vraag
|
|
afbeelding
|
1
|
Teken van de onderstaande trillingen:
- 1 seconde van een frequentie van 3 Hz
- 0,1 seconde van een frequentie van 80 Hz
- 0,01 seconde van een frequentie van 150 Hz
- 2 ms van een frequentie van 2 kHz
- 0,1 ms van een frequentie van 15 kHz
|
|
2
|
Gebruik voor deze opdracht figuur 1
- Hoeveel trillingen staan er op het oscilloscoop scherm?
- Bereken de frequentie wanneer elk hokje 2 ms is.
- Bereken de Trillingstijd als elk hokje 3 ms is.
- Bereken de frequentie als elke hokje 5 ms is
|

Figuur 1
|
3
|
Gebruik voor deze opdracht figuur 2
- Hoeveel trillingen staan er op het oscilloscoop scherm?
- Bereken de frequentie wanneer elk hokje 22 ms is.
- Bereken de Trillingstijd als elk hokje 31 ms is.
- Bereken de frequentie als elke hokje 0,05 ms is
|

Figuur 2
|
4
|
Gebruik voor deze opdracht figuur 3
- Bereken de frequentie wanneer elk hokje 2,8 ms is.
- Bereken de Trillingstijd als elk hokje 0,31 ms is.
- Bereken de frequentie als elke hokje 5,66 ms is
|

Figuur 3
|
5
|
Gebruik voor deze opdracht figuuur 4
- Bereken de frequentie en de trillingstijd wanneer elk hokje 0, 82 ms is
- Bereken de Trillingstijd en de frequentie als elk hokje 1,38 ms is
- Bereken de frequentie en de trillingstijd als elke hokje 987 ms is
|

Figuur 4
|
6
|
Gebruik voor deze opdrachten de figuren 1 tot en met 4
- Ga er vanuit dat de trilling op afbeelding 1 een frequentie heeft van 100 Hz. Bereken hoeveel tijd 1 hokje dan is.
- Ga er vanuit dat de trilling op afbeelding 2 een frequentie heeft van 163 Hz. Bereken hoeveel tijd 1 hokje dan is.
- Ga er vanuit dat de trilling op afbeelding 3 een frequentie heeft van 8,4 kHz. Bereken hoeveel tijd 1 hokje dan is.
- Ga er vanuit dat de trilling op afbeelding 4 een frequentie heeft van 198,4 Hz. Bereken hoeveel tijd 1 hokje dan is.
|
|