Diverse activerende didactieken
Leerlingen activeren is van groot belang. Wanneer je hier geen aandacht voor hebt is de kans groot dat vooral sterke leerlingen meedoen, voor anderen gaat het te snel en is het te moeilijk waardoor ze afhaken. Als ze ook de kans krijgen om af te haken omdat de leerkracht het toch niet doorheeft, zal hun leeropbrengst uiteindelijk minimaal zijn. Terwijl juist déze leerlingen actief moeten meedoen.
Er zijn veel technieken om dit te doen. In de les heb ik er vier besproken. Die laat ik nu ook terugkomen.
ProConnect - Hiermee is iedereen actief en zie je hoe ze denken. Dit geeft inzicht in beheersing en misconcepties. Dat ze het niet begrijpen is niet erg, maar je moet er wel achter komen wat ze dan niet begrijpen. Hebben ze iets verkeerd door een slordige optelfout? Of snappen ze een onderdeel van de som niet. (Interactie leerling - leerkracht, leerling - leerstof)
Wisbordjes - Wisbordjes zijn een simpele en krachtige manier om inzicht te krijgen in hoe leerlingen denken. Zorg dat leerlingen bij een opdracht ook laten zien hoe ze denken. Je scant de bordjes snel en makkelijk en hebt hiermee meteen een overzicht hoeveel van je leerlingen het leerdoel begrijpen. (Interactie leerling - leerkracht)
Beurtstokjes
Beurtstokjes gebruiken is een manier om leerlingen willekeurig aan te wijzen na een vraag. Voorheen vroegen we om een vinger op te steken, het blijkt dat het bijna altijd dezelfde kinderen zijn die dit doen. Dit zijn sterke leerlingen die veel vertrouwen hebben. Het gevaar van deze werkwijze is dat je: a. een verkeerd beeld krijgt van het begrip van de klas. Je hebt uitgelegd, vraagt hoe het begrepen is. Een sterke leerling weet het antwoord en je denkt dat het wel goed zit en gaat door; en b. de andere kinderen weten dat een aantal toch wel de vinger opsteken en de beurt krijgen, dus ze hoeven toch niet na te denken.
Wanneer leerlingen weten dat de kans aanwezig is dat ze de beurt kunnen krijgen, worden ze gedwongen om na te denken want ze willen wel iets kunnen zeggen.
Bij nieuwe of moeilijke onderwerpen kan dit wel risicovol zijn, laat ze in die gevallen eerst even overleggen met hun buur.
Een voorbeeld van EDI met wisbordjes en beurtstokjes
Praatmaatjes
Hierboven kwam hij al even terug. Laat na een vraag of opdracht leerlingen overleggen. Ze moeten nadenken en spreken over de taak (loop rond om dit te controleren) en wanneer ze iets niet weten kan het worden uitgelegd door hun praatmaatje. Een extra instructiemoment.
Andere vormen:
2 sommen op het bord en laat ze allebei een som uitrekenen en aan elkaar vertellen
2-tal coach. 1 leerling maakt een som en de ander coacht hem. Hij zegt niet voor, maar geeft hints
(interactie leerling-leerling)