Chloroplasten

Chloroplasten

Het leven op aarde krijgt energie van de zon in de vorm van licht. Planten en andere fotosynthetisch organismen bevatten organellen genaamd chlorofyl of plastiden. Chloroplasten leggen licht vast en transformeren het naar chemische energie van ATP en NADPH, dat wordt gebruikt om suikers en andere organische moleculen op te slaan. Dit proces heet fotosynthese. Om beter het transformeren van licht naar chemische energie te begrijpen, moeten we wat meer weten over het belang van eigenschappen van licht (Urry et al., 2017).

 

Lichtgolven

Licht is een vorm van energie bekend als elektromagnetische energie, oftewel elektromagnetische radiatie. Elektromagnetische energie beweegt via ritmische golven. De afstand tussen de toppen van de elektromagnetische golven wordt de wavelengte of golflengte genoemd. Golflengten variëren tussen de nanometer tot meer dan een kilometer (Urry et al., 2017). Dit bereik staat beter bekend als het elektromagnetisch spectrum dat te zien is in afbeelding 1

Afbeelding 1. Elektromagnetisch spectrum (Van Beveren, 2012)

Reflectie en absorptie

Wanneer licht een oppervlakte raakt, kan het gereflecteerd, verzonden of geabsorbeerd worden. Een oppervlakte dat zichtbaar licht absorbeert, staat bekend als pigmenten. Verschillende pigmenten absorberen licht op verschillende golflengtes en de golflengtes dat wordt geabsorbeerd verdwijnt. Als een pigment verlicht is met wit licht dan zijn de kleuren die wij zijn de kleur die het meest reflecteert of verzonden wordt bij een pigment. Als alle golflengtes worden geabsorbeerd zien wij zwart. We zien de kleur groen wanneer we kijken naar de chloroplasten op een plant, omdat de chloroplasten violetblauw en rood licht absorberen. Er zijn 3 type pigmenten in chloroplasten, namelijk chloroplast a, chloroplast b en carotenoïden (Urry et al., 2017). Deze verschillende type pigmenten werken het beste voor fotosynthese onder verschillende golflengtes, dat te zien is in afbeelding 2.

Afbeelding 2. Absorptiespectrum (Börger & Broekhuizen, z.d.)

Drie soorten

Er zijn drie type chlorofyl, namelijk chloroplasten, chromo plasten en amyloplasten. Deze plastiden zijn celorganellen die voorkomen in plantencellen. In chloroplasten vindt fotosynthese plaats en hebben een groene kleur. Chromo plasten bevatten een pigment en geven een kleur af aan een vrucht of bloem. Amyoplasten bevatten zetmeel en reservestof,
zoals in een aardappelcel (Urry et al., 2017).