les 20: project kleinschalig wonen

Wat is de bedoeling:

1. Aan het begin van het project vul je het rubric in, waar jij vindt dat jij staat, per vaardigheid.

2. Je maakt in ieder geval bij één onderdeel/vaardigheid een leerdoel. Het handigste is om een leerdoel te maken bij het onderdeel/ de vaardigheid waarbij je nog de meeste ontwikkeling kan behalen.

3. Aan het einde van het project vul je het rubric weer in en vergelijk je deze met toen je hem in het begin invulde. Nu heb je mooie informatie om te gebruiken voor jouw eindreflectie van dit project. En weet je ook wat je geleerd hebt, waar je je in ontwikkeld hebt maar ook wat je nog mee kunt nemen om je verder in te ontwikkelen tijdens het volgende project. De docent die jullie begeleidt bij dit project zal uitleg geven. Elke les zal de docent een onderdeel van de vaardigheden erbij pakken en een opdracht met jullie uitvoeren die erbij hoort. Tevens sta je elke les stil bij één onderdeel en bedenk je samen met elkaar wat de succes criteria zijn om deze vaardigheid te behalen. Deze succes criteria kan je dan ook gebruiken als doel om naar toe te werken. Letterlijk formuleer je minimaal twee persoonlijke leerdoelen:

 1. Leerdoel vakinhoudelijk

 2. Leerdoel op basis van wat uit de rubric komt.

Eindreflectie :Aan het eind van het project schrijf je je reflectieverslag. Daarbij maak je gebruik van de STARR methodiek of de duimmethodiek, welke we geoefend hebben tijdens de lessen projectvaardigheden. Voordat je begint aan jouw eindreflectie is het van belang dat je de rubric opnieuw invult net zoals je aan het begin van het project hebt gedaan. Zo kun je duidelijk en overzichtelijk zien waarin je gegroeid bent, en waar je nog een leerdoel van mee moet nemen naar project 3.

Groepsverslag:

Dit is een verslag waar jullie laten zien hóé het proces verliep tijdens dit project; hoe de samenwerking ging; wat ging goed en wat niet en vooral; waar lag dit aan? Hebben jullie van elkaar geleerd? Zo ja; wat. Zo nee; hoe kan dit? En ook; hoe ging de voorbereiding op de presentatie? En als laatste hoe ging het met het feedback geven aan elkaar? Herkenden jullie de feedback die jullie gegeven hebben én hebben jullie wat met elkaars feedback gedaan? Dit groepsverslag mag je toevoegen als een uitgeschreven bestand. Maar jullie mogen ook op een andere manier de groepsreflectie doen; misschien met film? Tekenen? Verven? Een mooie poster of een ander creatieve manier kan misschien voor jullie veel beter werken! ➔ Alles mag; als er maar te zien is hoe het proces is verlopen.

Het project:

De deelvragen :Met je projectgroep ga je aan de slag met het bedenken en ontwerpen van een kleinschalige woonomgeving. Jullie idee, dus wees creatief en denk kritisch na!

1. Wat verstaan jullie onder kleinschalig wonen? Kom met je projectleden tot een gezamelijke omschrijving.

2. Waarom zou kleinschalig wonen juist voor dementerenden heel goed zijn? Wat hebben dementerenden nodig? Denk aan de lessenserie over zorgvragers met Dementie. Zoek ook informatie op internet, denk daarbij wel om de bronvermelding.

3. Welke medewerkers zijn er nodig binnen jullie kleinschalige woonvorm en wat zijn de taken die ze hebben? Denk ook aan de verschillende niveaus in de zorg. Maar ook aan de leiding en andere disciplines.

4. Welke competenties moet een medewerker in de zorg hebben om in jullie ontworpen woonvorm te mogen werken? Er is binnen de zorg een omslag van zorg naar welzijn en een medewerker in de zorg zal ook een “huishouden” moeten draaien.

5. Hoeveel zorgvragers gaan er per woongroep wonen in jullie ontworpen woonvorm? En waarom dit aantal?

6. Wat is jullie type locatie? Is dit een rustige wijk, platteland, midden in het centrum, binnen een bestaande zorginstelling of anders?

7. Wat is jullie naam voor jullie ontworpen woonvorm?

8. Hoe zou volgens jullie de inrichting van het huis eruit moeten zien? Denk hierbij ook aan wooncomfort:

- Buitenruimte; denk na over veiligheid en toegankelijkheid tuin

- De woning als geheel: schaalgrootte, kleur, materiaal, sfeer en indeling van het huis. Maak bv een moodboard.

- Woonkamer; afmeting, licht, zit- en eetplekken, herkenbare voorwerpen en meubels - (zit) slaapkamer; afmeting en inrichting.

- Sanitair; functioneel, herkenbaar, huiselijk. Hoe zou dit er volgens jullie uit komen te zien?

- Keuken; inrichting van keukenblok, veiligheid en zicht op de keuken, verhouding met de woonkamer.

- Krijgt domotica een rol in jullie woning? Beschrijf waarom wel of niet. Zo ja, waar gaan jullie gebruik van maken?

- Geef bij elk onderdeel aan waarom je tot deze keuze bent gekomen?

9. Maak een plattegrond met daarbij de afmetingen, indeling woning etc. Een site die je hiervoor kunt gebruiken is bijvoorbeeld: www.floorplanner.com.

10. Hoe gaan jullie familieleden en naasten betrekken bij de zorg? Wat vinden zij belangrijk? Wat zegt het expertisecentrum mantelzorg over mantelzorg binnen kleinschalig wonen? Zie hieronder de link naar deze site. expertisecentrum mantelzorg

11. Beschrijf het dagelijkse leven in de woning. Wat is er allemaal mogelijk in het belang van het welzijn van de bewoner? Welke activiteiten worden er georganiseerd? Wordt er gebruik gemaakt van vrijwilligers en hoe pakken jullie dit aan?

12. Alle bovenstaande punten verwerken jullie in een mooie nieuwsbrief/folder/presentatie om jullie project aan de man te brengen. Deze folder wordt gebruikt om potentiële toekomstige bewoners, familieleden en werknemers te informeren over jullie project. ➔ Tijdens de laatste les presenteren jullie allemaal je eigen project aan je klasgenoten en docent en vragen hierbij je klasgenoten om feedback. Gebruik bij elk van de uitgewerkte vragen ook de bronnen. Geef altijd argumenten waarom je ergens voor kiest.

 

Te verwachten leerresultaat van deze eerste bijeenkomst:

• Je hebt deze projectopdracht gelezen en je bent op de hoogte van de bedoeling, de inhoud, de vormgeving en het beoogde eindresultaat van het project.

• De groepen zijn samengesteld door de docent en bestaan uit 4 studenten per groep.

• Jullie hebben allen individueel jullie rubrics ingevuld.

• Een persoonlijk leerdoel én een vakinhoudelijk leerdoel zijn geformuleerd.

• Jullie zijn gezamenlijk gestart met het plan van aanpak . Studieactiviteiten ter voorbereiding op deze bijeenkomst:

Lees deze projectopdracht goed door en schrijf je vragen op.

21 -eeuwse vaardigheid: Informatie vaardigheden (gericht zoeken) & Basisvaardigheden (veiligheid)

Programma van de les:

1. Verdeling groepjes

2. Doorlezen projectboek (dit document)

3. Oriënteren onderwerp (zie filmpjes)

4. Rubrics invullen

5. Leerdoelen formuleren

6. Plan van aanpak maken

7. Notuleer wat jullie gedaan hebben.

8. Maak een planning wat jullie komende week in de zelfstandige werkuren gaan doen én wat af moet zijn voor de volgende bijeenkomst. Onderstaande filmpjes kunnen jullie bekijken om een beeld en idee te krijgen van hoe kleinschalig wonen er precies uitziet, over de mantelzorgers en vrijwilligers:

http://www.youtube.com/watch?v=mCfUO5_k5ml = over kleinschalig wonen http://vimeo.com/66644258 = over mantelzorg betrekken http://vimeo.com/79868061 = over vrijwilligers bij kleinschalig wonen http://vimeo.com/70483254 = over werkende mantelzorger Wendy, een goed voorbeeld.

➢ Probeer elkaar erbij te houden, stuur elkaar aan op de planning, help elkaar bij én met de leerdoelen en maak notulen.