Begroting opstellen

Als het goed is weten jullie nu welke behoefte er zijn en weten jullie ook welke middelen je hiervoor moet opofferen.
In dit onderdeel gaan jullie aan de slag met het maken van de begroting. Kijk eerst naar onderstaand filmpje.



Zo! Dat was veel informatie, we gaan eens kijken of jullie een aantal dingen onthouden hebben. Eerst gaan we oefenen met de begroting, later kijken we nog eens naar jullie rekenkunsten.


En nu gaan jullie oefenen met het rekenen. Kijk nog eens naar het filmpje en de oefenen goed met het rekenen. De berekeningen moeten jullie op papier maken. Zorg dat je de gehele berekening opschrijft.
Klaar? Laat het even nakijken door de docent.

Onderstaande opdrachten maak je op papier. Het is belangrijk dat je de berekeningen  opschrijft.
Als je de opdrachten af hebt kun je ze laten nakijken bij een van de begeleiders. 
Kijk goed naar het schema hierboven

1. Yara heeft een baantje in de supermarkt en verdient 3 euro per uur. Zij werkt 12 uur per week.        Hoeveel verdient zij per maand?

 

2. Je ouders krijgen 320 euro kinderbijslag per kwartaal. Hoeveel euro is dit per week?

 

3. Britt ziet een mooie scooter die zij wil kopen. Zij wil voor de scooter gaan sparen. Elke maand gaat zij 85 euro sparen. Hoeveel euro is dit per dag?

 

4. De verzekering voor je mobiel kost 300 euro per jaar. Hoeveel kost de verzekering per kwartaal?

 

5. Daan koopt elke dag voor 3,25 euro een broodje in de schoolkantine. De kantine is 26 weken per jaar open. Wat is het totale bedrag dat Daan kwijt is per schooljaar voor de broodjes?

 

6. Per maand verdient Quint 124 euro met oppassen. Hoeveel euro is dat per week?

 

7. Amy werkt in 2022 in totaal 8 maanden per jaar. Zij verdient 11 euro per uur en werkt 14 uren per week. Hoeveel verdient zij in 2022?