Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Leerlingen moeten weten waar chromosomen zich bevinden en waaruit ze bestaan. Zoals bijvoorbeeld dat: Chromosomen zich in de celkern bevinden, dat ze in paren voorkomen en dat ze uit de stof DNA bestaan.
Misconcepten:
Jongens krijgen hun meeste erfelijkmateriaal van de vader, meisjes krijgen hun meeste erfelijkmateriaal van de moeder. In werkelijkheid krijgen kinderen altijd precies de helft van het erfelijkmateriaal van beide ouders. Wel verschilt het geslachtschromosoom.
Onderbouwing:
Om de werking, de functies en de structuur van DNA goed te kunnen begrijpen werken de leerlingen in verschillende stappen van groot naar klein. Het is immers heel moeilijk te begrijpen wat DNA is als de leerling het grote geheel uit het oog verliest. DNA bevindt zich in de chromosomen. Daarom wordt in deelvaardigheid 1 kennis over de Chromosomen getest, alvorens de leerlingen dieper op DNA in gaan.
Voor de eerste deelvaardigheid heb ik gekozen voor de toetsings tool van Wikiwijs zelf. Niet elke leerling is bekend met Wikiwijs. Daarom leek het mij handig om de leerlingen tijdens de eerste opdracht aan de wikiwijs omgeving te laten wennen en niet direct en andere tool, zoals bijvoorbeeld Google forms, te introduceren.
Toetsje Deelvaardigeid 1:
Vervolgstappen.
Als de leerling deze deelvaardigheid en de bijbehorende opdracht niet voldoende afrondt is het de bedoeling dat hij/zij de eigen gegeven antwoorden van de opdracht gaat analyseren met een medeleerling die de deelvaardigheid wel voldoende heeft afgerond. Hierbij mogen zij gebruik maken van alle mogelijke hulpbronnen zoals daar zijn, het handboek en het internet. De bedoeling is dan dat zij zelf tot de juiste antwoorden komen. Dit is een manier van formatief evalueren.
Het gebruik van formatieve evaluatie vraagt om en stimuleert een actieve betrokkenheid van leerlingen, wat kan leiden tot een verhoogde motivatie en verbeterde leerprestaties. Formatieve evaluatie is gebaseerd op waarden zoals zelfvertrouwen, erkenning van verschillen tussen leerlingen en motivatie. Dit sluit goed aan bij de zelfdeterminatietheorie van Ryan & Deci (2000), waarin competentie, autonomie en sociale verbondenheid als basisbehoeften worden erkend en bijdragen aan het welzijn van leerlingen. Een methode wordt als effectief beschouwd voor leren wanneer het helpt bij het verkleinen van de kloof tussen de huidige positie van een leerling en de gewenste of vereiste positie. Deze kloof kan betrekking hebben op kennis, vaardigheden en competenties Sluijsmans et al. (2013, pp. 38-55). Door de leerling zelf te laten komen tot de juiste antwoorden van de opdracht, is de leerling zelf actief bezig met het verkleinen van deze zogenoemde kloof.
Daarnaast gaat de leerling zelf nog aan de slag met de onderstaande oefening op biologiepagina.nl. De leerling maakt de opdracht net zolang tot hij 100% haalt . Bouw van DNA en chromosomen (biologiepagina.nl)
Bronnenlijst:
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68-78.
Sluijsmans, D., Joosten-ten Brinke, D., & Van der Vleuten, C. (2013). Toetsen met leerwaarde [Assessment for Learning]. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 31(2), 38-55.