HAY (er is/er zijn) NO HAY (er is geen/er zijn geen)
In Spaans gebruiken we het woord Hay wanneer het onderwerp onbepaald is.
Voorbeeld:
En la nevera hay zanahorias pero no hay tomates
In de koelkast zijn er wortels maar er zijn geen tomaten
En la nevera hay queso pero no hay jamón
In de koelkast is er kaas maar er is geen ham
¿Hay zanahorias en la nevera?
Zijn er wortels in de koelkast?
Sí, si hay zanahorias.
Ja, er zijn wortels.
¿Hay jamón en la nevera?
Is er ham in de koelkast?
No, no hay jamón
Nee, er is geen ham.