Doorlopende leerlijn

het SLO

Het SLO beschrijft de kerndoelen voor onderwerp mensen en natuur, waaronder ook het vak biologie valt, als volgt.

 

Onderdeel D: mens en natuur

De volgende acht kerndoelen bestrijken een groot inhoudelijk terrein, gericht op natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen.
Deze kerndoelen geven in globale termen aan waar het daarbij om gaat: een onderzoekende houding ten opzichte van de natuur, herkennen van samenhangen en wisselwerkingen, verbinden van theorieën en modellen met praktisch werk en waarneming, bevorderen van duurzaamheid. Het begint bij vragen stellen (28, 31) en gaat via de benadering van sleutelbegrippen (29, 30) naar kerndoelen waarin meer specifieke onderwerpen en vaardigheden worden genoemd (32 t/m 35).

28. De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.

29. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.

30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

31. De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu.

32. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie.

33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.

34. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen.

35. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden.

Toepassing bij ons op school

Deze Kerndoelen behandelen wij van zelfspreken ook in de onderbouw. Wij gebruiken hier echter geen Bloom voor zoals in de opdracht wordt vermeld, maar gebruiken wij net als in de bovenbouw RTTI. In de onderbouw ligt de focus meer op de R(reproductie en op de T1(toepassen in een bekende situatie) in plaats van zoals in de bovenbouw op de T2(toepassen in een nieuwe situatie) en op de I(inzicht).

Vooral de kerndoelen 32 t/m 35 toetsen wij bij ons op school vooral op R en T1 niveau. Het leren hoe organen werken, wat cellen precies zijn en waar wij het over hebben als we over voortplanting spreken, zijn hier mooie voorbeelden van.

Bij de domeinen 28 t/m 31 kruipen wij als school wel verder weg van de eerste twee niveaus van RTTI en gaan wij ook al verder kijken naar de T2 en I. Vooral het doen van onderzoek speelt hier bij ons op school in de onderbouw een grote rol. Het ontdekken van de natuur op een manier die eerder voor jou onbekend was. Ook het organiseren van excursies helpt de leerlingen erg om onderwerpen in een nieuwe context te kunnen plaatsen.

Om de leerlingen een doorlopende leerlijn te bieden, beginnen wij in het eerste jaar al met het aanbieden van toetsen met een examen layout. Denk hier bij aan de manier waarop vragen worden weergegeven, maar ook door alle praktische informatie overzichtelijk op de voorkant van de toets te plaatsen (aantal vragen, aantal punten en toegestane benodigdheden bijvoorbeeld).
Verder kijken wij de toetsen ook na op de manier waarop examens worden nagekeken. Hierdoor laten wij de leerlingen inzien dat ze erg duidelijk moeten zijn in wat ze op papier zetten. Elke toets wordt ook klassikaal besproken, met daarin extra aandacht voor het formuleren van goede kloppende antwoorden.

Wij gebruiken biologie voor jouw MAX in zowel de onderbouw als in de bovenbouw. Het mooie aan deze methode is dat deze vrijwel de zelfde structuur aanhoud, zowel in de boven als in de onderbouw. Dit houdt in dat de leerlingen in de bovenbouw vrijwel de lesstof van de onderbouw herhalen, maar hier vervolgens dieper op in gaan. Hierdoor ontstaat er een mooie doorlopende leerlijn. Verder hebben wij er als school ook nog voor gekozen om ook biologie in klas 3 aan te bieden, maar dan pas het 2e deel van het jaar. In klas 3 werken ze verder uit het klas 2 boek zodat zowel de leerlingen als de docenten in de onderbouw genoeg tijd hebben om allen onderwerpen te behandelen die relevant zijn voor een goede doorstroom naar de bovenbouw.

Buiten de biologie om

Natuurlijk stopt de doorlopende leerlijn niet alleen bij het onderdeel biologie. Ook andere vakken spelen een grote rol voor het goed laten aansluiten van het niveau van de onderbouw op het niveau van de bovenbouw. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kerndoel 1 en 5 die onder het onderdeel Nederlands valt.
1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen

Als docenten biologie spelen wij ook bij het behalen van deze kerndoelen een grote rol. Bijvoorbeeld in het doen van wetenschappelijk onderzoek (verslag) en bij het correct antwoord geven op toetsen.

Leerjaar 4

Periode 1

Vanaf leerjaar vier, is het voor de leerlingen nieuw dat ze te maken krijgen met een PTA i.p.v. een PTO. Dit is echter niet het enige verschil dat er is tussen de onder en de bovenbouw. Tijdens de lessen biologie in de bovenbouw is er een veel grotere samenhang binnen de verschillende onderwerpen van de biologie. Er zijn dus bijna geen hoofdstukken te vinden die losstaan van eerder geleerde lesstof. Ook de manier van toetsen leren is in de bovenbouw anders dan in de onderbouw. Waar er in de onderbouw nog best veel tijd wordt besteed aan de R(reproductie) en de T1(toepassen in bekende context) van RTTI, ligt de focus in de bovenbouw al meer op de T2(toepassen in een nieuwe situatie) en op de I(inzicht). De jaren heeft onze school geleerd, dat om deze reden de eerste toets altijd erg slecht wordt gemaakt. Om deze reden beginnen de leerlingen met een toets over H1 inleiding in de biologie (basistof 3 t/m 5). Deze toets is echter niet (losstaand) opgenomen in het PTA. Het cijfer wat de leerlingen namelijk krijgen voor deze toets telt niet mee. Het doel van deze toets is om de leerlingen kennis te laten maken met de manier van toetsen in de bovenbouw.

 

Het hoofdstuk voortplanting is het tweede hoofdstuk van de methode waarmee wij werken. De essentie van dit hoofdstuk is om de leerlingen in te laten zien wat het “doel” van organismen is. Namelijk om zich voort te planten en op deze manier DNA door te geven aan de volgende generatie.

Echter is er in dit hoofdstuk ook ruimte en tijd voor een stuk socialisatie volgens Biesta. Namelijk het onderdeel geaardheid en seksueel misbruik zijn dingen waar de leerlingen dagelijks mee in contact komen via het nieuws en sociale media.

Het hoofdstuk seksualiteit en het hierboven benoemde hoofdstuk (inleiding in de biologie), worden samen getoetst. Er is voor deze combinatie gekozen, omdat de leerlingen al wel hebben kunnen wennen aan het maken van een biologie toets in de bovenbouw, namelijk door het maken van de eerste toets over hoofdstuk 1 (basisstof 3 t/m 5) zonder daar een cijfer voor te krijgen, welke meetelt voor het gemiddelde. De keuze is gemaakt om deze twee paragrafen te combineren heeft er ook mee te maken dat onderwerpen cellen (behandeld in H1 basisstof 1 en 2) goed aan bij het onderwerp celdeling aansluiten welke is behandeld in H2.

Periode 2

Ook combineren wij bij ons op school de hoofdstukken Genetica en Evolutie. Dit zijn namelijk onderwerpen die alles met elkaar te maken hebben. De basis voor genetica (namelijk het doorgeven van erfelijke informatie) is gelegd in het hoofdstuk wat wij hiervoor hebben behandeld, namelijk seksualiteit. Tijdens het hoofdstuk genetica bouwen wij hier op voort. Vervolgens combineren wij de opgedane kennis van het hoofdstuk genetica met het hoofdstuk evolutie. Evolutie heeft vanzelfsprekend alles te maken met het doorgeven van DNA (genetica) en het effect hiervan op de overlevingskans van een organisme/soort.

Periode 3

Na de onderwerpen genetica en evolutie, gaan we door naar de onderwerpen: 'regeling' en het onderwerp 'waarneming en gedrag'. Bij het onderwerp 'regeling' wordt de basis gelegd aan het concept dat alles in je lichaam eigenlijk constant wil blijven. De focus ligt in dit hoofdstuk voornamelijk op de bouw en de functie en natuurlijk op de samenwerking van het; hormoonstelsel, het zenuwstelsel en het spierstelsel. Als wij vervolgens door gaan naar het onderwerp 'waarneming en gedrag' leggen wij hier de koppeling tussen hoe signalen nou eigenlijk binnen komen bij je zenuwstelsel en wat je daar vervolgens mee doet. Ook deze toets wordt gecombineerd en gaat dus over twee hoofdstukken.

 

Periode 4

Als laatste behandelen wij in dit jaar het onderwerp 'ecologie en milieu'. Dit onderwerp is een mooi samen komen van eerder behandelde hoofdstukken. Ook wordt er in dit hoofdstuk vorm gegeven aan alle verschillende niveaus van de biologie. Door met dit onderwerp af te sluiten hebben leerlingen het gevoel dat ze de eerder behandelde onderwerpen voor zichzelf makkelijk onder kunnen verdelen. Van dit hoofdstuk krijgen de leerlingen een toets. Dit is dus het enige hoofdstuk van het jaar wat een losstaande toets heeft.

In de laatste periode maken de leerlingen ook een einde aan het practicum dossier. Door het hele jaar heen zijn er verschillende practica georganiseerd die dienen om de behandelde lesstof kracht bij te zetten.  Al deze practica zijn voor de leerlingen verplicht om af te ronden. Voor elk van deze opdrachten krijgen de leerlingen een cijfer en deze cijfers worden vervolgens gecombineerd, en vormen het eindcijfer voor het practicum dossier.

 

Leerjaar 5

 

Periode 1

In leerjaar vijf aangekomen, gaan we met een vergroot glas kijken naar de al eerder behandelde onderwerpen. Zo beginnen wij dit jaar met het behandelen van hoofdstuk 1: 'stofwisseling in de cel' en hoofdstuk 2: 'DNA'. Waar we in leerjaar 4 zijn begonnen met de inleiding op de biologie (met de nadruk op de cel) en het thema voortplanting, zoomen wij daar nu nog verder op in. Wat gebeurt er nou eigenlijk in een cel en hoe ziet DNA er nou eigenlijk echt uit en wat doet het nou precies. De leerlingen sluiten deze periode af met het toetsen van beide hoofdstukken in 1 toets.

Periode 2

In periode 2 verstuift deze focus naar de onderwerpen vertering en transport. In plaats van dat wij kijken naar de stofwisseling in de cel, gaan wij kijken hoe bepaalde stoffen met de cellen in aanraking komen. Zowel de onderwerpen 'vetering en transport' spelen hierin een grote rol. Bij 'vetering' ligt de focus op hoe bepaalde stoffen ontstaan vanuit het voedsel dat wij eten en bij het volgende hoofdstuk 'transport' gaat het over hoe die stoffen ergens aankomen.

Periode 3

Als laatste dit jaar worden de hoofdstukken 'gaswisseling en uitscheiding' gecombineerd met het hoofdstuk 'afweer'. Het hoofdstuk gaswisseling is vaak bij de leerlingen grotendeels wel blijven hangen vanuit de onderbouw. In leerjaar 2 is dit namelijk één van de lastigere onderwerpen die wordt behandeld. Dit betekent dat er in deze periode meer tijd overblijft om bezig te gaan met het onderwerp 'afweer'. Een onderwerp dat door leerlingen vaak als heel moeilijk wordt ervaren.

Ook is het in deze periode weer de bedoeling dat het practicum dossier wordt afgerond. Dit gebeurt op de zelfde manier als dat dit in jaar 4 wordt gedaan. Door de practica te verspreiden over 2 jaar betekent dit dat aan het einde van de bovenbouw havo aan alle A sub domeinen is voldaan.