Je nieren hebben verschillende functies. Hieronder worden kort de belangrijkste functies besproken:
De nieren filteren afvalstoffen uit het bloed die samen met water de urine vormen. Via de urineleider komt de urine in de blaas terecht, waarna je het uit kunt plassen. Stoffen die nuttig zijn voor het lichaam worden via de nierader terug in het bloed gebracht. Op deze manier helpen de nieren de samenstelling van het bloed constant te houden.
De afvalstoffen die door de nieren uit het bloed worden verwijderd, bestaan uit:
Afbraakproducten uit de lever zijn bv. ureum (een afvalproduct bij de eiwitstofwisseling in de lever) of afbraakproducten van alcohol en medicijnen. Overbodige stoffen zijn bijvoorbeeld kleurstoffen uit voedingsmiddelen. Wanneer er te veel vitaminen of zouten in het lichaam komen, filteren de nieren deze overtollige stoffen uit het bloed.
De nieren berekenen hoeveel vocht het lichaam nodig heeft. Ze produceren bv. te veel urine als je veel drinkt, en minder als je veel zweet. Ernstige nierproblemen (en dus de vocht- en zoutbalans) zorgen voor problemen als vocht vasthouden en krampen.
De nieren spelen een rol bij het reguleren van de bloeddruk. De nieren reguleren de bloeddruk door meer of minder water en zout vast te houden. Dit doen ze door de hoeveelheid urine en de hoeveelheid zout in de urine te reguleren. De nieren produceren ook het hormoon renine. Dit hormoon verhoogt de bloeddruk.
Ook spelen de nieren een belangrijke rol bij de verkalking van de botten.
De nieren zorgen samen met het beenmerg voor de aanmaak van rode bloedcellen.
Bron: Baar & Bastiaanssen (2013).
Video 2: Hoe werken de nieren? https://youtu.be/5--dnKMKMHQ