Leerkrachtinformatie
Webquest titel: Kinderboekenweek Gi-Ga-Groen
Onderwerp: thema natuur
Schooltype: speciaal basisonderwijs
Groep: 6
Vakgebieden: Nederlands, rekenen/wiskunde, digitale geletterdheid, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie.
Samenwerking: afwisselend in groepjes van 2, 3 en 4
Tijdsinvestering: ongeveer 1,5 tot 2 uur per opdracht
Opbrengst van webquest: placemat, grashoofd, elfje maken en presenteren, groeimeter, herbarium.
Samenvatting webquest:
De kinderen gaan ontdekken dat bloemen niet zomaar groeien. Het blad, de stengel en wortel hebben een functie. Ze gaan dat zelf ontdekken met het maken van een grashoofd. De groei gaan ze bijhouden met een zelf ontworpen groeimeter.
Ze verwerken de informatie vanuit schooltv en een begrijpend leestekst in een elfje. Deze presenteren ze in de klas.
Met behulp van een zoekkaart kunnen ze het blad of de bloem herleiden waar het vandaan komt. Hier maken ze een herbarium van.
Om tegemoet te komen aan de wensen van de leerling, is er een hoorspel toegevoegd, bij opdracht 4. De leerlingen gaan ontdekken wat geluiden in de natuur zijn. In de stad is het moeilijk zoeken naar geluiden uit de natuur. Gaat de leerlingen dit lukken?
De webquest wordt afgesloten met een 1 op 1 moment met de leerkracht. De leerlingen maken een foto van hun product, spreken een bericht in. De leerkracht maakt hier een PPT van en deelt deze met de klas/ouders.
Extra materiaal voor bij de opdrachten.
Opdracht 4: hoorspel
Les drama online
Buitengeluiden: Kinderboekenweek 2022; Gi-Ga-Groen
Opdracht 5: herbarium maken
Een Herbarium Maken - Doe Je zo - Buitenlevengevoel.nl
Er wordt gewerkt aan de volgende doelen:
Digitale geletterdheid: Mediawijsheid: Kennis, vaardigheden en mentaliteit nodig om bewust, kritisch en actief om te gaan met digitale media.
Reflectie op het ‘eigen’ mediagebruik: begrijpen en ervaren dat media toepasbaar zijn in het leren en verwerven van kennis.
Digitale geletterdheid: ICT-basisvaardigheden: Kennis en vaardigheden nodig om met digitale technologie om te gaan (bediening, mogelijkheden en beperkingen).
Communicatieprogramma’s/apps en een internetbrowser functioneel gebruiken: gebruiken van een internetbrowser voor het bekijken van websites en werken met online educatieve programma’s.
Kunstzinnige oriëntatie:
Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
Bij taal-spel groep 5/6: aanbieden van een hoorspel, a.d.h.v. de les dramaonline, Kinderboekenweek, GigaGroen.
Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
Bij groep 5/6: respect en waardering tonen voor het werk en de zienswijze van anderen.
Wereldoriëntatie:
Kerndoel 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun omgeving. Bij groep 5/6: planten zijn in te delen in de hoofdgroepen: wieren, mossen, paardenstaarten, varen en zaadplanten.
Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Bij groep 5/6: ze kennen de functie van een plant: stengel, blad en wortel. Bij groep 1/2 : Ontkiemen van zaden. (Ik ga hierbij bewust een stap terug, omdat ik weet dat zij dit nog niet eerder gedaan hebben. De leerlingen zijn nu groter en staan open voor leren. Daarom terug naar het ontkiemen van zaden hoe dat in zijn werk gaat. En daarna de extra leerstof aanbieden wat de functie is van een stengel, blad en wortel van een plant).
Rekenen/wiskunde: kerndoel 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud gewicht, snelheid en temperatuur.
Bij groep 5/6: ervaring opdoen met het zelf bedenken van passende meet strategieën, zoals bij de hoogte van een deur met behulp van een duimstok.
Bij groep 3/4: ervaring opdoen met het zelf construeren van een eenvoudig meetinstrument in de vorm van een vijfmeterlint.
De kinderen gaan rekenen met een rijk probleem. Dat is een betekenisvolle (probleem) situatie, waarin ze tegelijkertijd aan verschillende (reken-wiskunde) domeinen werken (Hutten, Van Bergh, Van den Brom – Snijders & Van Zanten, 2014).
Nederlands:
Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
Bij groep 5/6: taalaanbod is afkomstig van leraren, van klasgenoten.
Luisteren: zich op de hoogte stellen van mening(en) / zich een mening vormen en op overtuigd of overgehaald worden.
Informatie verwerken en presenteren: schriftelijk; bijvoorbeeld een werkstuk maken van de belangrijkste informatie (in dit geval dus de groeimeter)
Aanpak: luister strategieën inzetten.
Kerndoel 2: De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uitte drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren.
Bij groep 5/6: Gebruik: Bij het spreken worden zowel eenvoudige als complexe cognitieve taalfuncties gebruikt; ze zijn niet altijd contextafhankelijk: ze kunnen ook betrekking hebben op omgeving, verleden en toekomst die minder nabij is.
-Ingaan op bijdragen van anderen en aandacht vasthouden.
Aanpak: het inzetten van spreekstrategieën wordt aangemoedigd door de leraar en waar nodig door hem begeleid. Accent ligt op het oriënteren op inhoud, doel en publiek, plannen (informatie verzamelen, selecteren en ordenen), reflecteren (vooral op doel, functie en inhoud)
kerndoel 4: De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
De leerlingen krijgen een begrijpend leestekst aangeboden, die ze digitaal kunnen maken op de site van junior einstein. Als ze antwoord geven, zien ze gelijk of ze het goed hebben gedaan. Deze opdracht maken ze in tweetallen.
En volgen de instructies op die horen bij het grashoofd.
Kerndoel 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.
Bij groep 5/6: Gebruik van soorten teksten: verhalende teksten (bijv. gedichten).