Wat: Je gaat aan de slag met de oefenopdrachten over de versnelling.
Hoe: Je maakt de opdrachten in je eentje en voor jezelf.
Hulp: Raadpleeg eerst de video over de versnelling. Als je er nog steeds niet uitkomt, mag je de vraag aan degene naast je stellen of aan de docent.
Tijd: Er zit geen tijd verbonden aan deze opdracht.
Uitkomst: Je weet wat wordt bedoeld met een versnelling en kan deze bereken als de tijd en de snelheid gegeven zijn.
Klaar: Ga aan de slag met verdiepende opgaven in het boek (hoofdstuk 5).
Succes!