Al de neerslag die op de bodem valt zakt voor een groot gedeelte de grond in. In de bodem zitten lagen en wanneer dit water op een ondoordringbare laag stuit ontstaat een grondwaterlaag. Hoe diep deze laag zit wisselt per regio en is ook afhankelijk van de hoeveelheid neerslag.
De waterhuishouding van de bodem hangt dan ook voor een groot gedeelte af van de stand van dit grondwater. Te diep en het terrein is droogtegevoelig, te ondiep en je hebt wateroverlast.
Presentatie - Water in de bodem
Grondwaterprofiel of hangwaterprofiel?
Voor het opstellen van een beplantingsplan is het belangrijk te weten met welk profiel je te maken hebt. Als je het heel precies wilt vaststellen moet je een uitgebreid onderzoek doen maar er is ook een eenvoudige manier om een redelijk goede indicatie te krijgen.
Stap 1. Bepaal de GVG en de GLG. Dit kan je op een bodemkaart opzoeken maar moet je ook altijd middels een veldonderzoek staven.
Stap 2. Bepaal de grondsoort. Ook hier geld weer, dit kan je op een bodemkaart opzoeken maar moet je ook altijd middels een veldonderzoek staven.
Stap 3. Bepaal de capillaire opstijging welke bij deze grondsoort past. Gebruik hierbij onderstaande tabel:
Stap 4. Tel de capillaire opstijging bij de GVG op en bepaal de diepte vanaf waar het grondwater bereikbaar is.
Stap 5. Tel de capillaire opstijging bij de GLG op en bepaal de diepte vanaf waar het grondwater bereikbaar is.
Als het profiel geen belemmeringen heeft, reiken de wortels van kruidachtige planten tot ongeveer 90 cm diepte en van houtige planten tot ongeveer 130 cm diepte.
Wanneer je beplanting in de zomer het grondwater kan bereiken heb je te maken met een grondwaterprofiel. Wanneer je beplanting alleen in het voorjaar het grondwater kan bereiken is het een contactprofiel. Wanneer je beplanting zowel in het voorjaar als in de zomer niet bij het grondwater kan, heb je te maken met een hangwaterprofiel.