Hieronder staan onderdelen van de peerfeedback die ik nuttig vind om mee te nemen, zodat ik mij in de toekomst kan verbeteren.
- Aerin Kolfoort gaf in haar peerfeedback aan dat het haar beter lijkt om een digitale tool te gebruiken voor een formatieve toets die er uitnodigend uit ziet. Dit vind ik wel een goed idee, want ik denk dat een uitnodigende tool de motivatie van studenten iets verhoogt. Haar opmerking zette mij aan het denken, want ik denk ook dat een quiz met een alternatieve manier van vragen (bijvoorbeeld slepen) een welkome afwisseling is.
- Anouk Esman gaf in haar peerfeedback aan dat ik beter had kunnen uitleggen hoe ik misconcepties tegen kan gaan. Dit is een sterk punt, want een betere beschrijving van dit onderdeel kan andere docenten helpen om gericht deze misconcepties uit de weg te helpen. Dit zou dus nog beter kunnen.
- Anouk Esman gaf in haar peerfeedback aan dat ik in de eindtoets meer gericht ben op de deelonderwerpen, dan de daadwerkelijke eindtoets. Dit klopt ook, want de hoofdvaardigheid is vrij algemeen: 'Je kan op een bewuste manier je eigen woordenschat uitbreiden'. De deelvaardigheden zijn manieren waarop de woordenschat uitgebreid kan worden door het toedoen van de student zelf. Door dus deze manieren van uitbreiding van de woordenschat te toetsen, weet ik of de studenten de hoofdvaardigheid beheersen.
Ik zou wel nog een realistische opdracht in de toets kunnen doen waarin de studenten zelf mogen bepalen op welke manier zij de betekenis van een woord achterhalen. Dit zou dan een opdracht zijn waarin de studenten een tekst krijgen waar moeilijke woorden (onderstreept) in staan en de definitie mogen achterhalen middels één (of meer) van de geleerde deelvaardigheden. Vervolgens noteren zij de betekenis van het woord en de manier waarop zij deze betekenis hebben gevonden. Zo toets ik of de studenten zelf de meest gepaste deelvaardigheid kunnen kiezen om de betekenis van een onbekend woord in een tekst te achterhalen.