We beginnen met het kijken naar organisaties vanaf de buitenkant, of te wel, wat organisaties zijn naar buiten toe. We kijken hier dan naar wat een organisatie is, welke soorten organisaties er bestaan en hoe de organisatie staat in een groter geheel.
Een organisatie heeft drie kenmerken:
In een organisatie wordt samengewerkt met de gebundelde kennis en vaardigheden van 2 of meer personen blijvend een doel te behalen door gebruik te maken van middelen en activiteiten om zo in een behoefte te voorzien van de omgeving. We gaan in het hoofdstuk ‘de organisatie van binnen’ hier verder op in.
We spreken hier over een organisatie in plaats van bedrijf of onderneming. Een bedrijf of onderneming is altijd een organisatie, maar een organisatie hoeft niet altijd een bedrijf of onderneming te zijn. In de spreektaal worden deze begrippen vaak door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk een verschil.
Een bedrijf is een organisatie die producten of diensten voortbrengt. Een onderneming is een organisatie (een bedrijf) die producten of diensten voortbrengt met het doel om winst te maken. Zou een organisatie van tijdelijke aard zijn, dan noemen we dat een project (of projectorganisatie). Dit is een tijdelijke organisatie met een einddoel dat binnen een bepaald tijdspad iets voortbrengt en daarna geen doel meer heeft en waarmee de organisatie dan ook vervalt.
Organisaties kunnen grofweg in twee categorieën verdeeld worden: commerciële en niet-commerciële organisaties. Vaak wordt er hier gesproken van profit en non-profit organisaties.
Een commerciële (profit) organisatie is het maken van winst één van de belangrijkste doelen. Dit geldt voor veel organisaties die een product maken en/of leveren. Denk bijvoorbeeld aan een diervoederleverancier.
Een niet-commerciële (non-profit) organisatie is het maken van winst géén doel en ligt de focus op een maatschappelijke functie. Denk hierbij aan zorgboerderijen of aan opvangcentra.
Een groot misverstand is dat bij non-profit organisaties geen geld verdiend mag worden. Maar als een organisatie geen geld verdiend dan kan deze niet blijven voortbestaan. Geld verdienen en winst maken zijn daarom ook twee verschillende dingen.
De scheidslijn tussen de twee typen organisatievormen is niet heel scherp of duidelijk vanaf de buitenzijde te zien. Een profit-organisatie kan bijvoorbeeld ook heel goed maatschappelijke doelen nastreven. Bijvoorbeeld, diervoederleverancier Kiezebrink zal primair winst willen maken, maar levert ook verschillende bijdragen aan natuurbehoudsprojecten en verbetering van de planeet door te verduurzamen. Andersom kan natuurlijk ook. Een non-profit organisatie kan bijvoorbeeld veel commerciële activiteiten inzetten om geld te verdienen om zo meer inkomsten te verwerven voor het maatschappelijke doel dat het heeft.
In Nederland zijn verschillende juridische organisatievormen. De rechtsvorm geeft aan waarop een organisatie juridisch, dus volgens de wet, is georganiseerd. Het is de wettelijke vorm van de organisatie. De verschillende rechtsvormen hebben wettelijke gevolgen voor de aansprakelijkheid, de schulden en bezittingen, de belasting en (administratieve) verplichtingen.
Er zijn twee juridische vormen rechtspersoonlijkheden: natuurlijke personen en rechtspersonen. Binnen deze twee categorieën zijn verschillende juridische organisatievormen.
Wanneer een organisatie een rechtsvorm heeft met natuurlijke persoon is deze persoon/personen ook privé aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf. Gaat deze organisatie failliet, dan is de eigenaar ook privé verantwoordelijk voor de schulden en kan er beslag gelegd worden op persoonlijke bezittingen.
Bij een rechtspersoon wordt de organisatie op zichzelf als ‘persoon’ gezien en is er geen natuurlijke persoon aansprakelijk (tenzij bij bepaalde nalatigheid). Je kan het ook zien als een ‘onpersoonlijke rechtsvorm’. Bij faillissement van deze organisatie is de eigenaar alleen het geld kwijt wat hij/zij in de organisatie heeft gestoken.
Echter komen bij de verschillende rechtsvormen ook verschillende verplichtingen waardoor de keuze niet altijd voordelig, of mogelijk is om voor een rechtspersoon te kiezen. In de tabel hieronder staan de belangrijkste verschillen.
|
Natuurlijke persoon |
Rechtspersoon |
Eigenaar |
1 of meerdere personen |
Aandelen op papier |
Aansprakelijkheid |
Ook voor privé vermogen |
Alleen voor gekocht aandeel |
Belasting |
Voordeliger tot €150.000 winst |
Voordeliger vanaf €150.000 winst |
Administratie |
Minder verplichtingen (mag zelf) |
Veel verplichtingen |
Rechtsvormen |
Eenmanszaak, VOF, maatschap, CV |
BV, NV, stichting, vereniging, coörperatie en onderlinge waarborgmaatschappij. |
Meest voorkomende in NL |
Eenmanszaak (76%), VOF (9%) |
BV (20%) |
Elke organisatie begint met het inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK) en dient zich aan te melden bij de belastingdienst.
Maar waarom wordt er gekozen voor een bepaalde rechtsvorm van de organisatie. Iedere rechtsvorm heeft zijn voor- en nadelen, afhankelijk van het doel waarom de organisatie is opgericht. De 3 belangrijke redenen voor het kiezen van een rechtsvorm zijn.
Wilt de eigenaar privé aansprakelijk zijn voor de organisatie? Zijn er bijvoorbeeld te weinig gelden voor het betalen van schulden (rekeningen en verplichtingen), dan dient een natuurlijke rechtspersoon dit uit privé gelden te betalen. Toch zijn de meeste organisaties in Nederland eenmanszaken en daarmee automatisch privé aansprakelijk.
De rechtsvorm brengt verschillende belastingvoordelen met zich mee, afhankelijk van de organisatie en zijn doel. Een klein bedrijf heeft meer belastingvoordelen dan een groot bedrijf. Echter is een omslagpunt bij €150.000 winst. Grotere bedrijven met veel winst hebben daarom ook vaak een rechtsvorm met een rechtspersoon (BV of NV).
Bij een eenmanszaak heeft de eigenaar alle beslissingsbevoegdheid. De eigenaar kan dus alles zelf beslissen, ook waar de winst aan besteed wordt. Heb je een VOF, dan dien je al te overleggen met de verschillende vennoten. Bij een BV of NV dien je grote beslissingen te maken in samenspraak met de aandeelhouders. Dit kan soms erg traag verlopen.
Organisaties hebben verschillende grootte van invloed op de wereld. Binnen de diersector zijn er weinig bedrijven die op wereldniveau invloed hebben. Organisatie zullen eerder op Europees, nationaal, provinciaal of gemeentelijk niveau invloed uitoefenen. Toch is elke organisatie onvoorwaardelijk verbonden met de wereld en de wereldeconomie.
Recente gebeurtenissen als de bosbranden in Australië (2019-2020), de BREXIT (2020), de coronapandemie (2020) en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne hebben invloed op de economie en daarmee ook op veel organisaties. Dit geldt ook voor organisaties binnen het werkveld dierverzorging (dierentuinen, opvangcentra, natuurbehoud en dierenwinkels).
Elke organisatie opereert op verschillend niveau en hangt af van het organisatiedoel. Om meer samenwerking en inzicht te krijgen van organisaties houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) allerlei gegevens bij over alle organisaties (en ook huishoudens) in Nederland.
Alle bedrijven in Nederland zijn ingedeeld in verschillende sectoren. Er worden 21 sectoren gebruikt. De dierentuinen, opvangcentra en natuurbehoud vallen onder de sector ‘Cultuur, sport en recreatie’. De dierenwinkels vallen onder de sector ‘Groot- en detailhandel, reparatie van auto’s’ welke kortweg detailhandel wordt genoemd. Elke sector wordt weer onderverdeeld in sub-sectoren. Veelal wordt ook gesproken van branches als we het hebben over sectoren.