De Waarde Van Alles https://youtu.be/apuj2SpwqIk
Introductie
De dominante stroming in het huidige economie onderwijs is de neoklassieke economie. Een meer pluriform kader – een bredere blik op de economie – is belangrijk om mee te krijgen. Met deze brede blik kun je beter omgaan met de verschillende grote uitdagingen van een veranderende wereld zoals migratie, robotisering, klimaatverandering of uitputting van grondstoffen.
De basis onder het gesprek over de pluriformiteit van de economie wordt gelegd door het begrip waarde.
Om die basis uit te leggen moeten we ook naar het begrip waarden kijken. Deze waarden bepalen de normen die we stellen aan onze economie: groei, vrijheid, gender- of inkomensgelijkheid, duurzaamheid en meer.
In de quest gebruiken we een concreet voorbeeld: de keten van de kledingindustrie, van grondstof tot gebruik.
Aan de hand van dit voorbeeld ga je nadenken over de vraag of de waarde die wordt uitgedrukt in de prijs van een kledingstuk de juiste waarde is.
Een keten
Een keten duidt aan dat het hier niet alleen over het verkopen of het produceren van kleding gaat. De hele keten start met het verbouwen (of ontginnen) van de grondstoffen en loopt langs alle stappen tot het kledingstuk is gekocht, en zelf daarna: gebruik en weggooien.
Genaaid https://vimeo.com/554259562/58e8157b35
Waar betaal je niet voor? https://vimeo.com/554264098/7b5af3d717
Wat is waarde?
Vanuit verschillende economische stromingen wordt anders gekeken naar waarde. Om tot de kern van het begrip waarde te komen moeten we onderzoeken hoe de verschillende stromingen kijken naar wat productief (of nuttig) is en wat er tot ‘niet productief’ wordt bestempeld. Door dit onderscheid ontstaat een beeld van wat economen van waarde vinden en welke actoren volgens hen waarde creëren en welke niet.
Een andere wijze om erachter te komen hoe we naar waarde kijken, is door na te gaan hoe we de waarde meten: Welke indicatoren gebruiken we om te kijken of het goed gaat met onze samenleving in economische termen? Meestal gebruiken we hiervoor de indicator (groei van) geld.
Waarde is een centraal begrip in de economie: we baseren er onze economische modellen op. Waarde wordt vaak op twee manieren uitgedrukt. Deze onderverdeling van waarde past goed bij de huidige dominante neoklassieke economie.
Objectieve waarde is iets meetbaars (meestal uitgedrukt in geld maar kan ook met andere indicatoren, zoals de ecologische voetafdruk, aantal jaren dat een nieuwe technologie meegaat of CO2-emissies). Dus een bedrag dat je ergens voor over zou hebben. De objectieve waardetheorie beargumenteert dat de prijs van goederen bepaald wordt door haar (objectieve) kosten. Competitie tussen bedrijven zorgt er volgens deze theorie voor dat de prijs daalt (sommige gaan failliet, andere winnen en op de lange termijn behalen bedrijven gemiddeld zo een 'normale' winstmarge).
Subjectieve waarde laat zien hoe belangrijk iets voor een individu is. Deze veronderstelt dat waarde gebaseerd is op nut (utility) en niet vergeleken kan worden tussen personen onderling – het is subjectief. De neoklassieke economen menen dat de markt ons in staat stelt om subjectieve waarden te vergelijken op basis van de bereidheid van mensen om ervoor te betalen. Het bedrag laat zien hoeveel ze iets waarderen.
Dit onderscheid tussen de subjectieve en objectieve waardetheorie is goed bruikbaar om te duiden hoe marktprijzen tot stand komen, maar leent zich minder goed om te praten over wat wij waardevol vinden.
Wat zijn waarden?
Waarden hebben betrekking op dat wat waardevol wordt gevonden door iemand of een groep mensen (een samenleving). Waarden zijn de ideeën en idealen die mensen hebben en nastreven. De waarde die we aan iets toekennen hangt samen met de waarden van het individu en de gedeelde waarden in de samenleving. Waarden zijn niet voor iedereen in een land gelijk: of je bijvoorbeeld opgroeit in een strenggelovig milieu of juist in een liberale omgeving, is van invloed op de waarden die je meekrijgt. Dit zie je bijvoorbeeld terug in winkelsluiting op zondag in bepaalde gemeenten. Waarden worden tot uiting gebracht in onze normen.
Waarde en waarden in een economieles
In deze quest ga je aan de slag met de productieketen van kleding. Westerse normen over arbeidsomstandigheden en milieuvervuiling blijken niet wereldwijd hetzelfde. Dit zien we terug in de prijs van kleding die buiten Nederland wordt geproduceerd. Jouw verwerking gaat vervolgens over de waarde – d.w.z. de prijs die betaald wordt voor kleding en belangrijke vragen als 'waar betaal je niet voor?'.
Volgens neoklassieke economen wordt waarde uitgedrukt in de prijs: de optimale prijs die ontstaat in een efficiënte markt. Men gaat ervan uit dat de prijs wordt bepaald door het ‘marginale nut’ van schaarse hulpmiddelen of goederen. Hierdoor ontstaat een evenwichtssituatie met een ‘optimale uitkomst’; dat wil zeggen dat niemand beter af kan zijn zonder dat een ander onnodig aan iets inlevert. Deze waarde, de prijs, drukken we uit als een financiële waarde: geld.
Geld heeft van zichzelf geen waarde: het is de afspraak dat je geld kunt inwisselen voor goederen of diensten. Geld vergemakkelijkt het handelen met elkaar, aangezien je zo niet direct aan hoeft te geven welke waardevolle goederen of diensten je wilt als tegenprestatie. Om een ruil met geld mogelijk te maken, moeten we met geld rekenen. Wil iemand een auto, ring of nier van jou hebben? Dan moeten de gewenste goederen in geldeenheden meten: wat is de prijs van jouw auto, de ring of de nier? Doordat we dit kunnen berekenen, denken we dat alleen wat in geld gemeten kan worden, waardevol is. Maar in de omgang met collega’s, vrienden en familieleden speelt geld geen of slechts een kleine rol. Uitsluitend wanneer we in een markt opereren worden we gedwongen in prijzen te denken en dus met geld te rekenen. Om beter naar waarde te kijken hebben we meer of nieuwe indicatoren nodig om ook sociale en ecologische waarde als onderdeel van de economie te kunnen meten.
Neoklassieke ideeën in het kort
Neoklassieke economen proberen de toewijzing van schaarse middelen over alternatieve mogelijkheden te begrijpen. Daarbij gaan ze uit van mensen met rationele voorkeuren in hun keuze. Een belangrijke aanname daarbij is dat deze voorkeuren kunnen worden geïdentificeerd en in financiële waarde uit te drukken zijn. Vervolgens nemen neoklassieke economen aan dat consumenten hun nut maximaliseren en dat ondernemingen winsten maximaliseren. Hierbij handelen mensen onafhankelijk van elkaar op basis van volledige beschikbare en relevante informatie.
Waardebepaling en externaliteiten
Neoklassieke economen zien wel dat sociale en ecologische waarde in de echte economie niet allemaal worden meegenomen in de prijs. Zij pleiten dan voor overheidsingrijpen om markten perfecter te maken en zo van alles en nog wat van markten uit te sluiten met regels en wetten. Zo is er bij ons geen handel in nieren of andere organen, dat is illegaal. En hoeveel moeten we betalen aan een tienjarig kind dat in Nederland 12 uur per dag in een sweatshop werkt? Die waarde is onbekend, want in Nederland is kinderarbeid is verboden. Er is dus geen markt voor.
Die aspecten waar we geen rekening mee houden in het bepalen van de waarde noemen we in de neoklassieke economie een externaliteit: een extern effect. Een externaliteit kan positief of negatief zijn. Een negatief extern effect is bijvoorbeeld de vervuiling van rivierwater met kleurstoffen door de kledingindustrie. Een positief extern effect zou kunnen zijn dat mensen in staat zijn met opgedane vaardigheden zelf goedkoop hun eigen kleding te maken. Het feit dat dit een “extern effect” is, wordt bepaald door hoe de neoklassieke stroming naar economie kijkt. Feitelijk zeggen ze: dit is buiten de grenzen van onze modellen.
Wat is (van) waarde?
Je krijgt in deze quest inzicht in de begrippen financiële, ecologische en sociale waarde.
• Financiële waarde:
o Is de marktwaarde van een product of dienst uitgedrukt in geld. De waarde wordt meestal bepaald door een kosten-baten analyse waarbij investerings- en gebruikskosten tegen opbrengsten worden afgezet om een efficiënte keuze te maken.
o Bepaald door het bedrag dat iemand ervoor wil betalen
o We meten de (groei van) het aantal markttransacties, hoeveel er gekocht en verkocht wordt in een jaar
• Ecologische waarde:
o Is de waarde van de natuur, het milieu, klimaat, de biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen
o Bepaald door de (afhankelijkheids-)relaties tussen natuur en mens
o We meten CO2, temperatuur, biodiversiteit (aantal soorten), grondstoffengebruik e.d.
• Sociale waarde:
o Is menselijke waardigheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid, democratie en medezeggenschap, samenwerken, netwerken en vrijheid
o Bepaald door sociale middelen en mogelijkheden waarover mensen beschikken en hun relaties tot anderen
o We meten bijvoorbeeld het aantal kinderen dat goed onderwijs heeft, mensen met voldoende te eten, het vertrouwen dat mensen in elkaar en organisaties hebben. Maar we kunnen ook percepties meten, bijvoorbeeld over geluidsoverlast, horizonvervuiling, veiligheid van een kerncentrale etc.
Door te zien dat meerdere visies op economie mogelijk zijn, kun je jouw eigen gedachten ontwikkelen over financiële, ecologische en sociale waarde. Je kunt beargumenteren wat jij zelf belangrijk vindt. Je kunt aan de hand van deze inzichten zelfstandig beslissingen nemen over wat jij goed en belangrijk vindt. Het antwoord op die vraag hangt af van jouw waarden.
• Sociale waarde:
o Is menselijke waardigheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid, democratie en medezeggenschap, samenwerken, netwerken en vrijheid
o Bepaald door sociale middelen en mogelijkheden waarover mensen beschikken en hun relaties tot anderen
o We meten bijvoorbeeld het aantal kinderen dat goed onderwijs heeft, mensen met voldoende te eten, het vertrouwen dat mensen in elkaar en organisaties hebben. Maar we kunnen ook percepties meten, bijvoorbeeld over geluidsoverlast, horizonvervuiling, veiligheid van een kerncentrale etc.
• Ecologische waarde:
o Is de waarde van de natuur, het milieu, klimaat, de biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen
o Bepaald door de (afhankelijkheids-)relaties tussen natuur en mens
o We meten CO2, temperatuur, biodiversiteit (aantal soorten), grondstoffengebruik e.d.