5.1 Los días de la semana / De dagen van de week

Los días de la semana

Hieronder een video van de zeven dagen van de week en hoe je weekend, morgen, overmorgen, gisteren en eergisteren in het Spaans zegt.

 

 

Welke dag is het vandaag?
¿Qué día es hoy?

Welke dag was het gisteren?
¿Qué día fue ayer?

Welke dag is het morgen?
¿Qué día es mañana?

Welke dag is het overmorgen?
¿Qué día es pasado mañana?

Ejercicios los días de la semana

Une - verbind

https://aprenderespanol.org/ejercicios/vocabulario/dias/dias-unir

Escucha y escoge la respuesta correcta - luister en kies het juiste antwoord

https://aprenderespanol.org/ejercicios/vocabulario/dias/dias-audio

Escribe - schrijf

https://aprenderespanol.org/ejercicios/vocabulario/dias/dias-escribir