Uitleg
‘Als perspectief, vooruitzichten en passie samengaan in je werk, ben je hoogstwaarschijnlijk ook enthousiast over je werk. Perspectief betekent dat het werk zinnig moet zijn, dus een duidelijk en betekenisvol doel moet hebben. Als je geen doel ziet in je werk, zal er ook geen resultaat zijn waarover je tevreden bent. Je ziet bijvoorbeeld dat mensen die op vakantie zijn toch ook nog vaak dingen willen DOEN. Niet de hele dag alleen maar lui aan het zwembad liggen of de hele dag voor de caravan zitten. Het moet allemaal een beetje ZIN hebben... Echt trots op je werk word je als je werk ook raakt aan je passie, aan je diepere drijfveren, aan dingen waarover je enthousiast
kunt worden. Hoe zit het met jullie? Ervaren jullie je werk als een klus, corvee, een hobby of een uitdaging waar je energie van krijgt? Dan is er nog een derde element dat bijdraagt aan het enthousiasme over je werk. Namelijk dat je voldoende wordt aangesproken op je ervaring, je capaciteiten, je kwaliteiten en je kennis. Van gemakkelijk werk word je niet trots; van te moeilijk werk word je onzeker.’
Doen (20 Minuten; Individueel)
1. Denk na over welke werkzaamheden horen bij het beroep dat je wil gaan uitoefenen of de stage die je loopt. Wat hierbij kan helpen is nagaan wat een beroepsbeoefenaar van je gekozen beroep zoal doet op een dag. Hoe ziet een werkdag eruit?
2. Vul de klussen/taken invullen op het uitgeprinte schema.
Doen (Tweetallen)
1. Kijk naar elkaars schema en vul aan
2. Daarna gaan we klassikaal elkaars schema bekijken en stellen vragen aan elkaar.
4. Wat zien ze van elkaar en zichzelf als het om passie gaat? Waarvan wordt iedereen enthousiast?