In het interview met een persoon uit een andere groep, tijd of plaats moet je laten zien dat je op vragen kunt doorvragen. Daar oefen je in deze opdracht mee.
➜ Leg in eigen woorden uit wat doorvragen betekent.
➜ Bekijk het filmpje met uitleg over open, gesloten en vervolgvragen (doorvragen).
➜ Noteer de drie dingen waar je op kunt doorvragen.
Je gaat nu zelf oefenen met doorvragen.
Opdracht 3.2.2
➜ Je interviewt een klasgenoot. Kies weer een onderwerp om over te praten uit het rijtje (of kies zelf een onderwerp). Het moet een ander onderwerp zijn dan je in opdracht 3.1.4 hebt gekozen:
wonen
school
hobby's
sport
eten
vakantie
➜ Bereid minimaal twee open vragen voor waarop je in het interview kunt doorvragen.
➜ Vind een klasgenoot die je mag interviewen over het door jou gekozen interview. Zorg ervoor dat je in het interview met je klasgenoot laat zien dat je doorvraagt op de antwoorden die je klasgenoot geeft. Maak een geluidsopname van het interview.
➜ Vraag je coach Nederlands in de blox om feedback op de uitwerking van deze opdrachten en je geluidsopname voordat je verder gaat met de volgende opdracht.
➜ Zet je uitwerking van de opdrachten en een linkje naar de geluidsopname in Seesaw en Egodact.