Erfelijke eigenschappen

Lees voor:

De informatie die op het DNA staat krijg je van je ouders. De ene helft krijg je van je moeder, de ander helft krijg je van je vader. Je ouders geven nog voor jouw geboorte een deel van hun eigenschappen (kenmerken) aan jouw door. Misschien heb jij wel de zelfde neus als je moeder, of wordt je straks net zo lang als je vader, of heb je de zelfde kleur ogen als je moeder. Je zou kunnen zeggen dat je deze eigenschappen van je ouders erft. Daarom noem je ze ook wel Erfelijke eigenschappen.

Elke cel in jouw lichaam bevat de zelfde erfelijke informatie. Dus de erfelijke informatie in een cel van jouw lever is het zelfde als die in de cel je huid. Toch gebruikt elke cel alléén de informatie die hij nodig heeft. een levercel gebruikt dus ander erfelijke informatie dan een huidcel.

Het DNA bepaald niet in zijn eentje hoe je je gedraagd of hoe je eruit ziet. Jouw omgeving is ook heel bepalend. Hoelang je wordt heeft namelijk ook te maken met wat je eet en hoe je je gedraagd wordt mede bepaald door met wie je omgaat en hoe je ouders je opvoeden.