1. a. Decibelmeter
b. decibel (dB)
2. 87 dB, omdat bij elke verdubbeling van geluidsbronnen het aantal decibel met 3 toeneemt. Als het geluid dus 2 keer zo zacht wordt gaat er 3 dB af.
3. 32 leerlingen = 72 dB. Elke keer halveren is 3 dB eraf.
16 leerlingen = 69 dB.
8 leerlingen = 66 dB.
4 leerlingen = 63 dB.
2 leerlingen = 60 dB.
1 leerling = 57 dB.
4. a. Omdat het geluid op de helft van de afstand is neemt het geluid met 6 dB toe en komt daarmee op 63 Db.
b. 100 m = 69 dB.
50 m = 75 dB.
25 m = 81 dB.
5. a. 1 uur
b. de grafiek stopt bij 115 en daarmee heb je al direct blijvende gehoorschade. Alles daarboven dus ook.
c. Voor de tijd is het niet nodig. Bij deze geluidssterkte mag je langer dan 8 uur blootgesteld worden zonder blijvende gehoorschade. En voor het horen van je medemuzikanten is het ook niet handig.
d. meer dan 8 uur.
6. a. Dit is bij 1 oortje. Bij 2 oortjes wordt dat dus 83 dB. Tot en met 4 uur blootstelling is er nog niks aan de hand. De leerlingen zijn niet zo lang onderweg naar school, dus dat is geen probleem.
b. 16 cm = 83 dB. 8 cm = 89 dB. 4 cm = 95 dB. 2 cm = 101 dB. 1 cm = 107 dB.
c. Bij 107 dB heb je bijna direct blijvende gehoorschade. Als je geen blijvende gehoorschade wil zal je het volume zachter moeten zetten..
7. a. 200 m = 63 dB. 100 m = 69 dB. 50 m = 75 dB.
b. 75 dB – 57 dB = 18 dB. Het geluidsniveau moet met 18 dB naar beneden. Elke m geluidsscherm is 4 dB. 18/4 = 4,5. Het geluidsscherm moet dus 4,5 meter hoog zijn.
c. 6 m * 4 dB = 24 dB verlaging. 57 dB + 24 dB = 81 dB. Bij 7a staat dat het niveau op 50 m 75 dB is. Voor het geluidsniveau op 25 m wordt dan 81 dB. De huizen mogen dan op een afstand van 25 meter staan.