Inademen (inspiratie) gebeurt wanneer er delen van de borstwand actief samenwerken en het kost energie in de vorm van spierarbeid.
Deze spierarbeid heeft als doel het volume van de thorax te vergroten.
Normale inspiratie kan op twee manieren:
Afplatten van diafragma
De diafragmakoepel wordt platter wanneer de spieren van het diafragma samentrekken en leidt ertoe dat de pleurasinus wijder wordt, waardoor het longweefsel zich erin kan ontplooien -> de long schuift dus in de vrijkomende ruimte tussen borstwand en diafragma en de lever wordt iets naar beneden geduwd.
De volumevergroting van de borstholte door de diafragma-afplatting gaat vaak gepaard met het verslappen van de buikwandspieren - waardoor de buikwand verder naar voren uitzet.
Deze manier van inademen heet ook wel de buikademhaling.
Optillen van de ribben
Van nature zijn de ribben schuin naar beneden gericht.
Wanneer buitenste tussenribspieren aangespannen worden, worden de ribben opgetilt.
Gevolg is dat er volumevergroting ontstaat in de borstkas en de thoraxwand beweegt zich duidelijk mee naar voren.
Deze manier van inademen heet ook wel de borstademhaling.
Bij een rustige ademhaling is er vrijwel alleen sprake van een buikademhaling. Bij toenemende inspanning wordt deze steeds meer gecombineerd met de borstademhaling. De spieren die bij inspiratie worden aangespannen worden ademhalingsspieren genoemd. Wanneer je extra diep moet inademen, kan het optillen van de ribben versterkt worden door het aanspannen van hulpademhalingsspieren in de hals en de schoudergordel. Deze spieren trekken de ribben verder omhoog, zodat de longen nog verder uitgerekt worden.
Bron afbeeldingen: Gregoire, L., Van Straaten-Huygen, A., & Trompert, R. (2022) Anatomie en Fysiologie. Studieboek en naslagwerk voor Gezondheidszorg en Sport (5e druk, 3e oplage). ThiemeMeulenhoff