In het vorige kopje over ladingen heb je uitgeleg gekregen over wat een lading is en hoe een voorwerp deze krijgt. In dit onderdeel bespreken we hoe ladingen op elkaar reageren.
Een plus en min lading zullen elkaar altijd aan trekken. Aangezien alles graag een lading van 0 wil hebben gaan de plus en min ladingen naar elkaar toe. Zo worden de min ladingen over gegeven aan de plus ladingen. Plus ladingen zullen nooit overspringen.
Twee dezelfde ladingen stoten elkaar af. Een negatief geladen deeltje wilt niet nog negatiever worden en andersom.
Denk bij dit kopje aan twee magneten. Deze hebben allebei een plus en een min kant. Als je de plus en min naar elkaar houd zullen de magneten vanzelf naar elkaar toe trekken. Als je twee dezelfde kanten probeert samen te krijgen moet jij extra kracht leveren om dat te bereiken.
In het midden zitten de neutronen die geen lading hebben en de protonen met een positieve lading. Omdat deze in de kern zitten zullen ze nooit over springen, als een lading zich verplaatst is dat dus altijd een elektron wat over springt.
Elektronen zitten in de buitenste laag en hebben een lading van -1. Omdat deze in de buitenste schil zitten kunnen deze makkelijk worden over gebracht naar andere molecullen wanneer er wrijving plaats vind.