3C - Interview je personages

Om je in te leven in een personage, wil je hem of haar eerst goed leren kennen. In dit onderdeel ga je daarom de personages interviewen. Dat doe je samen met een andere leerling. Je bent in dit interview niet jezelf, maar je speelt een personage uit het verhaal.

Voorbeelden:


Als je iemand interviewt, ga je natuurlijk vragen stellen. Op deze pagina vind je vragen die je kunnen helpen. Natuurlijk kun je ook zelf vragen bedenken. Als je relevante vragen wil stellen, is het handig om de stof uit onderdeel 1 en 2 nog eens te bekijken.

 

    Alle personages      

  • Hoe oud ben je?
  • Waar werk je nu?
  • Hoeveel broers en/of zussen heb je?
  • Wat zijn je hobby’s?
  • Wat vind je leuk / niet zo leuk aan jezelf?
  • Wat is je grootste angst?
  • Wat is je droom?
         Julian
  • Waarom wil je weg uit Oost-Berlijn?
  • Hoe denk je dat je kunt ontsnappen naar West-Berlijn?
  • Wat kan er allemaal mis gaan tijdens je vlucht?
          Heike      
  • Wat vind je van het leven in West-Berlijn?
  • Wat vind je van Julian?
  • Censureer je je brieven aan hem? Waarom?
          Rolf
  • Waarom wil jij weg uit Oost-Berlijn?
  • Wat zijn je plannen voor een toekomst in West-Berlijn?
  • Hoe houd je de tunnel geheim?

       Gudrun

  • Aan welke kant van de muur wil jij liever wonen?
  • Wat ga je missen, als Julian vertrekt?
  • Als Julian vertrekt, ben jij dan in gevaar? Waarom wel of niet?  

 

➜ Opdracht 3C: spreek samen met je medeleerling af wie welke rol speelt en bereid je vragen voor. Zet je vragen in je (pages-)document en beantwoord ze.
➜ Wissel je vragen uit en zorg dat je jouw rol goed voorbereidt. Gebruik daarbij de kennis die je in onderdeel 1 en 2 hebt opgedaan. Daarna houden jullie het interview.
➜ Werk je interview uit. Dit kan op verschillende manieren: een filmpje, een geluidsopname of een uitgeschreven tekst. Plaats je interview in je (pages-)document of post je opname in Seesaw met een link in Egodact.