Bij het woord ‘intelligentie’ denk je waarschijnlijk aan goed kunnen leren op school of hoe slim je bent. Dat heeft er wel wat mee te maken maar intelligentie kun je op meerdere manieren gebruiken. Er zijn mensen die bijvoorbeeld niet zo goed kunnen leren op school maar wel hele intelligente vakmensen zijn. Bijvoorbeeld een geweldige kok, een alles wetende automonteur of een bekwame en hartelijke bejaardenverzorgster. Iedereen is intelligent maar wel op een andere manier.
De Amerikaan Howard Gardner ontdekte de verschillende soorten intelligenties. Hieronder staan 8 intelligenties beschreven.
Lees de 8 intelligenties rustig door en start daarna met de test.
De test bestaat uit 40 vragen die je op 2 manieren kunt beantwoorden namelijk met ja of nee.
Vind je dat de zin bij je past, omcirkel dan het nummer van de vraag.
1. Taal intelligentie (woordslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die denken in woorden. Ze richten zich op taal; houden van lezen, luisteren, schrijven en spreken. Deze vorm van intelligentie wordt niet alleen gebruikt in taallessen maar ook in het maken van werkstukken, verslagen, het voeren van discussies of het geven van presentaties.
Je herkent de intelligentie als mensen zich goed kunnen uitdrukken in woorden.
2. Logisch wiskundige intelligentie (rekenslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die genieten van het oplossen van problemen, verbanden goed kunnen vaststellen en zich aangetrokken voelen tot cijfers, formules en tabellen. Deze vorm van intelligentie komt veel naar voren als je bezig bent met economische zaken en het berekenen van sommen, facturen of offertes. Vaak werk je met schema’s of programma’s zoals Excel.
Je herkent de intelligentie als mensen goed zijn in rekenen, denken in cijfers en aantallen.
3. Muzikale intelligentie (muziekslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die denken in maat, ritmes, patronen en vaste structuren. Ze genieten het meest van het luisteren naar muziek en maken zelf vaak ook muziek. Hun oor is hun beste instrument en leren dan ook het gemakkelijkst door te luisteren. Vaak onthoud je dingen beter als je het in een liedjes vorm giet.
4. Lichamelijke bewegingsintelligentie (lichaamslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die genieten van
lichamelijke activiteiten en praktische opdrachten. Ze leren het beste door te doen, te proberen en te ervaren.
5. Ruimtelijke intelligentie (beeldslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die genieten van het ontwerpen, tekenen en ordenen. Vaak hebben deze mensen een opvallend goed richtingsgevoel. De informatie die ze krijgen zetten ze dan om in beelden. Vaak zijn ze erg goed in het onthouden van gezichten en gebeurtenissen. Op het moment dat ze een praktische opdracht krijgen kunnen ze optimaal gebruik maken van hun talenten.
6. Sociale intelligentie (mensenslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die genieten van het werken, leren of zorgen voor een ander. Ze zijn sociaal aangelegd en kunnen zich goed verplaatsen in een ander. Een echte peoplemanager. Hun intelligentie komt het beste naar voren wanneer zij moeten samenwerken met andere mensen.
7. Persoonlijke intelligentie (zelfslim)
Je moet hier vooral denken aan mensen die genieten van stiltes, ophalen van herinneringen, zich afzonderen en in gedachtes verzonken zijn. Een kenmerk is dat hij/zij het liefst alleen opdrachten maakt. Ze kunnen dan zelf hun doel formuleren en precies doen zoals ze dat zelf van te voren hebben bedacht.
8. Naturalistische intelligentie (natuurslim)
Je moet hier vooral denken in aan mensen die zich aangetrokken voelen tot de natuur, de planten, dieren en natuurlijke fenomenen zoals het weer. Een sterk ontwikkeld punt is dat ze snel overeenkomsten waarnemen in situaties.
Intelligentietest Howard Gardner
1. Je houdt van kruiswoordraadsels, scrabble en ander woordspelletjes.
2. Rekenen is een favoriet vak van je op school.
3. Je houdt van boeken waar veel foto’s in staan.
4. Als je spreekt, maak je vaak gebaren met je handen.
5. Je neuriet vaak of loopt vaak te fluiten of te zingen.
6. Je speelt graag gezelschapsspelletjes.
7. Je hebt een hobby of interesse die je graag alleen doet.
8. Je verzorgt graag de planten en bloemen.
9. Je leest zo goed las alles; boeken, tijdschriften, kranten, folders etc.
10. Je kunt goed met een computer overweg.
11. Je tekent en schildert graag,
12. Je danst veel en graag.
13. Je kunt makkelijk een liedje nazingen wanneer je het een paar keer hebt gehoord.
14. Je bent liever met je vrienden dan dat je alleen naar de tv kijkt.
15. Je kunt goed zelfstandig werken.
16. Je onderzoekt graag hoe dieren leven en wat ze zoal doen.
17. Je praat graag en stelt veel vragen.
18. Je bent goed in hoofdrekenen.
19. Je vindt gemakkelijk de weg.
20. Wanneer je een toestel wilt kennen probeer je het gewoon uit i.p.v. eerst de handleiding te lezen.
21. Wanneer je muziek hoort kan je het niet laten om mee te bewegen.
22. Andere mensen komen graag naar je toe als ze problemen hebben.
23. Je gaat het liefst op vakantie naar een rustig plekje i.p.v. een plaats met een massa volk.
24. Je kijkt graag naar films over de natuur en dieren.
25. Luisteren naar mensen die verhalen vertellen vind je heel leuk.
26. Je kan goed afstanden inschatten.
27. Je maakt graag foto’s.
28. Je bent handig en knutselt graag.
29. Je bespeelt graag een muziekinstrument.
30. Je maakt gemakkelijk vrienden.
31. Je kent heel goed je goede en minder goede kanten.
32. Je kent de namen van verschillende soorten vogels.
33. Op school vind je Nederlands een leuk vak. Je leert graag nieuwe woorden bij.
34. Je houdt van strategische spelletjes zoals kaarten, dammen, schaken, stratego of zeeslag.
35. Je kan goed plannetjes lezen en gemakkelijk ‘do it yourself’ meubels in elkaar zetten.
36. Je doet graag aan sport.
37. Je luistert vaak naar muziek, ook tijdens het maken van je huiswerk.
38. Je werkt graag samen met anderen.
39. Je zit graag na te denken over de dingen.
40. Je vindt het belangrijk dat blikjes en papier apart verzameld worden zodat ze gerecycleerd kunnen worden.