|
Ademhalingsfrequentie |
Het aantal ademhalingen per minuut |
|
Ademvolume |
Hoeveelheid lucht die in rust in een ademteug wordt ingeademend |
|
Apneu |
Ademstilstand |
|
Bronchiolen |
De allerfijnste vertakkingen |
|
COPD |
Verzamelnaam voor longaandoeningen |
|
Diffusie |
Een beweging van deeltjes van een plaats waar ze in een hoge concentratie voorkomen naar een plaats waar de concentratie kleiner is |
|
Dode ruimte |
Ruimte in de luchtwegen waar geen gaswisseling plaatsvindt |
|
Dorsaal |
Achterzijde |
|
Expiratie |
Uitademing |
|
Inspiratie |
Inademing |
|
Gaswisseling |
Uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide |
|
Keelholte |
De holte dat achter de neus- en mondholte ligt |
|
Longblaasjes |
Zorgen voor uitwisseling van afvalstoffen en zuurstof |
|
Longfunctie |
Werking van de luchtwegen |
|
Longkwabben |
Rechterlong bestaat uit 3 kwabben, linkerlong bestaat uit 2 kwabben |
|
Longvlies |
Weivlies dat om je longen zit |
|
Luchtpijp |
Holle pijp dat zorgt voor verbinding tussen strottenhoofd en de longen |
|
Luchtwegen |
Verbindingsweg tussen de buitenwereld en het longweefsel |
|
Neusholte |
Eerste deel van de luchtwegen |
|
Neusschelpen |
Conchae nasalis |
|
Neustussenschot |
Septum nasi |
|
Partiƫle druk |
Druk die gas veroorzaakt |
|
Perfusie |
Bloeddoorstroming van de longen |
|
Pheumothorax |
Klaplong |
|
Pleuraholte |
Ruimte tussen de bladen |
|
Pneumonie |
Longontsteking |
|
Reukepitheel |
Geeft informatie over de kwaliteit van de ingeademde lucht |
|
Slijmvlies |
Eenlagig trilhaarepitheel met veel sereuze kliertjes en slijmcellen |
|
Slokdarm |
Oesophagus |
|
Spirometer |
Hulpmiddel om een longfunctieonderzoek te doen |
|
Strottenhoofd |
Verbinding tussen keelholte en luchtpijp |
|
Strottenklepje |
Sluit de luchtpijp af, zodat er geen voedsel in de luchtpijp kan komen |
|
Ventilatie |
Verversen van de lucht in de luchtwegen |
|
Ventraal |
Voorzijde |
|
Verkoudheid |
Een ontsteking van het slijmvlies in de neus, de bijholte en de keel |