Huiswerkvragen

Paragraaf 3.5 / 4.1; Het einde van het Romeinse Rijk / de Koning en zijn leenmannen

1.Welke periode, titel, jaartallen en samenleving horen bij tijdvak 3?

2.Wat waren de vier oorzaken voor de val van het Romeinse Rijk?

3.Wat bedoelen we met continuïteit en verandering?

4.Noem drie veranderingen tussen het Romeinse Rijk en de middeleeuwen.

5.Waarin deed Karel de Grote de Romeinen na binnen zijn bestuur?

6.Hoe werkt een leenstelsel en wat zijn de functies van de leenheer, leenman, achterleenman en zendgraaf?

 

Paragraaf 4.2; Boeren en ridders