Deze leerlijn is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Doel:
Je leert hoe je werkwoorden correct kunt spellen in een zin of verhaal zonder het gebruik van de spellingcorrectie.
Inhoud:
In deze leerlijn zitten alle werkwoordvormen die je moet weten.
Dit zijn:
Het werkwoord is de persoonsvorm.
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd (sterke en zwakke werkwoorden)
Spelling van andere werkwoorden.
Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Gebiedende wijs
Tegenwoordig deelwoord
Engelse werkwoorden
Leeractiviteiten
Het werken met deze leerlijn kan het best individueel gebeuren, na uitleg van de leerkracht.
Leerdoelen
Na het doorlopen van deze leerlijn werkwoordspelling kun je:
Uitleggen wat de relatie is tussen grammatica en spelling
Uitleggen welke werkwoordsvormen er zijn en kan deze herkennen in een zin.
Uitleggen wat zwakke en sterke werkwoorden zijn en uitleggen hoe je deze correct vervoegt.
Uitleggen hoe je de persoonsvorm in de t.t. en v.t. vervoegt en past dit correct toe in een zin.
Uitleggen hoe je het (bijvoeglijk gebruikt) voltooid deelwoord vervoegt en hoe je deze toepast in een zin
Uitleggen hoe je het tegenwoordig deelwoord vervoegt en hoe je deze correct toepast in een zin.
Uitleggen hoe je Engelse werkwoorden vervoegt en hoe je deze correct toepast in een zin.
Rol leraar
De filmpjes geven de nodige uitleg. De docent zorgt voor momenten om vragen te stellen.
Tijd
De benodigde tijd zal per leerling verschillen.
Toetsing
Na het doorlopen van dit arrangement maak je de eindtoets werkwoordspelling. Heb je een score van meer dan 80% behaald? Dan ben je geslaagd en mag je beginnen aan de laatste opdracht: een creatieve schijfopdracht.