Opdracht 10 Blind leiden, op elkaar vertrouwen (kwaliteitenreflectie)

Uitleg
‘We gaan zo meteen een oefening doen waarbij een van jullie geblinddoekt wordt en waarbij we gaan ervaren wat het betekent om op elkaar te kunnen vertrouwen. Mag ik jou (noem naam van een student) vragen om je te laten blinddoeken door mij of: wie wil er geblinddoekt worden? Er geldt een belangrijke spelregel: het is een oefening die concentratie vergt, dus zodra we begonnen zijn, mag er niet meer gelachen of gesproken worden, behalve als ik een oefening geef.’
Doen
1. Degene die geblinddoekt gaat worden wacht buiten het lokaal. De groep krijgt een opdracht en daarna wordt de persoon die geblindoekt is weer opgehaald.
2. De studenten die niet geblinddoekt zijn, vormen een stevige muur. De gene die geblindoekt is wordt tegenover hen geplaatst, met het gezicht naar hen toe. De geblinddoekte krijgt de opdracht om zo snel als hij durft, op de muur af te rennen. De studenten die de muur vormen, houden de geblinddoekte student tegen/vangen hem op.

3. Je kan ook andere opdrachten gezamelijk bedenken die het vertrouwen testen, denk aan iemand een bepaalde route laten lopen etc.
4. Wissel af.