Nederland
In Nederland kennen we verschillende onderwijsconcepten. Zo kan elke docent zijn eigen manier van les geven kiezen. Voor het vak biologie geldt dat het niet alleen theorie is, maar ook praktijk, waardoor er vele verschillende manieren zijn van lesgeven. Zo heb je bijvoorbeeld Natuurlijk leerscholen, waarbij de leerstof wordt overgebracht naar realistische praktijksituaties (Geerts & Van Kralingen, 2017).
Een andere vorm van onderwijs is het montessorionderwijs. Hierbij staat zelfstandigheid en zelfontplooiing centraal. De leerlingen kiezen zelf hoe ze leren op hun eigen tempo (Geerts & Van Kralingen, 2017). Ook hier kan er dan een mix van theorie en praktijk worden toegepast.
Het is heel mooi dat er in Nederland verschillende manieren zijn om te leren, maar er geldt wel dat uiteindelijk alle leerlingen moeten voldoen aan de kerndoelen, die vanuit de overheid zijn vast gelegd. Je hebt als docent wel de ruimte om zelf te bepalen hoe je de leerlingen naar de doelen leid (SLO, 2022), dus daar zit wel een stuk vrije keuze in.
In een onderzoek van Thieme Meulenhoff (z.d.), naar de tevredenheid van biologie docenten over het biologieonderwijs, kwam het volgende naar voren: Veel docenten vinden dat er te weinig actieve werkvormen zijn, die de kinderen stimuleren tot actief denken. Er zijn te weinig of zelfs geen buitenopdrachten in de lesmethodes terug te vinden. De les methodes zijn voornamelijk gericht op het reproduceren van kennis. Leerlingen worden niet uitgedaagd zich in de stof te verdiepen.
Mijn eigen ervaring
Mijn eerste ervaring die ik kreeg was op de lagere school, ik bleek namelijk Dyslexie te hebben in een ernstige vorm. Al snel werd ik als probleemgeval weggezet en eigenlijk was er geen tijd meer voor mij. De schoolleiding deed niets want hulp moest via de verzekering geregeld worden, maar ik was voor 2000 geboren, dus was er geen hulp beschikbaar. Gelukkig konden mijn ouders hulp inhuren die op school mij ging ondersteunen. Hierdoor lukte het mij om op “niveau” te komen. Toen ik op de middelbare school zat, was het al niet veel beter gesteld met begeleiding of hulp vanuit de school. Ik was bijna van de havo naar de mavo gestuurd, omdat ik onder het niveau presteerde. Docenten gaven mij na de eerste periode al op en lieten mij aan mijn lot over, ondanks mijn Dyslexie verklaring en gesprekken met mijn ouders op school. Bovendien adverteerde de school dat zij alle leerlingen konden ondersteunen.
Omdat ik zeer gemotiveerd was en doordat mijn ouders dit ook weer konden regelen, kon ik terecht bij een buitenschoolse studie club. Zo kon ik laten zien, dat ik de havo prima aan kon. Uit eigen ervaring en gesprekken met lotgenoten, weet ik dat veel scholen eerder naar hun resultaten kijken, dan naar de individuele leerling. Ook zijn niet alle docenten even betrokken bij hun leerlingen, misschien door onwetendheid of doordat het niet in de visie van de school past.
Verder merk ik dat veel biologie docenten, vaak vasthouden aan één methode, die zij dan goed beheersen. Er is te weinig tijd/geld om uitdagende lessen te maken, bijvoorbeeld met leuke practicums en demo’s, films of studie uitjes. Vaak is inspiratie ook een probleem, ze zijn in een lesritme terechtgekomen, zodat het bedenken van iets nieuws er gewoon niet in zit. Of zou het een vorm van gemakzucht zijn, het kost niets tot weinig moeite, om oude lessen te draaien voor een ervaren docent, lesvoorbereidingstijd, wordt dan voor heel andere dingen benut.