Onderbouwing leerlijnen HAVO 5/ VWO 6

Onderbouwing leerlijnen HAVO 5/VWO 6

Kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs

De wettelijke eisen voor de onderbouw (HAVO en VWO) van het voortgezet onderwijs zijn vastgelegd in de kerndoelen. Deze kerndoelen zijn breedgeformuleerd zodat de school hier zelf invulling aan kan geven (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2014). In tabel 1 hieronder zijn de verschillende leerdoelen beschreven met daaronder hoe het CSE hier invulling aan geeft en hoe dit terug te zien is in de beoordelingen. In de kolom ernaast is het niveau van bloom beschreven (Geerts & van Kralingen, 2016). In tabel 1 is te zien dat op het CSE aan ieder kerndoel invulling wordt gegeven. Zowel in de methode als in de lessen wordt rekening gehouden met deze kerndoelen. Sommige van deze kerndoelen worden bewust aan de orde gesteld in de lessen, andere zullen ook onbewust worden behandeld. Bijvoorbeeld door het nieuws van de dag of actuele opmerkingen van leerlingen. Het laatste kerndoel "De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken" wordt de minste tijd aan besteed (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2014). Het daadwerkelijk ontwerpen van producten wordt op het CSE weinig gedaan. De reden hiervoor is voornamelijk dat dit meer tijd kost (M. Barenbrug, persoonlijke communicatie, 10 oktober 2022).

Tabel 1 kerndoelen onderbouw

Kerndoelen

Niveau van Bloom

Kerndoel: De leerling leert vragen over natuurwetenschappelijke, technologische en zorggerelateerde onderwerpen om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.

 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Hoofdstuk 1 onderzoeken & ontdekken, Hoofdstuk 5 diergedrag

Klas 2: Hoofdstuk 7 voeding & vertering & 12 mens en milieu

Klas 3: Hoofdstuk 3 cellen & Hoofdstuk 5 diergedrag

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Practica met opstellen eigen onderzoeksvragen / hypothese

- Zelf maken van poster over blessure leed en daarbij presenteren

- Leerlinggestuurd planten project waarbij leerlingen zelf kleinschalige onderzoeken doen

- Leerlingen planten eigen bonen en houden hiervan de groep zelf bij en verwerken deze informatie in excel

- Werken met microscopie

- Schrijven van advies brieven aan leerlingen (in samenwerking met sectie Nederlands)

Toepassen, creëren

Kerndoel: De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.

 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Alle hoofdstukken

Klas 2: Alle hoofdstukken

Klas 3: Alle hoofdstukken

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Leerlingen gaan op fietsexcursie waarbij ze kijken naar abiotische en biotische factoren langs een rivier.

- Leerlingen leren over abiotische en biotische factoren in eigen thuis omgeving

- Leerlingen leren over de koolstofverbinding in organische producten

- Leerlingen leren over de basale werking van de bloedsomloop, voeding & vertering, ademhaling

- Leerlingen leren over het maken van gezonde keuzes m.b.t. alcohol, voeding, drugs en seks.

 

Evalueren, toepassen, begrijpen en onthouden.

 

Kerndoel: De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.

 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Hoofdstuk 3 Organismen in hun omgeving & Hoofdstuk 6 Mens en milieu

Klas 2: Hoofdstuk 13 Mens en milieu

Klas 3: Hoofdstuk 6 Stowisseling & Hoofdstuk 7 Biotechnologie

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Leerlingen leren over de koolstofkringloop en hoe wij als mensen deze kunnen aanpassen

- Leerlingen maken een fietsexcursie langs de IJssel en bekijken hierbij de abiotische en biotische factoren

- Leerlingen determineren in de omgeving van de school

- Leerlingen bekijken verschillende soorten cellen onder de microscoop

- Leerlingen bekijken verschillende voedselrelaties en creëren eigen voedselwebben.

 

Toepassen, begrijpen, onthouden, analyseren

Kerndoel: De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en het milieu.

 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Hoofdstuk 3 Organismen in hun omgeving

Klas 2: Hoofdstuk 7 voeding & vertering & 12 mens en milieu

Klas 3: Hoofdstuk 3 cellen & Hoofdstuk 5 diergedrag

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Zelf maken van poster over blessure leed en daarbij presenteren

- Leerlingen werken met erfelijkheidsstambomen en leren over de werking van DNA

- Leerlinggestuurd planten project waarbij leerlingen zelf kleinschalige onderzoeken doen.

- Werken met microscopie en bekijken van verschillende cellen

- Leerlingen maken een fietsexcursie langs de IJssel en bekijken hierbij de abiotische en biotische factoren

Analyseren, begrijpen

Kerndoel: De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie.

                                 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Hoofdstuk 4 Zintuigen, Hoofdstuk 5 planten

Klas 2: Hoofdstuk 7 Voeding & Vertering

Klas 3: Hoofdstuk 4 Zintuigelijke waarneming & Hoofdstuk 6 Stofwisseling

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Leerlingen leren over het belang van lichtenergie bij fotosynthese

- Leerlingen leren in de voedselkringloop dat verbranding energie verbruikt

- Leerlingen leren over voedingsstoffen in voedingsmiddelen en leren deze ook aan te tonen d.m.v. indicatoren

- Leerlingen leren over het oor (trillende lucht) en het oog (licht straling).

- Leerlingen leren over het verbranden van voedingsstoffen en het kunnen gebruiken van opgeslagen energie.

- Leerlingen leren over basale stofwisselingsreacties en de functie van ATP in het lichaam

 

Onthouden, Begrijpen en toepassen

Kerndoel: De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken.

 

Hoofdstuk nectar methode:

Klas 1: Hoofdstuk 3 Planten onderzoeken & ontdekken, Hoofdstuk 5 diergedrag

Klas 2: Hoofdstuk 7 voeding & vertering & 12 mens en milieu

Klas 3: Hoofdstuk 3 cellen & Hoofdstuk 5 diergedrag

 

Invulling op CSE bij de biologieles:

- Leerlinggestuurd planten project waarbij leerlingen zelf kleinschalige onderzoeken doen

- Leerlingen planten eigen bonen en houden hiervan de groep zelf bij en verwerken deze informatie in Excel

Creëren, begrijpen, evalueren

Onderbouwing theoretische leerlijn

IIn de onderbouw wordt biologie in alle drie de jaren gedoceerd. Iedere leerling volgt biologie, het is geen keuzevak. In de eerste twee jaren krijgen de leerlingen 2 x 45 minuten in de week biologie. In de derde klas gemiddeld 1,5 lesuur in de week. In de derde klas kiezen de leerlingen van HAVO en VWO een profiel waarin biologie kan worden gekozen. Wanneer leerlingen biologie in de bovenbouw kiezen, krijgen leerlingen 2 lesuur (45 minuten) in de week biologie. Wanneer biologie op VWO wordt gekozen raden wij dit strikt alleen te doen wanneer er ook scheikunde in het profiel is gekozen. Voor HAVO is het advies er, maar vinden we dit als school iets minder noodzakelijk. In de onderbouw leren leerlingen belangrijke algemene kennis bij het vak biologie. Kennis over mens & milieu, gezondheid, zintuigen, fotosynthese, voortplanting en seksualiteit. In de onderbouw maakt de leerling kennis met onderzoek doen, wetenschap en duurzaamheid. In de bovenbouw worden deze hoofdstukken herhaald en verder uitgediept. De hoeveelheid lesstof en de diepgang nemen toe en het inzichtelijk vermogen wordt belangrijker. Op het CSE wordt er in alle leerlijnen met dezelfde methode gewerkt. Op deze manier zit er al een voorgesorteerde theoretische leerlijn binnen het vak. In de derde klas volgen de leerlingen geen nectar methode maar krijgen het lesmateriaal dat door mij is geschreven. Dit hebben we zo gedaan omdat wij vinden dat de overgang anders te groot is naar de bovenbouw van de HAVO en VWO. De hoofdstukken die in 3 HAVO en 3 VWO worden behandeld zijn onder andere stofwisseling, biotechnologie, ethologie en regeling. Uit ervaring doet blijken dat dit de brug naar de tweede fase wat versoepeld. Ook halen we alle SO’s uit het 3e leerjaar en geven wij de leerlingen per toets een heel hoofdstuk of twee hoofdstukken per keer. De leerlingen hebben dit leerjaar ook twee practica en een presentatie. De transitie naar de bovenbouw verbeteren voor leerlingen is belangrijk, zeker ook vanwege eenjarig PTA.

Onderbouwing practicum leerlijn

De practica die de leerlingen doen komen overeen met het hoofdstuk dat op dat moment wordt behandeld. Op het CSE worden er per jaar ongeveer 3 practica gedaan in een klas. Dit is wat minder dat het landelijk gemiddelde. De reden hiervoor is dat er gemiddeld minder lestijd is. In de eerste twee klassen worden er veel stapsgewijs practica gedaan. Dit betekent dat de leerlingen een practicum handleiding krijgen waarbij ze zelf de 'gaten' moeten opvullen. De leerlingen krijgen voorafgaand aan een practicum een onderzoeksvraag en hypothese. Dit doen de leerlingen in tweetallen en met behulp van de docent. Afhankelijk van het practicum moeten de leerlingen zelf de methode verzinnen, een conclusie schrijven en/of reflectievragen invullen. Na het practicum schrijven de leerlingen nog geen verslag. Vanaf klas drie schrijven de leerlingen na een practicum een practicumverslag volgens de wetenschappelijke eisen van een onderzoeksverslag. Hier werken de leerlingen dus met het schrijven van een goede onderzoeksvraag, hypothese, objectief verwerken van resultaten, etc. Voorbeelden van practica die wij doen in de onderbouw zijn voedingsstoffen aantonen, een fietstocht met ecologie, indicatoren, een zelfontworpen plantenproject en inspanningstestjes. Een aantal voorbeelden van practica die wij doen met HAVO 4 is het ontleden van een hart, het aardappel practicum met betrekking tot osmose/diffusie en het pissebedden practicum aansluitend bij ethologie. Al deze practica staan aan het begin van het jaar vast in iedere leerlijn. Deze zijn afgesproken met de sectie en in de studiewijzers opgenomen. Ook de weging en manier van afsluiting is duidelijk voor de docent en de leerlingen. Het voordeel hiervan is duidelijkheid en transparantie. Dit is belangrijk vanwege de aard van het type onderwijs. Het nadeel hiervan is dat er minder mogelijkheden zijn voor flexibiliteit of het inspringen van actuele zaken.

 

Onderbouwing onderzoekleerlijn

In de brugklas doen alle leerlingen een plantenproject. Hierbij mogen de leerlingen zelf invulling geven aan de te behalen leerdoelen. De leerdoelen staan vast en de leerlingen mogen zelf op onderzoek gaan hoe zij daar vorm aan geven. Veel leerlingen kiezen hiervoor om bonen de planten, langs te gaan bij een kas, het bos in te duiken of eigen leermaterialen te maken. Hierbij wordt spelenderwijs kennis gemaakt met het aanleren van de stappen die noodzakelijk zijn voor het doen van goed onderzoek. Naast het planten project in de eerste en tweede klas creëren leerlingen voorafgaand aan practica hun eigen onderzoeksvraag en hypothese en proberen deze uit. Ook werken de leerlingen aan mindmaps, presentaties en groepswerk waarbij een onderzoekende houding belangrijk is.

Het doen van onderzoek komt sterk terug in 4 HAVO en 4 VWO. In het begin van het jaar creëren leerlingen in kleine groepjes hun eigen onderzoek. De leerlingen kiezen zelf wat ze willen onderzoeken. Hierna wordt dit onderwerp goedgekeurd en zorgt de school voor de materialen die de leerlingen nodig hebben. Ze maken van dit onderzoek een zelf geschreven onderzoeksverslag. Ieder verslag wordt gepubliceerd en opgestuurd naar een andere VWO 4 klas op een andere school in Zwolle. Wij ontvangen de publicaties van de andere klas en de leerlingen kijken deze na aan de hand van de rubric. Ze voorzien de leerlingen van de andere school van hun cijfer. De leerlingen schrijven zelf feedback op dit verslag. Ze ontvangen feedback op hun eigen verslag en daarbij ook het cijfer. Dit onderzoek is dus geheel leerling gestuurd. Naast logistieke organisatie en individuele hulpvragen is de docent niet betrokken.