In de vroege geschiedenis van de landbouw, voordat kunstmest beschikbaar was, was dierlijke mest de belangrijkste bron van voedingsstoffen voor gewassen. Boeren brachten mest op hun land aan om de bodem te verrijken met stikstof, fosfor en kalium, evenals andere nuttige elementen en organisch materiaal. Dit was vooral essentieel op arme zandgronden, waar de natuurlijke bodemvruchtbaarheid beperkt was. De mest verbeterde de bodemstructuur en bevorderde de groei van gewassen.
Bron: Zuijlen, L. van, 2011
Dankzij het Marshallplan, dat vanaf 1947 beschikbaar werd, werden kunstmeststoffen betaalbaar en toegankelijk voor Europese boeren. Dit leidde tot aanzienlijke verbeteringen in de productiviteit van de landbouwsector. Boeren konden nu specifieke voedingsstoffen aan hun gewassen toevoegen, wat resulteerde in hogere opbrengsten en een betere voedselvoorziening. Doordat kunstmest nauwkeuriger kon worden gebruikt, was er minder afhankelijkheid van dierlijke mest. In bovenstaand plaatje is deze kringloop te zien; kunstmest en krachtvoer worden aan de kringloop toegevoegd en melk wordt afgevoerd.
Tegelijkertijd nam de hoeveelheid dierlijke mest toe vanwege de uitbreiding van de veehouderij in Nederland. Het Mansholtplan bevorderde grootschalige productieverhoging, wat soms leidde tot overmatig gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest.
In de jaren '70 en '80 zagen we de opkomst van grote stallen waarin grote aantallen dieren onder gecontroleerde omstandigheden werden gehouden. Dit leidde tot aanzienlijke verbeteringen in de efficiëntie van de veehouderij.
In de loop der tijd was de welvaart in de zandgebieden groter geworden dan in de kleigebieden. In Groningen en de Betuwe stonden aanzienlijke boerenhuizen, maar er was vaak onvoldoende geld voor onderhoud. Ondertussen werden villa's gebouwd in de zandgebieden (vooral door handelaren trouwens ...).
In de foto linksonder is een kippenschuur te zien uit ongeveer 1960. De kippenhouderij wordt steeds verder geïndustrialiseerd. Op de foto rechtsonder is een legbatterij te zien waarbij de kippen gevoerd worden met de 'Big Dutchman'.
Bron: cagnet.be, z.d. Bron: cagnet.be-1, z.d.
Mestoverschot
Door de groei van voornamelijk pluimvee- en varkensbedrijven zonder eigen landbouwgrond ontstonden in Nederland steeds meer situaties waarin er te veel mest werd geproduceerd. Een mestoverschot doet zich voor wanneer een bedrijf meer dierlijke mest produceert dan op zijn eigen grond of in de nabije omgeving verantwoord kan worden gebruikt.
In de loop der jaren werden mestoverschotten een aanzienlijk milieuprobleem vanwege overmatige bemesting, het uitspoelen van voedingsstoffen in het milieu en watervervuiling. Wanneer boeren te veel drijfmest op hun gewassen aanbrengen, kan dit leiden tot het uitspoelen van stikstof en fosfor in het grondwater, wat milieuproblemen veroorzaakt. Vooral bij het telen van maïs op zand- en lössgrond bestaat een aanzienlijk risico op het uitspoelen van vooral stikstof.
In de foto hieronder wordt vaste mest uitgereden op bouwland. Het verbeteren van de bodemgezondheid en de bemesting afstemmen op de behoefte van gewas en bodem zijn belangrijke punten voor toekomstig mestbeleid.
Bron: Buning, 2019
Als stikstof en fosfaat uitspoelen in het water, neemt de concentratie van voedingsstoffen in het water toe. Dit leidt tot de groei van algen en een gebrek aan zuurstof, wat schadelijk is voor vissen en andere organismen. Bovendien veroorzaakt het uitspoelen van meststoffen verstoring van ecosystemen en een afname van biodiversiteit. Biodiversiteit is echter belangrijk voor onze voedselzekerheid.
Bron: h2owaternetwerk.nl, 2020
Wet- en regelgeving
Vanaf de jaren 80 heeft de regering verschillende opeenvolgende en steeds strengere beleidsmaatregelen ingevoerd. Dit omvatte mestquota, regels voor het beheer van mest en de verplichting om vanggewassen te telen na de hoofdgewassen. Deze maatregelen waren bedoeld om zowel de landbouwproductie te ondersteunen als de schadelijke milieueffecten van mestoverschotten te verminderen. Het evenwicht tussen de aanvoer en afvoer van stikstof en fosfaat naar landbouwgronden is inmiddels verbeterd, maar op veel plaatsen in Nederland worden nog steeds niet alle doelstellingen voor nitraat- en stikstofniveaus in grond- en oppervlaktewater gehaald.
Onderstaande figuren geven weer waar de stikstof en fosfaataanvoer op landbouwgrond vanaan komt. Er is duidelijk een afname te zien van kunstmest en dierlijke mest sinds de jaren '90.
Het groene front
De overheidsmaatregelen werden niet door iedereen positief ontvangen. Boeren waren het er vaak niet mee eens dat er zoveel regels en beperkingen werden opgelegd aan hun agrarische activiteiten. Ze protesteerden tegen de mestwetgeving en eisten meer flexibiliteit in hoe ze hun bedrijf runden. De belangen waren groot. In het zogenoemde 'Groene Front' werkten ambtenaren van het Ministerie van Landbouw samen met leden van de Tweede Kamer die uit de agrarische sector afkomstig waren, evenals vertegenwoordigers van boerenorganisaties. Het Groene Front bestond niet daadwerkelijk, maar gaf de invloed aan die de landbouw had op het beleid.
Hieronder staan de logo's van organisaties die de belangen voor de landbouw verdedigden, achtereenvolgens de belangenbehartiger LTO Nederland, de productschappen (voormalige organisaties van bedrijven die hetzelfde product produceren, bijv. zuivel) en de politieke partij het CDA.
Bron: Foodlog, 2012; LTO Nederland, 2023, CDA, 2023
De protesten van het Groene Front laten zien dat het vinden van de juiste balans tussen het aanpakken van milieuproblemen en het behartigen van de belangen van de landbouwsector een complexe kwestie is. Dit conflict tussen landbouwbelangen en natuur en milieu is tot op de dag van vandaag nog steeds aanwezig en leidt tot voortdurende debatten en aanpassingen in het mestbeleid in Nederland.
In latere jaren werden er toch weer aanvullende maatregelen ingevoerd om mestproblemen aan te pakken. Dit omvatte onder andere regels voor het tijdstip waarop mest mag worden uitgereden om uitspoeling te voorkomen, evenals het bevorderen van precisiebemestingstechnieken. Deze maatregelen zijn blijven evolueren in een voortdurende poging om een evenwicht te vinden tussen landbouwproductie en milieubescherming. Ze laten de voortdurende inspanningen zien om de problemen rondom mest op te lossen.
Mest: van waardevol tot afvalproduct tot ...
Vóór de Tweede Wereldoorlog werd mest gezien als een essentiële bron van voedingsstoffen voor gewassen. Het speelde een cruciale rol bij het behouden van de bodemvruchtbaarheid. Maar in de loop der tijd is de manier waarop er naar mest gekeken wordt geleidelijk veranderd. Tegenwoordig wordt mest steeds vaker beschouwd als een afvalproduct in plaats van een waardevolle hulpbron.
In recente decennia groeit echter het besef van de waarde van mest als hernieuwbare hulpbron en het belang van duurzame mestbeheerpraktijken. Boeren en beleidsmakers zoeken nu naar manieren om mest efficiënter te benutten. Dit omvat bijvoorbeeld het omzetten van mest in biogas of het gebruik van mest als bodemverbeteraar. Deze benadering heeft tot doel om de waarde van mest in de moderne landbouw te herstellen en een evenwicht te vinden tussen landbouwproductie en natuur- en milieubescherming.
Is er nog toekomst voor varkens en kippen?
Jazeker, maar de stikstofcrisis heeft wél gevolgen.
De intensieve veehouderij heeft over het algemeen een lage milieu-impact per dier of per kilogram product, dankzij geavanceerde technologieën en beheersmaatregelen die zorgen voor efficiënt gebruik van voer, water en andere hulpbronnen. Bovendien heeft deze sector een goede concurrentiepositie. Echter, problemen kunnen ontstaan door omwonenden en gevoelige natuur in de buurt. De uitdaging is om duurzaamheidsprincipes verder te integreren in de intensieve veehouderij om negatieve milieueffecten te minimaliseren. De les die we uit het verleden kunnen trekken, is dat het belangrijk is om een balans te vinden en niet vast te houden aan slechts één benadering. Een voorbeeld is te zien in onderstaande foto's, links een zeug in een kraamstal en rechts biologische legkippen.
Bron: Avrotros, 2019 en Salland Boert en Eet Bewust, z.d.
De volgende leesboeken geven vanuit persoonlijke verhalen inzicht in de geschiedenis van de landbouw en het platteland. Aan te raden om eens te lezen!