Is er iets aan de hand in de landbouw?
Ja, er is iets aan de hand in de landbouw. We zijn ontzettend goed in het produceren van voedsel en hebben daarin grote stappen gemaakt sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar tegelijkertijd zijn we ook wat belangrijke zaken uit het oog verloren; er zijn 'dingen van de wagen gevallen'. De voormalige landbouwvoorzitter van de Zuidelijke LTO (ZLTO), Hans Huijbers, zei het zo:
'Wij zijn de eerste generatie boeren die de grond die we kregen slechter achterlaten' |
en
'Toen we als boer ondernemer moesten worden, zijn we onze rol, de boer als verzorger kwijtgeraakt.' |
Bron: NRC, z.d.
Maar hoe zijn we hier gekomen als landbouw? Dat heeft onder andere te maken met een aantal krachten die effect hebben op de landbouw. Deze worden in de onderstaande modellen toegelicht.
De zandloper
Het huidige voedselsysteem geeft veel macht aan een kleine groep inkopers die voor supermarkten werken. Consumenten hebben daardoor maar een beperkte keuzevrijheid en producenten worden gedwongen lage prijzen voor hun producten te accepteren.
Bron: https://www.pbl.nl/sites/default/files/downloads/pbl-2012-balans-van-de-leefomgeving-539-1.pdf
Het voedselsysteem lijkt op een zandloper. De zandloper in de afbeelding hierboven is van onderen heel breed: in Nederland zijn er 65.000 boeren die voedsel produceren. Dit aantal is een onderschat cijfer, want er zijn miljoenen boeren en landarbeiders die allerlei tropische fruit- en groentesoorten kweken voor de export, terwijl ze buiten Nederland leven. Ook van boven is de zandloper heel breed, daar bevinden zich de 16 miljoen consumenten. In het midden vind je 25 supermarktbedrijven en 5 inkoopkantoren. Een paar bedrijven hebben op die manier veel invloed dat ze kunnen bepalen wat er wordt gegeten en tegen welke prijs dit wordt gemaakt. Deze bedrijven vormen het smalle deel van de zandloper in het wereldwijde voedselsysteem en hebben veel macht over zowel de mensen die voedsel verbouwen als de mensen die het eten. 85% van de voedselverkoop in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittanië en Oostenrijk is op dit model gebaseerd. Het heeft dus ook een grote invloed op de landbouw in West-Europa.
De Technologische Tredmolen
De technologische tredmolen heeft te maken met schaalvergroting en lagere prijzen.
Soms vinden boeren nieuwe manieren om meer eten te maken en tegelijk minder kosten per product te hebbene. Maar dit werkt maar even, en alleen voor de boeren die als eerste de nieuwe manier proberen. Als zij dat doen, krijgen ze meer opbrengst en meer geld dan andere boeren. Maar als veel boeren de nieuwe manier gaan gebruiken, komt er veel eten op de markt en gaan de prijzen omlaag. Als de prijzen omlaag gaan, moeten boeren weer iets nieuws bedenken om meer eten te maken of minder geld uit te geven voor de productie. Dan begint het weer van voren af aan: de boeren die als eerste de nieuwe manier gebruiken, hebben een tijdje voordeel, maar dan worden ze weer ingehaald als de meeste boeren het ook doen. Dus, om in de landbouw goed te blijven, moeten boeren steeds met nieuwe dingen komen.
In deze technologische tredmolen moet je mee blijven rennen om opbrengsten te blijven houden. Dit zorgt ervoor dat boeren steeds groter worden.
De Tragedie van de Meent / the tragedy of the commons
De tragedie van de meent is een idee dat aangeeft dat als mensen een gedeelde natuurlijke bron mogen gebruiken zonder regels, ze meestel proberen er zoveel mogelijk van te krijgen voor henzelf, zelfs als dat slecht is voor iedereen op de lange termijn. Als mensen de gedeelde bron ('de Meent') te veel gebruiken, kan die uiteindelijk voor niemand meer nuttig zijn (de Tragedie).
In 1833 beschreef William Forster Lloyd dit idee, dat hij uitlegde aan de hand van koeien die grazen op een stuk land dat door de gemeenschap wordt gedeeld, dit noemen we de "meent." Een meent is een stuk land dat mensen uit een dorp samen gebruiken, vaak als een plek waar hun koeien kunnen grazen. Verschillende boeren hebben koeien op deze meent. Als de meent op een duurzame manier wordt gebruikt, betekent dit dat er een evenwicht is tussen wat er wordt geproduceerd en hoeveel ervan wordt gebruikt.
Ontstaan van de 'tragedie'
Elke boer wil zoveel mogelijk geld verdienen met zijn melkkoeien. Als hij een extra koe aan zijn kudde toevoegt, betekent dit dat hij meer melk kan produceren en dus meer geld kan verdienen. Maar voor de hele gemeenschap heeft het toevoegen van een extra koe een negatief effect, omdat deze extra koe meer gras eet, wat betekent dat er minder gras overblijft voor elke koe op de gemeenschappelijke weide.
Minder gras per koe betekent dat de melkopbrengst voor alle boeren daalt, wat resulteert in minder geld voor iedereen. Het nadeel geldt voor alle koeien en dus voor alle veehouders samen. Eén boer krijgt wel de volledige opbrengst van de extra koe, maar de kosten worden gedeeld door alle boeren. Het is dus voordelig voor een boer om een nieuwe koe toe te voegen zolang zijn deel van de kosten lager is dan de extra opbrengst die hij krijgt. Omdat de totale opbrengst alleen maar groter hoeft te zijn dan een deel van de kosten, komt er een punt waarop de toevoeging van een extra koe meer kost dan oplevert. Omdat alle boeren op dezelfde manier denken, blijven ze koeien toevoegen totdat de extra koe geen voordeel meer oplevert voor de eigenaar. Dit leidt tot overbegrazing.
De tragedie van de meent laat zien dat boeren meestal zullen kiezen om hun veestapel uit te breiden. Als boer A niet uitbreidt en boer B wel, zal boer A uiteindelijk minder geld verdienen omdat hij meebetaalt aan een deel van de kosten van de uitbreiding van boer B, terwijl hij er geen extra inkomsten voor krijgt.
Dit principe toont aan hoe in de landbouwsector belangen op korte termijn en op lange termijn met elkaar kunnen botsen. Een ander voorbeeld is de afschaffing van de derogatie: de mestregels niet zo nauw nemen leek op korte termijn weinig gevolgen te hebben, maar op lange termijn lijdt de hele landbouwsector hieronder door de afschaffing van de derogatie.
The Squeeze / de Tang
Aan het eind van de jaren tachtig wordt de landbouw als het ware in de tang genomen tussen opbrengsten die gelijk blijven en stijgende kosten, zoals in onderstaande figuur ook te zien is. Voor de stagnatie van de opbrengsten zijn verschillende oorzaken aan te wijzen: overvoerde markten, bereiken van milieukundige grenzen, de quotering van verschillende producten, etc. Tegelijkertijd zet wel de kostenstijging door (met een sprong in de lijn vanwege de inhaalslag op milieugebied). Zo ontstaat een 'tangbeweging' die op het niveau van een individueel bedrijf steeds lastiger kan worden ontlopen door de traditionele oplossing: het vergroten van het bedrijf. Vergroting van het bedrijf geeft zulke hoge kosten (aankoop van grond, quota, milieugebruiksruimte, evt. bedrijfsverplaatsing vanwege planologische beperkingen etc.) dat deze oplossingsrichting maar in een aantal gevallen nog voor de hand ligt. Daar komt bij dat vergroting van een individueel bedrijf effect heeft op de tangbeweging op landelijk niveau, omdat dit effect heeft op het aantal aangeboden producten, op de uitstoot op de omgeving etc.
Bron: Broekhuizen, R. van, Ploeg, J.D. van, 1997, over de kwaliteit van plattelandsontwikkeling
Deze modellen en principes zorgen ervoor dat boeren vaak in een moeilijke positie belanden. De kosten om producten te maken worden steeds hoger, terwijl de opbrengsten niet even snel stijgen. Hierdoor lijkt het alsof je vastzit, en dat kan heel lastig zijn.
Hoe kun je verder?
De invloed van externe krachten op de landbouw is duidelijk merkbaar, maar dat betekent niet dat je als boer helemaal geen controle hebt. Gelukkig komt ondernemerschap om de hoek kijken, en je kunt kiezen uit verschillende bedrijfsstrategieën om de uitdagingen aan te pakken. Vaak zijn er meer mogelijkheden dan je in eerste instantie denkt. De uitdaging ligt in het blijven herkennen van deze mogelijkheden.
Voorbeelden van bedrijfsstrategieën zijn:
Een andere toekomststrategie is stoppen. Een strategie die misschien niet het eerst bij je opkomt of direct weerstand oproept. Het is echter absoluut geen foute keuze, als je erachter komt dat het boerenwerk en het boerenleven misschien toch minder goed bij je passen dan je eerder dacht.
Met de juiste strategieën kun je als boer inspelen op de veranderende omstandigheden en je bedrijf met succes ontwikkelen.
Welke mogelijkheden zie jij? En welke mogelijkheden wil je zien?
In het onderdeel 'wat is de toekomst?' gaan we hier verder op in.
Wil je verder lezen?
- Open Brief van Ron Methorst aan jonge boeren op 1 oktober 2019: https://www.ronmethorst.nl/2019/09/agractie-1-okt-2019-open-brief-aan.html
Trailer de Pijn op het Platteland https://youtu.be/ex3lvWDLYn4