Opdracht 12 waar ben je trots op/waar heb je spijt van? (motievenreflectie)

Uitleg
‘In deze oefening gaat het over de vraag waar je trots op bent of spijt van hebt. Je kijkt terug naar je ervaringen. Van je ervaringen kun je leren, zeker ook als je er van een afstand op terugkijkt. Het gaat over positieve of negatieve gebeurtenissen waarin je zelf een actieve rol hebt gespeeld. Over iets wat je gedaan hebt en niet over iets wat je bent. Jouw prestaties zeggen iets over je vaardigheden en je eigenschappen.’

Doen beantwoord deze vragen:

• Wat deed jij precies in die situatie?
• Wat zegt dat over jouw eigenschappen en vaardigheden?
• Wat heb je precies gedaan waarom je nu zegt: ‘Ja, daar ben ik trots op!’?
• Wat gebeurde er?
• Wat deed jij?
• Wat maakt dat je spijt hebt van iets in deze situatie?
• Wat had je graag anders gedaan?
• Welke kwaliteit van jezelf had je in die situatie beter kunnen inzetten?