Water is overal. Er zijn zes soorten die je moet kennen:
Oppervlaktewater. Water wat zich bevindt in rivieren, meren, beekjes, sloten, etc. Doordat het langs allerlei materialen (stenen, bomen, etc.) stroomt, bevat dit water veel andere stoffen.
Zeewater. Water in de zee (duh). Dit water is zout, waardoor je met behulp van indampen zeezout kan verkrijgen.
Regenwater. Water wat zich bevindt in de lucht. Dit water is schoon, tenzij het in een plek zit met luchtverontreiniging. Hierbij ontstaat 'zure regen' aangezien zwaveldioxide of stikstofdioxide opgelost is in het regenwater.
Grondwater. Water uit de grond. Grondwater is vaak schoner dan oppervlaktewater, omdat de aarde werkt als filter.
Drinkwater. Water wat gewonnen wordt vanuit grond- of oppervlaktewater.
Gedestilleerd water. Zuiver water wat met behulp van destillatie verkregen wordt, hier zitten geen andere stoffen meer in.