Functies van water

Water kan voor verschillende dingen gebruikt worden.

  1. Oplosmiddel. Bijvoorbeeld voor het zetten van thee of maken van limonade. De oplosbaarheid van zouten in water vind je in Binas tabel 35
  2. Spoelmiddel. Bijvoorbeeld voor douchen en afwassen. Je maakt dan gebruik van de oplosbaarheid van een stof om iets weg te spoelen met water, vaak in combinatie met zeep.
  3. Bereiding van voedsel of consumptie. Om lekker je aardappeltjes te koken of een glas water te drinken.

 

Water heeft verschillende mates van hardheid, we hebben hard en zacht water. Bij hard water zitten er veel calcium- en/of magnesium ionen in het water, wat voor kalkaanslag zorgt. Als je afwast met zeep en en hard water, dan ontstaat er kalkzeep, wat de werking van het normale zeep vermindert. Hard water kan je ontkalken door het te koken, contact laten maken met een 'ionenwisselaar' of door een neerslagreactie uit te voeren.

Zacht water heeft nauwelijks calcium- en/of magnesium ionen in het water, waardoor het geen kalkaanslag geeft en lekker schuimt als je er zeep bij doet.

Bereiding van drinkwater

Het is erg belangrijk dat je schoon water drinkt, anders kan je ziek worden (dit gebeurde vroeger erg vaak). Als je drinkwater uit grondwater maakt, hoef je het niet erg te filteren aangezien er niet veel andere stoffen in zitten.

 

 

 

 

 

 

 

Wanneer je drinkwater maakt uit oppervlaktewater, zijn er veel meer stappen nodig aangezien dit water wel erg vervuild is. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van uv-licht, actieve kool en een zand-/ grindfilter.