Les 2
Lesduur= 45 minuten
Prowise les 2:
https://presenter.prowise.com/share_MzMglmGzmfwTNscwoEu3vxHl9zYxfM22MOi8Az8wf4Q4w3zkHtnCq6xz5WwjsylF&continue=1
Kahoot quiz link voor de docent:
https://play.kahoot.it/#/k/14d1e0cd-4a9e-435d-932d-b1ba223e9156
Oriëntatie: (lesopening: activeren van voorkennis/doelen verduidelijken)
Leerdoel = Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe ze op een verantwoordelijke manier met social media omgaan en kunnen ze aan de hand hiervan persoonlijke waarden en normen opstellen omtrent social media gebruik.
Lesdoelen =
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het begrip social media uitleggen aan de hand van de volgende termen: platform, geluid- en beeldmateriaal en delen.
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen drie positieve en drie negatieve eigenschappen van social media geven.
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen omschrijven hoe hun ideale social media omgeving eruit ziet.
Aan het einde van de les zijn de leerlingen zich bewust van de beperkingen/nadelen die de huidige social media met zich meebrengen.
Maak een korte terugkoppeling naar de vorige les. Wie weet nog waar dat over ging? Wat zijn ook alweer waarden en normen? (max 5 minuten). Start de Kahoot quiz op en vertel de kinderen dat jullie een quiz gaan doen om te kijken of ze de vorige les goed hebben opgelet. Geef aan dat het er niet om gaat of de snelste bent maar dat het er vooral om gaat dat leerlingen goed moeten uitleggen waarom ze een keuze gemaakt hebben.
Laat de leerlingen de introductietekst op wikiwijs lezen.
Hierna geef je aan dat deze les verder gaat op de vorige les, maar zich zal richten op media gebruik. Je verduidelijkt de lesdoelen voor de leerlingen, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt tijdens en ná deze les.
Uitleg/Instructie (met hele groep).
Social media: Social media of sociale media is een verzamelbegrip voor internet-toepassingen (platformen) waar de gebruikers informatie met elkaar delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Veelal zonder tussenkomst van een professionele redactie. Het gaat dan niet alleen om tekstuele informatie, maar ook geluid (podcasts en muziek) en beeldmateriaal (plaatjes, foto’s en video’s) worden gedeeld via Social Media.De kern van Social Media is delen, delen, delen … en daarna pas ontvangen. Deze media stellen je in staat om te socialiseren met andere gebruikers.
Read more: http://socialmediasucces.nl/social-media-informatie/#ixzz4WI5hYFfs
Social media zijn allerlei platformen die de leerlingen gebruiken. Je legt ze uit dat whats’app, instagram, snapchat en facebook allemaal vormen van social media zijn. Vraag aan verschillende leerlingen uit te leggen wat deze platformen inhouden. Doe tussendoor ook een kleine peiling via kahoot (zie het tabblad op wikiwijs hier staat de link voor de docent en de leerlingen) door te vragen wie er:
Kahoot quiz link voor docent:
https://play.kahoot.it/#/?quizId=ebd0f401-6a56-44e8-a0d7-7501fe2f84ba
Minimaal 20 whats’app berichtjes verstuurt per dag.
Meer dan 50 whats’app berichtjes verstuurt per dag.
Minimaal in 5 whats’app groepen zit.
Minimaal 20 snapchats per dag verstuurt.
Per dag een instagram foto plaatst.
3 keer in de week een instagram foto plaatst.
Iedere dag iets op facebook zet.
De bedoeling van social media is dat je foto’s, berichtjes, filmpjes en muziekjes met elkaar deelt op een leuke manier. Stel de leerlingen tussendoor de gewetensvraag of dit altijd op een leuke manier gebeurt en peil de reacties in de klas. Vraag aan de leerlingen die zeggen van niet of zij een voorbeeld kunnen geven. Je kunt binnen deze definitie ook het bruggetje maken naar of je alles zomaar met iedereen mag/moet delen of dat je daar goed over na zal moeten denken.
Laat de leerlingen leertekst 2 lezen op WikiWijs en de bijbehorende opdrachten maken.
Bespreek met de leerlingen wat ze gelezen hebben en waarom het belangrijk is hier aandacht aan te besteden. Geef aan dat social media een vrij platform is maar dat dit niet betekent dat iedereen alles mag doen wat hij of zij maar wilt. Bespreek met de klas wat de kinderen belangrijk vinden, moet iedereen in de groepsapp zitten of mag je ook een groepsapp hebben met alle meisjes behalve één?
Positieve kanten (voorbeeld)
Je leert veel over hoe je het internet gebruikt.
Je blijft op de hoogte van het laatste nieuws.
Je kan snel met mensen in contact komen.
Bedrijven kunnen reclame maken op social media.
Politie kan social media gebruiken bij zaken.
Negatieve kanten (voorbeeld)
Pesten is makkelijker op deze manier.
Je kan je voordoen als iemand anders.
Mensen kunnen niet meer zonder social media.
Verwerking (Met de leerkracht of zelfstandig, wat doet leerkracht/wat doen leerlingen?)
Vervolgens laat je de leerlingen via wikiwijs de vraag beantwoorden hoe hun ideale social media wereld eruit zou zien. Je ligt deze vraag klassikaal toe door te zeggen: in mijn ideale wereld mag iedereen maar 1 berichtje per dag versturen (eigen invulling docente).
Na het laten beantwoorden van deze vraag, ga je in gesprek met de leerlingen over:
Normen en waarden omtrent social media gebruik.
Opdracht
De klas maakt een poster. Als docent begeleid je dit proces. Ze maken een poster omtrent social media gebruik en de waarden en normen die hierbij aan bod komen. Tijdens het ontwerpen van de poster bespreek je met de klas een aantal waarden en normen, laat kinderen uitleggen waarom zij dit belangrijk vinden.
Maak met de klas een foto van de door jullie gemaakte poster. Bepaal als docent of op deze foto wel of geen leerlingen staan, houdt hierbij rekening met het schoolreglement. Laat de foto op facebook plaatsen, vanuit een leerling, school of uw eigen facebook, met de vraag of mensen deze foto zoveel mogelijk kunnen delen.
Bespreek achteraf de normen en waarden met de klas.
Feedback en evaluatie (terugkoppeling van lesdoel en nabespreking van de les).
Zijn er verschillen tussen ‘gewone’ normen en waarden en normen en waarden omtrent social media gebruik? Bespreek met de leerlingen na wat ze geleerd hebben en maak terugkoppeling naar lesdoel. Is deze behaald? Waarom denken zij dat ze het lesdoel wel/niet behaald hebben. Wat zouden zij als leerlingen een fijne manier vinden om het lesdoel te behalen.