Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord?
De regel: Je schrijft het zoals het klinkt.
Voorbeelden:
Hele ww.: Ik-vorm: Volt. dw:
Brengen bracht gebracht
Stelen stal gestolen
Rijden reed gereden.
Een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?
Twijfel je of je het schrijft met een d of met een t? Dan geldt hierbij:
De regel (1): Maak het werkwoord langer, hoor je een d? Dan schrijf je die ook. Hoor je een t? Dan schrijf je die ook.
Volt.dw. Hele ww. stam ik-vorm langer maken: volt.dw.:
Gerend/t? rennen renn ik ren ik rende gerend
Gekeurd/t? keuren keur ik keur ik keurde gekeurd
De regel (2): gebruik de stam en de regel van ’t ex-kofschip: