VOORSTELLING/ VORMGEVING

Uit onderzoek is gebleken dat we gemiddeld 9 seconde naar een kunstwerk kijken. Om achter de bedoeling van de kunstenaar te komen is deze tijd veel te kort. Je zal dus langer en beter moeten kijken en niet gelijk zeggen dat je het niks vindt.

Dat kijken kun je doen aan de hand van 2 begrippen:

-Voorstelling > zegt iets over WAT er is gemaakt (Je stelt jezelf de vraag: Wat stelt het voor?)

-Vormgeving > zegt iets over HOE het is gemaakt. Denk aan de beeldende aspecten, of materiaal en techniek (de beeldende middelen).

 

Voorstelling

Figuratief, abstraheren, abstract

Figuratieve kunst heeft overeenkomst met de werkelijkheid. Onze hersenen herkennen een hond en vertellen jou dat op het plaatje hierboven een grote, rode hond te zien is.

 

Voorstelling
Figuratief, abstraheren, abstract

Steeds meer werd de herkenbare voorstelling losgelaten en werden bedoelingen meer verbeeld met kleuren, lijnen en vormen. Het is een tussenvorm naar abstractie. Vormen worden sterk teruggebracht naar de basisvormen.

 

Voorstelling
Figuratief, abstraheren, abstract

Abstracte kunst; kleuren, vormstructuren en lijnen nemen de plaats in van de figuratieve voorstelling. Ook wel non-figuratieve kunst. Dus lijnen, vormen en kleuren.

 

Vormgeving

Bij de vormgeving moet je je meer verdiepen in het beeldend werk en dan dus in de beeldende middelen. Dus hoe is het werk gemaakt. Niet alleen kijken wat er is gemaakt maar vooral hoe, en met welke bedoeling. Welke materialen zijn gebruikt en welke beeldende aspecten.

Licht, kleuren, vormen, ruimte en compositie vormen de bouwstenen van een schilderij - de beeldaspecten. Als je deze beeldaspecten leert herkennen, kom je meer te weten over de structuur van een schilderij.

Beeldaspecten moet je zien als de ingrediënten van een kunstwerk; aspecten betekenen 'delen van', in dit geval van een kunstwerk. Beeldaspecten zijn de bouwstenen van een kunstwerk.

Aspect = (onder)deel van..... Beeldaspect = dan een (onder)deel van het beeld.

 

1. Licht is het belangrijkste beeldaspect in een schilderij. Zonder licht zie je niets. Je kunt kijken naar de lichtbron die de kunstenaar heeft gebruikt, bijvoorbeeld daglicht via een raam, licht van een lamp of een onzichtbare lichtbron. Je kunt ook letten op schaduwen om te bepalen waar het licht vandaan komt. En met licht stuur je de ogen van de kijker, jij bepaalt dus als maker waar de kijker het eerst naar kijkt, dus dat wat jij het belangrijkste vindt.

 

Kleuren spelen een grote rol in schilderijen. Je kunt daarbij letten op warme en koude kleuren, lichte en donkere kleuren en de verschillende kleurcontrasten. Kleuren moet je gebruiken om je boodschap extra duidelijk te maken.

 

Compositie gaat over waar en hoe je de onderdelen in je werk neerzet, je componeert zoals je dat bij muziek ook doet. Er zijn verschillende soorten composities. Zo is er de symmetrische compositie. Het schilderij bestaat dan uit twee helften die (bijna) elkaars spiegelbeeld zijn. Bij een driehoekscompositie zijn de elementen gerangschikt in de vorm van een driehoek. En bij een over-all compositie ontbreekt een bepaalde samenhang. Een andere veelgebruikte compositie is de centrale compositie, waarbij één beeldelement centraal staat en vaak ook in het midden van het schilderij wordt afgebeeld. Een geometrische compositie bestaat uit strakke, evenwichtige lijnen en/of vlakken.

 

Bij vorm denk je in eerste instantie aan basisvormen zoals cirkels, driehoeken, vierkanten en ovalen. Maar in feite heeft alles een bepaalde vorm. Waar je op kunt letten, is bijvoorbeeld of de vormen in het schilderij grillig zijn of juist strak. Zijn ze duidelijk of vaag, geometrisch of organisch.

 

Voorbeeld voor een vraag op de toets over de voorstelling en de vormgeving;

Je gaat hieronder een paar voorbeelden zien. Denk erom dat je bij de Vormgeving eerst het beeldacpect opschrijft en dan de uitleg er bij geeft.

 

Voorstelling:

Een man op een brug of weg, schreeuwend met zijn handen voor zijn oren. Twee figuren die bij hem weglopen.

 

Vormgeving:

Kleur; fel met warm-koud contrast

Ruimte; lijnperspectief van de brug, kleinere figuren achter, afsnijding, overlapping

Vorm; de leuning is geometrisch en de rest van de vormen organisch. Vormen zijn verder sterk begrensd.

 

Nog een x oefenen

 

Beschrijf van het schilderij turquise Marilyn hierboven van Andy Warhol de voorstelling en de vormgeving:

Voorstelling:

Deze vraag gaat NIET over vormgeving! Je mag het dus absoluut niet hebben over de beeldende middelen (bijvoorbeeld de gebruikte kleuren, vormen of de schilderwijze). Je moet je echt beperken tot de voorstelling die je ziet.

We zien het gezicht Marilyn Monroe.

 

Vormgeving:

Schrijf eerst het beeldaspect op, daarna geef je de uitleg daarbij!

Kleur; felle kleuren zijn decoratief en in egale kleurvlakken aangebracht. Geen persoonlijke toets.

Vorm; vormen zijn scherp afgebakend en geaccentueerd met contourlijnen

Compositie; centraal, eenvoudig.

Techniek; fotografische zeefdruk

 

Nog een x oefenen:

 

Beschrijf de voorstelling en de vormgeving van het schilderij van Mucha hierboven;

 

Voorstelling:

We zien een vrouw, ze heeft bloemen in haar haar. Op de achtergrond zijn decoraties te zien van bloem- en plantmotieven.

 

Vormgeving:

Vorm; geometrische vormen op de jurk, verder dunne slingerende en gebogen lijnen= vormcontrast - geometrische en organische vormen. Vormen uit de natuur.

Kleur; lichte pasteltinten

Ruimte; overlapping en afsnijding

Compositie; centraal, aandacht gaat naar het midden

 

Nog een x oefenen.

 

Voorstelling:

Dit is een abstract werk, heeft niets met de werkelijkheid te maken. Geen herkenbare voorstelling!

 

Vormgeving:

Vorm; opgebouwd uit geometrische bassisvormen – blokken en balken.

Kleur; primaire kleuren op een voet dat zwart/ wit geschilderd is.

Materiaal; hout