Paragraaf 2.2; de Reformatie
1. Wat hield het humanisme in en wat deden humanisten?
2. Waarover was Maarten Luther kritisch binnen de katholieke kerk?
3. Noem 3 verschillen tussen het katholicisme en protestantisme.
4. Wat zijn 2 gevolgen van de Reformatie?
5. Geef de betekenis van de volgende begrippen: humanisme, Reformatie, sacramenten, aflaten, celibaat, ketterij, Rooms-katholiek, protestants.