afwijkend gedrag

Soms wil een dier bepaald gedrag vertonen, maar laat de situatie dat niet toe. Denk maar een jonge kat die veel alleen thuis is en weinig verrijking heeft. Het dier raakt verveeld of gestrest en gedraagt zich anders dan normaal. Hij gaat zich bijvoorbeeld kaal poetsen. Je noemt dit afwijkend gedrag: gedrag dat afwijkt van het natuurlijke gedrag of van het normale gedragssysteem van een individu. Het dier reageert dan anders op een prikkel. Een katachtige zal zich in het wild niet kaal poetsen.

Vaak vertoont een dier afwijkend gedrag met een veel hogere of lagere frequentie en duur dan normaal. Het dier kan het gedrag heel overdreven vertonen met een hogere of lagere intensiteit dan normaal. Denk maar aan een beer die op dezelfde plek blijft staan en daarbij zijn lichaam constant heen en weer beweegt. Je hebt geleerd dat deze gedragingen vaak ontstaan bij chronische stress en ook wel ingesleten gedrag worden genoemd.

Het is natuurlijk gedrag voor een hond om te blaffen als de postcode komt. Dit kan voor een eigenaar probleemgedrag zijn. Maar pas als een hond bijvoorbeeld een uur lang blijft blaffen nadat de postbode is geweest, noem je het afwijkend gedrag. Afwijkende gedragingen vallen niet altijd onder probleemgedrag. Een dier dat voortdurend heen en weer loopt of voor zich uitstaart zonder te reageren op prikkels vertoont geen natuurlijk gedrag. Dit afwijkende gedrag wordt echter niet door iedereen gezien als een probleem. Afwijkende gedragingen in de vorm van extreme agressie worden vaak wel als probleemgedrag gezien door de eigenaar of de maatschappij.

Het is natuurlijk gedrag voor een hond om te blaffen als de postcode komt. Dit kan voor een eigenaar probleemgedrag zijn. Maar pas als een hond bijvoorbeeld een uur lang blijft blaffen nadat de postbode is geweest, noem je het afwijkend gedrag. 

 

Afwijkend gedrag kan op veel manieren ontstaan. Deze oorzaken zijn grotendeels hetzelfde als bij probleemgedrag:

Genetische aanleg voor bepaalde gedragingen: sommige hondenrassen, zoals de Cockerspaniƫl, hebben meer kans op agressief gedrag.

Onaangename of traumatische ervaringen: een dier kan angst hebben ervaren bij een dierenarts en hierdoor bij latere bezoeken aan de dierenarts heftig reageren.

Pijn of gezondheidsproblemen: een overactieve schildklier versnelt bijvoorbeeld de stofwisseling, waardoor een dier onrustig wordt en zich overactief kan gedragen.

Invloed van de eigenaar van het dier: een eigenaar is verantwoordelijk voor de opvoeding van een dier. Als een eigenaar niet duidelijk communiceert naar zijn dier en verkeerd gedrag beloont, kan dit later leiden tot probleemgedrag.

Onvoldoende sociale ontwikkeling tijdens de socialisatieperiode: bij onvoldoende socialisatie is een dier op jonge leeftijd te weinig blootgesteld aan verschillende prikkels. Op latere leeftijd kan dit leiden tot probleemgedrag.

Dieren moet je altijd de ruimte bieden om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Anders neemt de kans toe dat een dier afwijkend gedrag ontwikkelt. Bruine beren leven bijvoorbeeld van nature graag in gebieden waar ze vis kunnen vangen. De leefomgeving van een beer in de dierentuin moet hier zoveel mogelijk aan voldoen. 

Twee belangrijke voorbeelden van een oorzaak in de leefomgeving zijn:

powerpoint afwijkend gedrag