Instructie
Wat: Je gaat aan de slag met de oefenopdrachten over de 3 soorten bewegingen in de natuurkunde.
Hoe: Je maakt de opdrachten in je eentje en voor jezelf.
Hulp: Raadpleeg eerst de theorie versnelde, vertraagde en eenparige bewegingen 1 uit de wikiwijs. Als je er nog steeds niet uitkomt, mag je de vraag aan degene naast je stellen of aan de docent.
Tijd: Probeer deze opdrachten in 4 minuten af te maken.
Uitkomst: Je weet het verschil tussen versnelde, vertraagde eenparige bewegingen.
Klaar: Ga verder met de theorie versnelde, vertraagde en eenparige bewegingen 2 en de vervolgopdrachten van versnelde, vertraagde en eenparige beweging 2.
Succes!