Huiswerkvragen

Paragraaf 3.1: Van stadstaat tot wereldrijk

1.Wat maakte het Romeinse rijk zo machtig? Benoem drie kenmerken van het Romeinse Rijk.

2.Hoe ontstond de Romeinse Republiek en welke staatsvorm hadden de Romeinen eerst?

3.Hoe werd de republiek een keizerrijk? Gebruik in jouw antwoord het begrip dictator en burgeroorlogen.

4.Noem twee voorbeelden van wat de Romeinen van de Grieken hebben overgenomen.

 

Paragraaf 3.2; Langs de Limes

 

1.Hoe verdedigden de Romeinen de grenzen van hun rijk?

2.Bekijk de kaart op blz. 48 (bron 7) en noem minimaal 6 landen die binnen het Romeinse Rijk vielen.

3. Wat verstaan we onder romanisering en geef twee voorbeelden van wat andere volken van de Romeinen hebben overgenomen.

4. Leg uit dat de succesvolle Romeinse overheersing te deels door hun verdraagzaamheid komt. Gebruik voor informatie de tekst De Bataafse Opstand (blz. 49).

5. Wat moeten overwonnen volkeren afstaan aan de Romeinen?

 

Paragraaf 3.3: Brood en spelen

1.Hoe wilde de elite een opstand onder de proletariƫrs voorkomen?

2.Welke vier sociale lagen kenden de Romeinse bevolking binnen de steden?

3.Waarom waren er zoveel slaven in het Romeinse Rijk?

4.Hoe kon een slaaf vrij worden?

5.Wat was het doel van brood en spelen?

 

Paragraaf 3.4: Het christendom

1.De betekenis van de volgende begrippen kunnen geven: christenen, paus, staatsgodsdienst, bisschop

2.Hoe werd het christendom verspreid na de dood van Jezus Christus?

3.Waarom is het christendom aantrekkelijker?

4.Hoe werd het christendom de staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk?

5.Wat is het verschil tussen een feit en een mening?