1848: Nederland werd een democratie
In 1848 waren er overal in Europa rellen. De mensen wilden democratie. Ze waren het zat door koningen en keizers te worden geregeerd. In Nederland schrok koning Willem II hiervan. Hij wilde geen opstand. Daarom gaf hij opdracht tot het schrijven van een nieuwe grondwet.
In deze grondwet staan twee dingen:
De mensen kregen veel meer grondrechten dan vroeger.
De macht ligt niet meer bij de koning maar bij het volk.
Nederland werd op dat moment een democratie. Het volk had het voor het zeggen. Tenminste dat deel van het volk dat genoeg belasting betaalde en man was. Dat was ongeveer tien procent van de bevolking. Deze mannen mochten zich verkiesbaar stellen (passief kiesrecht) en mochten ook kiezen (actief kiesrecht).
In de nieuwe grondwet is o.a. geregeld dat:
in een democratie mensen actief en passief kiesrecht hebben en dus inspraak hebben.
in de Eerste en Tweede kamer de meerderheid besluit.
de macht niet bij 1 persoon of een kleine groep, maar bij het volk en Eerste en Tweede Kamer ligt.
er een scheiding is tussen kerk en staat.
iedereen grondrechten heeft. Denk daarbij aan vrijheid van meningsuiting, recht op privacy en het recht om je eigen geloof uit te oefenen.