Antwoorden 3.3.2

1. Welke twee soorten muziekinstrumenten zijn er?

blaasinstrumenten en snaarinstrumenten 

2. Wat is de functie van de klankkast?

Een muziekinstrument heeft een klankkast nodig om voldoende luid te klinken. De klankkast versterkt het geluid.

3. Omschrijf het begrip resonantie met behulp van natuurkundige begrippen.

Resonantie is het verschijnsel dat een voorwerp gaat trillen met een van buitenaf opgelegde trilling (een gedwongen trilling)

4. Teken 1 seconde van een de trillingen van een stemvork met.

Laat dit controleren door je docent. 

5. Leg uit of de volgende frequenties hoorbaar zijn voor mensen. Het bereik van mensen zit tussen 20 en 20000 Hz (20 kHz).

a. 16 Hz kunnen ze dus niet horen.

b. 2900 Hz kunnen ze wel horen.

c. 21000 Hz kunnen ze niet horen.

d. 1,0 kHz = 1000 Hz. Dit kunnen ze wel horen.

e. 23 kHz kunnen ze niet horen.

f. 2400 kHz kunnen ze niet horen.

6. Leg uit of de volgende frequenties hoorbaar zijn voor honden, dolfijnen of vleermuizen.

Het bereik van honden ligt tussen 16 Hz en 55000 Hz (55 kHz).

Het bereik van dolfijnen ligt tussen 120 Hz en 115000 Hz (115 kHz).

Het bereik van vleermuizen ligt tussen 1200 Hz (1,2 kHz) en 115000 Hz (115 kHz).

a. 16 Hz is alleen te horen door honden.

b. 2900 Hz horen ze alle drie.

c. 21000 Hz horen ze alle drie.

d. 1,0 kHz horen de honden en dolfijnen wel. De vleermuis niet.

e. 23 kHz horen ze alle drie.

f. 2400 kHz kunnen ze alle drie niet horen.

 

7. Als je ouder wordt gaat je gehoor achteruit. Hieronder staan een aantal frequenties. Beantwoord met behulp van bron 5 of jij, je docent en iemand van 80 deze tonen kunnen horen.

Frequentie Jij (+/- 13/14 jaar) Docent (+/- 30 jaar) 80 jarige
a. 19 kHz Nee Nee Nee
b. 17000 Hz Ja Nee Nee
c. 15000 Hz Ja Ja Nee
d. 10 kHz Ja Ja Nee
e. 5 kHz Ja Ja Ja

 

 

 

 

 

 

8.  Geef de onderstaande verbanden kwalitatief weer in een als dan zin.

a. Als de snaar dikker wordt dan wordt de frequentie lager.

b. Als de lengte van de snaar langer wordt dan wordt de frequentie lager.

c. Als de luchtkolom langer wordt dan wordt de frequentie lager.