Biologie in de toekomst

Ik sluit mij, in mijn visie, graag aan bij de laatste paar zinnen die ook naar voren kwamen bij het door mij afgenomen interview.

Het vak biologie is een groot en uitgebreid vak. Het uit je hoofd leren van alle lesstof is tegenwoordig niet meer te doen. Ik ben daarom van mening dat het aanleren van bepaalde vaardigheden belangrijker is dan het ouderwets rijtjes uit je hoofd leren.

Net zoals dat een dokter niet alle ziektebeelden op aarde uit zijn hoofd weet, beschikt deze wel tot vele vaardigheden waarmee hij dit compenseert.

Een van de meest belangrijke aspecten van ons vakgebied vind ik het kritisch kunnen kijken naar informatie die je ontvangt en het kunnen onderscheiden van goede en slechte bronnen.

Iets wat heel erg zichtbaar is geworden tijdens de coronacrisis is de verspreiding van misinformatie. Het bestaan van misinformatie is nog niet eens het meest verontrustende, dat is de snelheid waarmee het zich verspreid en de hoeveelheid mensen die er in mee gaan.

Mijn functie als docent is niet om te vertellen wat studenten wel of niet moeten geloven, maar wel om de jongeren op te leiden tot kritisch denkende professionals die zelf onderzoek kunnen doen naar een onderwerp waar zij vragen over hebben.

Stel de mythe rondom vaccinaties en dat het zou zorgen voor autisme in baby’s. Ik als docent ben ervan overtuigd dat het meer impact heeft om de studenten zelf onderzoek naar dit verhaal te laten doen, dan dat ik ze alleen maar zou vertellen dat het niet klopt.

Een ding wat essentieel is wanneer je kritisch naar een onderwerp kijkt, is dat je gebruik maakt van betrouwbare bronnen. Deze kennis vind ik zeer belangrijk om mijn leerlingen bij te brengen, omdat er in de tijd waarin wij nu leven veel geld wordt verdiend aan het sensationaliseren van nieuws. Een nieuwsbericht waarin staat: “Je gelooft nooit wat de dodelijke bijwerkingen van dit vaccin zijn” heeft een veel grotere kans om gelezen te worden dan het onderzoek waar dit misschien wel op is gebaseerd, waarbij er bepaalde patronen zijn ontdekt tussen het vaccin en, om een relevant voorbeeld te noemen, het eventueel kunnen vormen van bloedproppen.

In de toekomst verwacht ik dan ook dat deze type vaardigheden een grotere rol gaan spelen binnen ons vakgebied. Wij als docenten moeten de leerlingen het gereedschap geven, om zelfstandig en op een verantwoorde manier op zoek te gaan naar antwoorden, op vragen die zij misschien wel hebben.

Ik denk dat het verder ook van groot belang is dat wij als docenten vakken minder als lostaande blokken gaan zien en meer als één groot samenwerkend geheel. Projecten waarbij bijvoorbeeld vakken zoals nederlands, engels,  biologie, maatschapijleer en aardrijkskunde samen komen zijn wat mij betreft een prachtige manier om niet alleen de leerlingen bewust te laten maken dat vaardigheden geleerd bij het ene vak toepasbaar kunnen zijn bij een ander, maar ook om ze nauw samen te laten werken met leerlingen uit een ander vakpakket. Net zoals je dit tegen zult komen in de praktijk.

Dit gecombineerd met onderzoekend leren/project matisch werken lijkt mij een mooie steunpilaar voor het onderwijs van de toekomst.

Deze trend is ook terug te zien in het buitenland, waaronder Amerika. Uit het interview, dat ik heb afgenomen met een lokale docent biologie, kwam ook daar de drang tot onderzoekend en samenwerkend leren sterk naar boven.
Waar dat bij de desbetreffende docent in het lokaal nog vrij nieuw was, geld dit niet voor Finland.

In finland is het sinds augustus 2016 verplicht dat elke finse school een grote focus legt op het samenwerken tussen de leerlingen en tussen verschillende vakken. Het project matig/ onderzoekend leren is daar dus allerdaagse kost. (Santacana, 2020)

Dit heeft niet enkels geleid tot gelukkigere leerlingen, maar ook tot hogere resultaten.