1. Omschrijving deelvaardigheid + SMART leerdoelen
SMART leerdoel:
Aan het einde van de les kan de student:
De betekenis van een onbekend woord achterhalen en uitleggen;
Uitleggen hoe hij/zij de betekenis van bekende woorddelen gebruikt om de definitie van het onbekende woord te achterhalen;
Uitleggen hoe de gelijkenis van het onbekende woord met een bekend woord helpt om de definitie van het onbekende woord te achterhalen.
Omschrijving deelvaardigheid:
Als de student de betekenis van een belangrijk woord in een tekst niet kent, kan hij/zij een woordraadstrategie inzetten. Middels de deelvaardigheid 'Betekenis afleiden uit het woord' kan de student de betekenis van een onbekend woord afleiden door bekende woorddelen te zoeken in het woord zelf.
Door te zoeken naar bekende delen in een onbekend woord, kan de betekenis van een moeilijk of onbekend woord achterhaald worden.
Wanneer bijvoorbeeld een samenstelling of een woord met voor- en/of achtervoegsels bekende woorddelen bevat, kan dit de student helpen om de definitie van het volledige woord te achterhalen.
Daarnaast kan een woord(deel) lijken op een woord (uit een andere taal), waardoor de student op basis van overeenkomst de definitie kan achterhalen.
2. Misconcepties
Volgens collega's en mijn eigen ervaring komt het regelmatig voor dat studenten de onderstaande fouten maken. Tijdens de uitleg moet er dus geanticipeerd worden deze misconcepties:
- Studenten zijn zich er niet van bewust dat een woord voor- en/of achtervoegsels bevat en gebruiken deze woorddelen dus niet om de betekenis te achterhalen.
Bijvoorbeeld een woord als asociaal wordt gezien als één vaststaand woord, maar bevat eigenlijk twee delen: 'a' (niet) en 'sociaal'. Als studenten het voorvoegsel 'a' kennen, kunnen zij dus de betekenis van dit woord achterhalen. Studenten moeten dus goed weten welke voor- en achtervoegsels bestaan en wat hun betekenis is, zodat zij dit moeiteloos in een onbekend woord kunnen herkennen en gebruiken bij de definiëring.
- Studenten gebruiken verkeerde woorden die lijken op het onbekende woord om de betekenis te achterhalen, waardoor zij het woord fout definiëren.
Een woord zoals 'problematisch' lijkt op het woord 'probleem', dus je kan nagaan dat de betekenis van 'problematisch' iets te maken heeft met een moeilijk oplosbare situatie. Wanneer er echter een vergelijkbaar woord herkend wordt in het te definiëren woord, dat geen definitie heeft die lijkt op het woord in kwestie, wordt er een foute betekenis bedacht. Een student kan een dergelijke fout omzeilen door na te gaan of de bedachte betekenis logisch is/past in de tekst/context waarin het woord staat.
- De studenten benadrukken het tweede woorddeel van de samenstelling in de bedachte definitie, waardoor de betekenis van het woord niet klopt.
Men neme bijvoorbeeld de woorden 'vraagprijs' en 'prijsvraag'. In het eerste woord ligt de nadruk op 'vraag', wat ertoe leidt dat 'vraag' iets zegt over 'prijs', ofwel: de gevraagde prijs. In het tweede woord ligt de nadruk op 'prijs', wat ertoe leidt dat 'prijs' iets zegt over 'vraag', ofwel: de prijs die hoort bij deze vraag. De nadruk van een samenstelling ligt dus op het eerste deel. Wanneer studenten de nadruk in samenstellingen lezen bij het tweede deel, bedenken zij een foute betekenis. Dit komt bij uitstek voor als het tweede deel van de te definiëren samenstelling bekend is bij de student. De studenten moeten zich ervan bewust zijn dat zij dit deel dus niet als leidend moeten beschouwen, want dat is het eerste woorddeel.
3. Keuze en verantwoording manier van toetsen
Testen of de studenten de deelvaardigheid 'Betekenis afleiden uit het woord' beheersen doe ik middels de digitale tool Socrative.
Door deze tool in te zetten kan ik in real-time zien hoe de studenten presteren. Zo kan ik dus bekijken welk onderdeel zij goed beheersen en welk onderdeel niet. Hier kan ik dan gelijk of later op reageren.
Deze tool biedt de studenten na het insturen van het antwoord een automatische beoordeling. Zo kunnen de studenten direct zien of zij iets goed of fout hebben gedaan. Bij de volgende vraag kunnen zij zichzelf gelijk verbeteren en ervoor zorgen dat zij dat antwoord wel goed hebben.
Woorden ontleden om de betekenis te achterhalen is voor vele studenten van dit niveau lastig. Nadat er een vraag is geweest waar veel fouten bij zijn gemaakt is het dus verstandig om deze vraag kort te bespreken. Bij elke vraag staat een uitleg die ik in beeld kan laten komen, zodat ik de studenten kan laten zien wat ik uitleg. Door de functie 'Teacher pased' te gebruiken besluit ik wanneer de volgende vraag in beeld komt. De studenten werken op deze manier dus tegelijk aan vragen.
Deze deelvaardigheid toets ik multiple choice, zodat de studenten iets gestuurd worden in hun denkproces. Doordat de studenten mogelijke antwoorden zien, kan dit hen op weg helpen bij het ontleden van een woord en betekenis hechten aan de morfemen. Dit is een onderdeel dat studenten op dit niveau over het algemeen lastig vinden, dus multiple choice toetsen helpt hen bij het achterhalen van de betekenis van een woord.
4. Formatieve toets
5. Mogelijke vervolgstappen
Als de student de formatieve toets van deze deelvaardigheid heeft gemaakt, moet hij/zij de onderstaande vervolgstappen doorlopen:
- Formatieve toets niet gehaald: de student gaat in de methode Nu Nederlands Online de extra module doorlopen die bij dit onderwerp hoort. In deze module staan kennisclips waarin de stof nog eens wordt uitgelegd. Deze wat uitgebreidere video's kunnen de student helpen om de stof beter te begrijpen. Vervolgens maakt de student de extra opgaven die op niveau worden aangeboden. Als de student deze opgaven goed maakt, gaat het niveau omhoog. Op deze manier wordt de student begeleid in het werken naar het gewenste resultaat. Doordat het programma opgaven geeft die net boven het niveau van de leerling zitten, bevinden de studenten zich steeds in de zone van naaste ontwikkeling. Hierdoor wordt het taal- en handelingsniveau van de studenten uitgebreid (Wij-leren, 2022). Wanneer het programma aangeeft dat de student de deelvaardigheid beheerst kan hij/zij verder naar de stap hieronder.
- Formatieve toets wel gehaald: de student beheerst deze deelvaardigheid en kan verder naar de volgende deelvaardigheid. De student kan zich nu focussen op het zich eigen maken van de kennis en vaardigheden die bij die nieuwe deelvaardigheid horen. De student moet deze deelvaardigheid echter wel onderhouden, want anders raakt hij/zij dit langzaam kwijt. In de volgende les waarin de nieuwe deelvaardigheid wordt behandeld, zal de student dan ook bij het ophalen van de voorkennis oefenopgaven krijgen van deze deelvaardigheid. Wanneer de eindtoets eraan komt, moet de student de stof van deze deelvaardigheid leren en oefenopgaven maken in de methode van Nu Nederlands Online. Door de deelvaardigheid op deze manier meerdere keren te herhalen, behoudt de student deze vaardigheid (Bonset, De Boer en Ekens, 2019).