Deze eindopdracht is gebaseerd op de volgende doelgroep:
Een eerstejaars mbo niveau 3 klas Travel op het ROC Mondriaan school voor Toerisme en Recreatie. De klas werkt voor Nederlands naar niveau 2F van het Referentiekader taal en rekenen (SLO, 2009).
Ik heb voor deze doelgroep gekozen, omdat deze studenten bewust moeten leren hoe zij de betekenis van een woord kunnen achterhalen. Vaak gokken de studenten wat de betekenis van een woord is. Zodoende definiëren zij een onbekend woord regelmatig onjuist.
Door de studenten middels verschillende strategieën aan te leren hoe zij de betekenis van woorden kunnen achterhalen, kan dit probleem opgelost worden.
De meest voor de hand liggende manier om een betekenis op te zoeken is middels internet of een woordenboek. De manier waarop je een woordenboek of internet gebruikt om een woord op te zoeken moet echter ook aangeleerd worden. Want in een woordenboek moet je leren zoeken en op internet staan er veel foute definities, dus je moet weten hoe je betrouwbare informatie vindt.
De studenten zullen echter ook in situaties terecht komen waarin zij geen woordenboek of internet kunnen gebruiken om een woord op te zoeken. In zo'n situatie moet je dus gebruikmaken van woordraadstrategieën. Zeker deze aanpak is bij velen onbekend, dus dat moet volledig aangeleerd worden.
Drie van deze deelvaardigheden staan hieronder uitgewerkt. Wanneer de studenten deze vaardigheden beheersen, kunnen zij bewust hun woordenschat vergroten.