Het enkelvoud van sterke werkwoorden in de verleden tijd.
Hoe vind je de sterke werkwoorden?
- Vaak ken je ze al.
- Zoek ze op in het woordenboek.
vb. schrijven.
- Zoek het hele werkwoord op.
- In het woordenboek staat achter schrijven: schreef, heb geschreven.
Dit betekent: het enkelvoud in de verleden tijd is: schreef.
het voltooid deelwoord is: geschreven en het hulpwerkwoord is hebben
(zie ook uitleg voltooid deelwoord).
lezen: las, heb gelezen --> verleden tijd enkelvoud: las, voltooid deelwoord: gelezen, hulpwerkwoord: hebben.
hangen: hing, heb gehangen --> verleden tijd enkelvoud: hing, voltooid deelwoord: gehangen, hulpwerkwoord: hebben.
gaan: ging, is gegaan --> verleden tijd enkelvoud: ging, voltooid deelwoord: gegaan, hulpwerkwoord: is.
Een oefening: