De formule om de gemiddelde snelheid te berekenen, ken je als het goed is nu. Maar deze formule kunnen we zo omschrijven dat we de afgelegde afstand (s) of de tijd (t) kunnen berekenen.
Om de afgelegde afstand te berekenen, schrijf je de formule om naar:
Om de tijd te berekenen, schrijf je de formule om naar:
Je ziet dus dat we met één algemene formule ( ), meerdere grootheden kunnen berekenen door de formule om te schrijven.
Voorbeeldopdracht 1
Een fietser fietst 20 minuten lang met een snelheid van 15 km/h. Hoeveel meter heeft de fietser dan afgelegd?
Aanpak: we willen weten hoeveel meter de fietser heeft afgelegd, dus we moeten de afgelegde afstand (s) in meter berekenen. Daarvoor hebben we nodig: de gemiddelde snelheid in m/s en de tijd in seconden.
vgem = 15 km/h = = 4,17 m/s
t = 20 minuten = 20 x 60 = 1200 s (want we weten dat 1 h gelijk is aan 60 minuten, dus dan is 20 minuten gelijk aan 20 x 60 = 1200 s)
s = ?
s = 4,17 x 1200 = 5004 m
Voorbeeldopdracht 2
Een fietser rijdt met een gemiddelde snelheid van 20 km/h over een traject van 2000 m. Bereken hoeveel seconden de fietser over het traject doet.
Aanpak: we willen weten hoelang de fietser over het traject doet, dus we moeten de tijd (t) gaan berekenen in seconden. Daarvoor hebben nodig: de gemiddelde snelheid in m/s en de afgelegde afstand in meter.
vgem = 20 km/h = = 5,56 m/s
s = 2000 m
t = ?
t = = 359,7 s
Dat is ook wel gelijk aan 359,7 : 60 = 6 minuten (60 seconden = 1 minuut, dus 359,7 seconden is 359,7 : 60 = 6 minuten)