VWO 4
De leerlingen worden op vier momenten getoetst. Deze voortgangstoetsen (VT) gaan steeds over twee hoofdstukken op chronologische volgorde. Deze toetsen tellen 20% mee voor het cijfer om over te gaan naar vwo 5. Daarnaast zijn er twee praktische opdrachten (PO) die beide voor 10% meetellen.
De toetsen hebben een hogere weging vanwege dat het de basis is van de examenstof in vwo 6. Deze toetsen zijn dus erg belangrijk voor het vervolg van de leerlijn biologie.
VWO 5
Er wordt op vier momenten getoetst. Deze toetsen tellen mee voor 8 % voor het schoolexamen (SE). Bovendien worden er twee praktische opdrachten afgenomen die allebei 4% mee tellen voor het schoolexamen.
De practica zijn belangrijke oefeningen voor het PWS dat zal plaatsvinden in jaar zes. Het Stichting leerplan ontwikkeling (SLO) ziet practica ook als belangrijke toevoeging van het curriculum wanneer er wordt gekeken naar domein A (SLO, 2017). Om deze reden krijgen de practica een gelijkwaardige weging als een tentamen.
VWO 6
In vwo 6 zijn er drie toets momenten waarin alle voorgaande stof plus nieuwe stof wat een verdieping is op de voorgaande. Dit zijn deeltoetsen (DT) die voor 20% meetellen voor het school examen. In vwo 6 wordt dus 60% procent van het SE cijfer bepaald. De andere 40% is al in vwo 5 gehaald.
Het behaalde SE cijfer telt voor 50% mee voor het eind cijfer van het vak. De overige 50% wordt door middel van het eindexamen vastgesteld. Tijdens het eindexamen wordt alle stof nog een keer getoetst zodat het goed blijft hangen bij de leerlingen.