Leerlingen moeten begrijpen dat DNA op een bepaalde manier is opgebouwd. Dat DNA lijkt op een wenteltrap (dubbele helix) met daarin treden die uit twee delen bestaan. Ook moeten ze wetet dat de bouwstenen van DNA bestaan uit vier stikstofbasen, stoffen die aangeduid worden met de letters A,T, C & G. Tenslotte moeten ze begrijpen dat deze stoffen paren kunnen vormen en dat de letters A & T en de Letters C & G altijd een basenpaar vormen.
Misconcepten
DNA basen zijn willekeurig gekoppeld. In feite zijn de basen in DNA gekoppeld volgens specifieke regels, waar adenine altijd gekoppeld is aan thymine en cytosine altijd gekoppeld is aan guanine.
Onderbouwing:
De leerlingen hebben in de vorige deelvaardigheid geleerd dat chromosomen bestaan uit DNA en Eiwitten. In deze deelvaardigheid gaan de leerlingen weer een stapje verder. De leerlingen leren waar de stof DNA uit bestaat. Zo leren ze dat de stof DNA ook weer bestaat uit kleinere stoffen/onderdelen. Namelijk de Stikstofbasen.
Dit maal heb ik gekozen voor Google Forms als tool. Dit heeft als voordeel dat de tool volledig met Wikiwijs te intergreren valt. De leerlingen hoeven daardoor de wikiwijs die ik voor dit onderwerp gemaakt heb ook niet te verlaten. Daarnaast biedt google forms wat meer toetsmogelikheiden dan Wikiwijs.
Toetsje Deelvaardigeid 2:
Vervolgstappen:
Als de leerling deze deelvaardigheid en de bijbehorende opdracht niet voldoende afrondt is het de bedoeling dat hij/zij de eigen gegeven antwoorden van de opdracht gaat analyseren met een medeleerling die de deelvaardigheid wel voldoende heeft afgerond. Hierbij mogen zij gebruik maken van alle mogelijke hulpbronnen zoals daar zijn, het handboek en het internet. De bedoeling is dan dat zij zelf tot de juiste antwoorden komen. Dit is een manier van formatief evalueren.
Het gebruik van formatieve evaluatie vraagt om en stimuleert een actieve betrokkenheid van leerlingen, wat kan leiden tot een verhoogde motivatie en verbeterde leerprestaties. Formatieve evaluatie is gebaseerd op waarden zoals zelfvertrouwen, erkenning van verschillen tussen leerlingen en motivatie. Dit sluit goed aan bij de zelfdeterminatietheorie van Ryan & Deci (2000), waarin competentie, autonomie en sociale verbondenheid als basisbehoeften worden erkend en bijdragen aan het welzijn van leerlingen. Een methode wordt als effectief beschouwd voor leren wanneer het helpt bij het verkleinen van de kloof tussen de huidige positie van een leerling en de gewenste of vereiste positie. Deze kloof kan betrekking hebben op kennis, vaardigheden en competenties Sluijsmans et al. (2013, pp. 38-55). Door de leerling zelf te laten komen tot de juiste antwoorden van de opdracht, is de leerling zelf actief bezig met het verkleinen van deze zogenoemde kloof.
Daarnaast moeten de leerlingen flashcards gaan doornemen en oefeningen over de bouw van DNA maken.
Bronnenlijst:
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68-78.
Sluijsmans, D., Joosten-ten Brinke, D., & Van der Vleuten, C. (2013). Toetsen met leerwaarde [Assessment for Learning]. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 31(2), 38-55.