Om dit pre-concept weg te werken hebben wij een opdracht samengesteld. Deze opdracht is in de bijlage bijgevoegd. De opdracht bestaat uit een kruiswoordpuzzel met vragen over bacteriën en virussen. Aan het einde van de kruiswoordpuzzel staat er een zin waarmee er nogmaals benadrukt wordt dat een virus levenloos is. “Vmbo-leerlingen leren vaak op een oppervlakkige manier. Ze herhalen leerstof en werken in voorgestructureerde stapjes. Maar onderzoek wijst uit dat leren effectiever is als leerlingen zelf op zoek moeten naar relaties tussen onderwerpen en begrippen”(Koopman, 2011). Met behulp van deze vragen worden de mis gevatte onderdelen behandeld en herhaald. Hiermee leren zij om relaties tussen het onderwerp en de begrippen te verbinden.
Voordat deze kruiswoordpuzzel gemaakt wordt, dient de docent eerst een klassikale uitleg te geven over het betreffende onderwerp: bacteriën en virussen. De docent dient een duidelijke scheiding te maken tussen een levende bacterie en een levenloze virus.
In het navolgende deel zal het lesontwerp uitgebreid weergegeven worden in het Format Didactisch Analyse model (DA-model).
Docent(en): Aleyna Aydemir, Samet Eryigit Datum: 25-10-2022 Duur van de les: 60 minuten |
Groep: 4 havo Cursus: Biologie (thema ordening) Groepsgrootte: 25 leerlingen |
|||||
INTRODUCTIE Deze les gaat over bacteriën en virussen. Er zal aandacht besteedt worden op het pre-concept: “De leerlingen denken dat een virus een zelfstandig levend organisme is, ze delen virussen vaak in bij bacteriën”. Het doel van deze les is om dit pre-concept weg te werken, waarbij leerlingen uitgebreide uitleg en een bijbehorende opdracht krijgen. |
||||||
BEGINSITUATIE Voorkennis: De leerlingen zitten in 4 havo en beschikken voldoende kennis over thema ordening. De leerlingen krijgen met behulp van deze les een verdieping over bacteriën en virussen. Abstractievermogen: De leerlingen hebben hier geen moeite mee. Plaatjes en afbeeldingen zullen een ondersteuning zijn voor het visualiseren van de afmeting en de bouw van bacteriën en virussen. Ervaring met onderwijsconcept: De leerlingen van 4 havo hebben thema ordening eerder behandeld. Tevens hebben de leerlingen ook ervaring met de manier van lesgeven en het onderwijsconcept. Leesvaardigheid: Gevorderd. Zelfstandigheid: De leerlingen zijn erg zelfstandig en kunnen deze opdracht na de klassikale uitleg individueel uitvoeren zonder begeleiding. Groepsgerichtheid: De leerlingen kunnen de instructies duidelijk opvolgen en uitvoeren. Motivatie: Pre-concept wegnemen zodat er geen fouten ontstaan in de toetsen en examens. |
||||||
LESDOEL Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:
|
||||||
Tijd Geef hier per fase aan hoe lang het duurt. |
Fasen Directe instructie Geef hier per fase aan wat er concreet tijdens de les gaat gebeuren |
Lesstof Geef hier in steekwoorden weer wat de lesstof/ inhoud per fase is. |
Leermiddelen en leeractiviteiten Geef hier per fase aan welke leermiddelen en welke leeractiviteiten worden toegepast |
Taakverdeling en gedrag docent Geef hier per fase aan - wat de taakverdeling is, - wat de docent concreet zegt en doet. Geef verbanden aan met de vijf rollen van de leraar. |
Gedrag leerling (of medestudent) Geef hier per fase concreet aan wat het gedrag van de leerlingen is (o.a. houding, reacties, activiteiten) |
|
5± min. |
1.Aandacht richten op de doelen van de les, aansluiten bij voorkennis: van thema ordening. Met een verdieping op het onderwerp: bacteriën en virussen. |
Inleiden van de les en lesdoelen bespreken. |
De les wordt opgestart. De Lesson-Up presentatie is opgestart. Uitleggen wat de lesplanning is van vandaag. Hierna worden de lesdoelen besproken. |
De docent als gastheer en pedagoog verwelkomt de leerlingen. Hierna start de docent als een presentator zijn les op en begint de les in te leiden. Vervolgens worden de lesdoelen besproken en toegelicht. |
De leerlingen luisteren naar de klassikale uitleg. Verder geven de leerlingen antwoord op de vragen die er gesteld. |
|
15 min. |
2.Leerlingen voorzien van informatie en voordoen van de belangrijkste elementen van het leren van de bouw en verschil tussen bacteriën en virussen. |
Aandacht richter: een cartoonplaatje* over virus en bacteriën. Klassikale uitleg geven over paragraaf 3: bacteriën van thema 4: Ordening |
Aandacht richter: Op het bord staat een afbeelding van een cartoon over een virus en een bacterie. Klassikale uitleg: De klas krijgt een uitgebreide uitleg over bacteriën met een stukje verdieping over virussen. Er wordt tijdens de uitleg het verschil uitgelegd. |
De docent heeft de rol als een presentator en start met het uitleggen van de inhoud van de les. Verder gebruikt de docent zijn rol als didacticus om een aandacht richter te gebruiken om de aandacht van de leerlingen te trekken. |
Steken hun vingers op en geven antwoord als de docent hun de beurt geeft. Luisteren naar de (klassikale) uitleg. Stellen evt. vragen of geven antwoord gestelde vragen. |
|
5 min. |
3. Nagaan of de belangrijkste begrippen en terugkoppeling/feedback vaardigheden zijn overgekomen. |
Controlevragen stellen met behulp van Lesson-Up. |
Met behulp van Lesson-Up stelt de docent controlevragen om de begrippen te herhalen. Hiermee controleert de docent of de inhoud van de les goed is overgekomen. |
De docent als didacticus heeft controlevragen in de vorm van quizvragen samengesteld en stelt deze middels een Lesson-Up. De leerlingen krijgen controlevragen om na te gaan of alle begrippen goed zijn begrepen. |
De leerlingen krijgen op het bord quiz vragen en beantwoorden deze met hun laptop of hun telefoon. Tevens geven de leerlingen antwoord op de gestelde vragen van de docent. |
|
3 ± min. |
4. Instructie geven op zelfwerkzaamheid van leerlingen voor het uitvoeren van de kruiswoordpuzzel. |
Directe instructie op het uitvoeren van de actieve werkvorm: kruiswoordpuzzel. |
De leerlingen krijgen een kruiswoordpuzzel en proberen deze puzzel zelfstandig in te vullen met behulp van de kennis die zij hebben verkregen tijdens de les. |
De docent als presentator geeft directe instructie op het uitvoeren van een kruiswoordpuzzel. De instructie die hierbij hoort is dat de leerlingen deze puzzel zelfstandig moeten uitvoeren binnen de gegeven tijd. |
De leerlingen luisteren naar de docent en volgen zijn/haar instructie op. |
|
20 min. |
5. Leerlingen voorzien van geleide of zelfstandige oefening en het begeleiden van de leerlingen daarbij |
Zelfstandig werken aan het kruiswoordpuzzel. |
De leerlingen hebben hun instructie gekregen voor het uitvoeren van de puzzel. |
De docent als didacticus heeft een kruiswoordpuzzel klaargezet en laat de leerlingen deze puzzel zelfstandig uitvoeren. Verder loopt de docent als pedagoog rond en biedt hulp aan. |
De leerlingen hebben van de docent hun kruiswoordpuzzel gekregen. De leerlingen werken zelfstandig aan hun puzzel en proberen deze af te ronden binnen de gegeven tijd. |
|
10 min. |
6. Afsluiten/ evalueren van de les op kernbegrippen: virus, bacteriën, levenloos en levend. |
De vragen bespreken en de les evalueren en afsluiten |
De vragen worden klassikaal besproken en de antwoorden worden nagekeken. Hierna worden de lesdoelen herhaald en de les wordt geëvalueerd. |
De docent als presentator en pedagoog bespreekt de antwoorden van de vragen. Hierna worden de lesdoelen besproken. Vervolgens gaat de docent als pedagoog de les evalueren middels een exit-ticket op dezelfde Lesson-Up. Hierbij luistert de docent naar de gegeven feedback van de leerlingen. Tot slot rond de docent als afsluiter de les af en geeft het huiswerk op voor de volgende les. |
De leerlingen doen mee bij het nakijken van de kruiswoordpuzzel. Vervolgens luisteren de leerlingen naar de docent en doen mee met de evaluatie via Lesson-Up. Hierbij geven de leerlingen feedback aan de docent. Tot slot schrijven de leerlingen hun huiswerk op. |
*Deze afbeelding is gebruikt als een aandacht richter:
Figuur 1: geraadpleegd van: https://www.lokocartoons.nl/een-virus-is-echt-iets-anders-dan-een-bacterie/