3a - Waarom leestekens?

In dit onderdeel ga je nadenken over de (on)zin van leestekens. Je bekijkt een video en leest een stukje tekst. Maar eerst ga je bedenken wat je er al over weet.

 

3a.1 - Beantwoord in je pagesbestand de volgende vragen:

- Maak een lijstje van de leestekens die je al kunt gebruiken.

- Welke leestekens kun je nog niet gebruiken?

- Zou je die willen leren gebruiken? Waarom wel/niet?

 


Bekijk nu onderstaande video tot aan 2’45. Opmerking: een van de deelnemers in de quiz wordt zo emotioneel van leestekens, dat hij zijn taalgebruik niet helemaal kan beheersen. Excuses daarvoor!

 


Lees nu ook onderstaande tekst:

Bijvoorbeeld:

Schiet op oma!'

Wie roept er nu zoiets? Je gaat je oma toch niet neerschieten? Wie haalt het in zijn hoofd!

Of wordt er iets anders bedoeld? Als je een komma denkt tussen op en oma staat er: 'Schiet op, oma!' Oma moet gewoon een beetje opschieten. Ze is misschien niet meer de snelste op haar leeftijd.


➜ 3a.2 - Beantwoord in je pagesbestand de volgende vraag:

Je hebt zojuist een video gekeken en een tekstje gelezen. Hoe denk je nu over leestekens? Reflecteer hierop. Daarbij kun je onderstaande vragen gebruiken:

- Wat kan er verkeerd gaan, wanneer een tekst geen leestekens bevat?
- Denk je dat leestekens belangrijk zijn? Waarom vind je dat?