Project 1: Culturen

Project culturen

Over de hele wereld kom je verschillende culturen tegen. Allemaal met hun eigen eetgewoonten, kunst, taal en nog veel meer. Een Duitser heeft bijvoorbeeld andere gewoonten dan een Nederlander.

Je gaat tijdens dit project een land kiezen waar jij een werkstuk over gaat maken. Je gaat dit samen met andere klasgenoten doen.

Stap 1:

Je maakt een groepje van twee á drie andere leerlingen.

Als je goed samenwerkt:

Stap 2:

Je kiest een land uit met een bepaalde cultuur waar jullie graag meer over willen leren.

 

Stap 3:

Je gaat een werkstuk maken over de cultuur uit jullie gekozen land.

Het begin is altijd even lastig.

Ga daarom eerst een plannetje maken op papier, voordat jullie al van alles en nog wat uit gaan zoeken.

  1. Laat iedereen zeggen hoe hij het eindresultaat voor zich ziet
  2. Bespreek wat er daarvoor moet gebeuren.
  3. Bespreek de meningsverschillen: wat bedoelt de ander (actief luisteren, ik-boodschappen).
  4. Spreek af hoe je als groep de taak gaat uitvoeren, volgens welk plan of werkwijze.
  5. Maak een onderlinge taakverdeling en leg deze vast
  6. Maak een globale tijdplanning, zodat je zicht heb op wat jullie allemaal willen doen en dat dat in  beschikbare tijd past

 

LEG DIT PLANNETJE VOOR AAN JE DOCENT VOOR JE VERDER GAAT

Voor je echt aan de slag gaat, moet je dit plannetje met je docent bespreken. Hij kan zo even met jullie meekijken of je goed kunt starten. Het zou jammer zijn als je iets vergeten bent en daar later last van hebt.

 

Eisen aan het werkstuk

 

De volgende leerdoelen moeten jullie kunnen bewijzen in het gemaakte werk:

 

Stap 4:

Je presenteert het gemaakte werk aan de rest van de klas. Ook hier geldt dat iedere leerling verantwoordelijk is. Als er dus een leerling afwezig is hoeft dat dus geen probleem te zijn.

 

Eisen aan de presentatie

 

Stap 5:

We willen natuurlijk graag weten wat jullie geleerd hebben. Niet alleen van het onderwerp, maar ook van elkaar. Ook willen we graag weten hoe jullie gewerkt hebben.

 

Neem daarom aan het eind van je verslag op: