprong een succes was.
Vragen bij 2.3.2.
Mede door het mislukken van de Grote Sprong Voorwaarts verzwakte de positie van Mao Zedong binnen de Communistische Partij. Om de macht terug te winnen, begon hij in 1966 met een nieuwe massacampagne: de Culturele Revolutie. Hij probeerde jongeren en studenten aan zich te binden. Een boekje met citaten van Mao, bijgenaamd het Rode Boekje, hielp hem daarbij. Jongeren werden gestimuleerd om ‘contrarevolutionaire elementen’ aan te klagen. Deze ‘Rode Gardisten’ werden opgehitst om het oude China te vernietigen. Daarmee kregen ze een vrijbrief om tempels te bestormen, antiek uit huizen te plunderen en hun leraren – en zelfs hun ouders – te vernederen en vermoorden.
De Culturele Revolutie was vooral een machtsstrijd binnen de CCP. Een kleine groep rond Mao – inclusief zijn vrouw – had het voor het zeggen. Andere prominenten binnen de partij werden aangeklaagd als ‘contrarevolutionair’ en ‘vijand van het volk’ en belandden in de gevangenis.
2.3.3 De Culturele Revolutie
Nu de oude cultuur langzaamaan vernietigd werd, moest deze worden vervangen voor een nieuwe cultuur: de Mao-cultus. Op iedere straathoek hingen spreuken van Mao uit het Rode Boekje. In iedere stad of dorp hingen luidsprekers waaruit liederen klonken waarin Mao werd bezongen: ‘Onze grote leraar, grote leider, grote roerganger’. Een groot deel van de totale papier en plastic productie in China werd aangewend om tientallen miljoenen exemplaren van het Rode Boekje te publiceren. Er werden miljoenen Mao-speldjes geproduceerd. Ze waren zo populair dat er een zwarte markt voor ontstond en je ermee kon betalen in winkels. Het speldje werd het symbool van je loyaliteit aan Mao.
Om Mao te vereren reisden Rode Gardisten uit alle uithoeken van het land naar Beijing. Mao had beloofd iedere Rode Gardist te ‘inspecteren’. Een miljoen jongeren op het Tiananmenplein wachtte geduldig en urenlang op de hun toegewezen plaats totdat ze een glimp van Mao wisten op te vangen. Een schouder, een elleboog, het was voldoende. ‘Vandaag ben ik de gelukkigste mens ter wereld. Ik heb onze grote leider voorzitter Mao gezien’, zeiden ze elkaar steevast na. Dat bij het opbreken van de bijeenkomsten regelmatig honderden jongeren onder de voet werden gelopen leek niemand te deren.
Opzwepende massacampagnes
Het feit dat Mao een centrale rol gaf aan de boeren in het tot stand brengen van de revolutie, was een wezenlijke aanpassing van de oorspronkelijke marxistisch-leninistische theorie. Daarnaast kenmerkt het Mao Zedong-denken zich door de massacampagnes, waarin het Chinese volk opgezweept werd om kritiekloos de Grote Roerganger te volgen. Die campagnes hebben miljoenen doden tot gevolg gehad en daarom spreken zelfs de Chinese geschiedenisboekjes over een gemengde erfenis: 70% van Mao’s daden was goed, 30% van zijn erfenis – en met name de Culturele Revolutie – was slecht.
Vragen bij 2.3.4