Om je diploma te halen leg je school- en centrale examens af en lever je een meesterproef. Deze term duidt op het werkstuk dat een ambachtsman in de 17de en 18de eeuw aan het einde van zijn opleiding moest afleggen om toegelaten te kunnen worden tot een gilde. Een edelsmid maakte een schitterend juweel, een timmerman een kunstig kabinet. Met deze meesterproef toonde de ambachtsman aan de leden van het gilde welke technieken hij beheerste en welke topkwaliteit hij kon leveren. Het spreekt voor zich dat de ambachtsman iets maakte waar hij/zij zeer trots op was. De meesterproef die de leerling gaat maken, draagt de naam Profielwerkstuk. Hiermee laat hij/zij zien dat zij een meester zijn in de kennis en vaardigheden die van je verwacht worden. Je krijgt als leerling de kans om al je talenten te tonen aan de hand van een onderwerp dat zij zelf hebben uitgekozen en dat hen aanspreekt.
Een Profielwerkstuk doe je niet ‘even’. Je zult er samen met je partner vanaf nu tot medio november regelmatig aan werken. Daarom nu alvast een tip: het is heel belangrijk een interessant onderwerp en een geschikte partner te kiezen! Met beiden zul je lange tijd aan de slag moeten. Kies dus zorgvuldig. De titel ‘Profielwerkstuk’ heeft zowel betrekking op de opdracht (bijvoorbeeld een open onderzoek of een ontwerp) als op de wijze waarop je dit afrondt: een onderzoeksverslag en de presentatie van je onderzoek.
Uiteindelijk vormt het Profielwerkstukcijfer één van de cijfers in het zogenaamde ‘combinatiecijfer’ dat op de cijferlijst van het diploma komt te staan. Ook buiten school kun je als leerling hulp krijgen. Veel universiteiten of hogescholen helpen leerlingen bij het vinden van een geschikt onderwerp. Soms kun je er ook voor vragen of het uitvoeren van een onderzoek terecht. Ook zijn er op Internet diverse fora waar je vragen kunt stellen.
Het PWS bestaat uit vier fasen:
In de eerste fase moeten de leerlingen duo’s vormen en een onderwerp kiezen. Zodra dit bekend is worden de leerlingen bij een vak ingedeeld. Binnen de vaksectie worden de profielwerkstukken verdeeld over de docenten. Vaak gaan de profielwerkstukken naar docenten die lesgeven in het eerstegraads gebied, maar bij sommige vakken is dit niet mogelijk i.v.m. de hoeveelheid aanvragen per vak. Zodra de leerlingen een begeleider toegewezen hebben gekregen gaan ze (onder begeleiding) verder met fase 1. De leerlingen oriënteren op het onderwerp en stellen een passende hoofdvraag en deelvragen op. Er wordt vanuit de handleiding geadviseerd om zeker een keer per twee weken contact te houden met de begeleider. Hierin wordt het initiatief bij de leerlingen zelf neergelegd. De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig inleveren van het onderzoeksplan voor beoordelingsmoment 1. In het onderzoeksplan worden achtereenvolgens opgenomen: de hoofdvraag, de deelvragen, hypothesen/verwachtingen (bij een natuurwetenschappelijk onderzoek), werkwijze/methode, informatiebronnen/ hulpmiddelen, de taakverdeling.
In de tweede fase verzamelen de leerlingen zoveel mogelijk trefwoorden rond een onderwerp. Aan de hand daarvan kunnen de leerlingen in de bibliotheek bruikbare bronnen vinden. De leerlingen moeten op kritische wijze een selectie maken van bruikbare bronnen. Ze moeten direct volledige gegevens noteren van bruikbare boeken, tijdschriften, artikelen en internetsites in de literatuurlijst. Hiermee voorkomen de leerlingen, bij het definitief samenstellen van de literatuurlijst, veel onnodig zoekwerk achteraf. De leerlingen moeten de resultaten van deze zoektocht interpreteren zodat ze kunnen vaststellen of ze antwoorden op de vragen gevonden hebt en welke conclusie ze kunnen trekken. Dit is de theorieverkenning van je PWS. Ook door middel van een interview, een enquête, het uitvoeren van proeven, veldwerk, een excursie, een bezoek aan bedrijven of instellingen kunnen de leerlingen veel gegevens verzamelen. Dit is de praktijkverkenning van het onderzoek.
De leerlingen moeten bij beoordelingsmoment twee het volgende inleveren: een Inleiding, de uitwerking van de hoofd- en deelvragen en het literatuuronderzoek. Je bent begonnen met de uitwerking van de theorie op papier. Bij een experiment, enquête of product dient het voorbereidende werk te zijn afgerond. Bij een theoretisch onderwerp dient een koppeling aan leerstof worden gegeven. Met het oog op de bronvermelding, houd je je aan de richtlijnen van APA. Op Magister zijn voldoende handleidingen en instructievideo’s te vinden voor de leerlingen.
In de derde fase leveren de leerlingen het PWS op papier in. Het verslag moet voldoen aan alle eisen die in het beoordelingsformulier worden gesteld. De praktijkverkenning (Uitwerking / uitvoering experiment, enquête of product) moet uitgevoerd zijn. Alle deelvragen zijn beantwoord en de conclusie (het antwoord op de hoofdvraag) is overtuigend en onderbouwd door valide data.
De vierde, en laatste fase van het PWS is het eindproduct maken en presenteren. De leerlingen maken het eindproduct dat bestaat uit een verslag met daarin de werkwijze en resultaten en in sommige gevallen nog iets extra’s (een folder, spel, ontwerp, kunstwerk). Wat voor presentatie de leerlingen ook doen, ze moeten zichzelf altijd de volgende basisvragen stellen:
Pas nadat je deze vragen hebt beantwoord, kunnen de leerlingen de presentatie gaan voorbereiden. Het uitgangspunt is dat ieder duo een tafel als kraampje inricht om de resultaten te tonen. Daarbij geven ze een mondelinge toelichting voor het publiek. In ieder lokaal op de eerste verdieping geven ongeveer vier groepjes hun presentatie. Natuurlijk is het mogelijk dat de leerlingen ervoor kiezen de presentatie op een andere manier te geven (bijvoorbeeld als de leerlingen een film hebben gemaakt). In dat geval gaat dat in overleg met de begeleider. Op de presentatieavond kiest het publiek een winnaar onder zowel de HAVO- als VWO-profielwerkstukken.
De leerlingen krijgen een presentatie en een handleiding mee bij de start van het profielwerkstuk.
Het PWS bestaat uit vier fasen. Aan het einde van iedere fase moeten de leerlingen een product inleveren. Wat ze in welke fase moeten inleveren staat uitgebreid beschreven in de handleiding. Aan iedere fase zit ook een beoordeling verbonden met een maximaal haalbare punten en deadlines:
De producten die de leerlingen voor de bovenstaande data moeten inleveren worden beoordeeld door de begeleider binnen twee weken. De producten worden gepunt a.d.h.v. beoordelingsmodellen. Voor ieder beoordelingsmoment is een beoordelingsmodel gemaakt. Deze beoordelingsmodellen zijn ook gedeeld met de leerlingen.
Beoordelingsmoment 3: Uitvoering
Beoordelingsmoment 4: Afwerking
Op het Pallas Athene college zijn nauwelijks externe partijen betrokken bij het PWS. Het initiatief ligt bij de leerlingen om externe partijen voor vragen of interviews in te schakelen. Er is echter wel veel mogelijk in overleg met de begeleider of coördinator. Ook ten aanzien van internationalisering.
De leerlingen krijgen na het vaststellen van het onderwerp en het vormen van de duo’s een begeleider toegewezen vanuit de PWS-coördinator. Deze coördinator verzameld alle gegeven van de leerlingen en verdeeld de duo’s onder de vaksecties. De vaksecties verdelen de duo’s onder de eerstegraads docenten en indien dat niet kan (door een tekort aan eerstegraads docenten of een te hoog aantal profielwerkstukken) ook onder tweedegraads docenten.
Het Pallas Athene College heeft geen handleiding voor begeleiders, en verwacht veel van de leerlingen zelf. Het initiatief voor het inplannen en uitvoeren van begeleidingsgesprekken en beoordelingsgesprekken ligt volledig bij de leerlingen zelf.
Gedurende de tijd dat er wordt gewerkt aan het profielwerkstuk worden er twee soorten gesprekken gevoerd met de begeleider: begeleidingsgesprekken en beoordelingsgesprekken. Er zijn vier beoordelingsmomenten. Iedere keer vindt de beoordeling op basis van een bepaald product plaats. Het is van groot belang dat de producten steeds tijdig ingeleverd worden. In het beoordelingsgesprek met de4 begeleider krijgen de leerlingen te horen wat goed of minder goed was en hoeveel punten ze hebben behaald. Meer informatie over de beoordelingscriteria zijn te vinden op de beoordelingsformulieren bij de kop “Voor de leerlingen”.
Op de dag van de eindpresentatie leveren de leerlingen het eindproduct persoonlijk in bij de begeleider. De vierde beoordeling vindt plaats op basis van zowel het eindproduct als de presentatie op deze avond. Voor de vier beoordelingsmomenten samen kunnen de leerlingen 100 punten krijgen. Het profielwerkstukcijfer is het puntentotaal gedeeld door 10, afgerond tot een geheel getal. Het puntentotaal wordt pas omgezet in een cijfer als de leerlingen zowel het profielwerkstuk hebben gepresenteerd als een schriftelijk eindproduct hebben ingeleverd. Het eindcijfer valt soms slecht uit. De slaag/zakregeling voor het centraal examen kent een minimumcijfer voor het PWS: het profielwerkstukcijfer mag afgerond geen 3 of lager zijn. De beoordelende docent kan bij onvoldoende resultaten ervoor kiezen weinig punten toe te kennen. Het kan echter ook zo zijn dat hij/zij voorziet dat de leerling met het onderzoek een dusdanig verkeerde weg is ingeslagen dat de leerlingen ook de volgende beoordelingsmomenten weinig of geen punten zult krijgen waarmee de leerling in het puntentotaal kans maakt een eindcijfer 3 of lager te krijgen. In dat geval kan de docent ervoor kiezen een “no go” toe te kennen. Dit betekent dat de leerling het werk voor het betreffende beoordelingsmoment opnieuw moet doen. De docent zal een nieuwe inleverdatum met de leerlingen afspreken. De inleverdata van daarop volgende beoordelingsmomenten blijven ongewijzigd. Niet of te laat inleveren van tussen- of eindproducten heeft de volgende consequenties:
• Voor het betreffende beoordelingsmoment worden 0 punten toegekend aan de relevante onderdelen.
• De leerlingen dienen de middagen na de voorgeschreven inleverdatum op school aan het profielwerkstuk te werken, net zolang tot dat je het product hebt ingeleverd.
Bij overige onregelmatigheden kan de rector maatregelen nemen, conform het examenreglement van school en de wettelijke regels aangaande het schoolexamen.
In schooljaar 2020-2021 en 2021-2022 ben ik begeleider geweest van enkele (biologische) profielwerkstukken. Ik heb hierdoor ervaring opgedaan met het traject wat leerlingen moeten doorlopen naar hun eindproduct, het profielwerkstuk.
Ik vind dat de informatie voor de begeleiding vanuit het Pallas Athene College erg ondermaats is. Er is géén richtlijn of handleiding voor de begeleiders. Hierdoor zit er nogal veel verschil in de manier van begeleiden per begeleider. De ene begeleider is meer procesgericht en schenkt hier meer aandacht aan tijdens het begeleidingstraject en de andere begeleider is meer gefocust op het doel, ofwel de beoordeling. Dit is een worsteling voor zowel leerlingen als (nieuwe) begeleiders. Ondanks dat het Pallas Athene college een PWS-coördinator heeft blijft er veel onduidelijkheid over de begeleiding en de verantwoording over zaken zoals de beoordeling. Op de inhoud wordt redelijkerwijs op dezelfde manier beoordeelt vanwege de beoordelingsmodellen. Hierin staat per punt waar de leerlingen of het product aan moeten voldoen.
Ik merk zelf als begeleider dat ik erg doelgericht ben en minder geef/gaf om het proces daaromheen. Dit heeft alles te maken met mijn eigen stijl van begeleiden, maar ook omdat de leerlingen ook meestal erg doelgericht zijn en ik daarom geneigd ben daarin mee te willen gaan. Ik heb gemerkt bij de leerlingen die ik heb mogen begeleiden dat ze heel erg gericht zijn op het uiteindelijke cijfer en minder op de weg daarnaartoe. Ze zien de beoordelingsmodellen dan ook vaak als een soort checklist. Veel van de leerlingen die ik heb begeleid laten ook een soort irritatie doorschemeren bij het beoordelingsgesprek als ik minder of soms zelfs geen punten toeken bij één of meer onderdelen. Ik krijg vaak als reactie van de leerling(en): “ja, maar het staat er toch in?”. Dit wijst sterk naar de mate van doelgerichtheid van de leerling(en). Om de discussie te ondervangen probeer ik altijd vanuit het beoordelingsmodel per punt een korte toelichting te schrijven met eventueel feed-up en feed-forward.
Ook collega’s herkennen deze stijl van leerlingen. Iedere collega probeert daar op zijn/haar manier mee om te gaan. Sommige leerlingen hebben bijvoorbeeld wat meer behoefte aan voortgangsgesprekken terwijl de andere leerlingen juist meer behoefte hebben aan losgelatenheid. De PWS-coördinator geeft aan dat hij door ervaring kan zeggen dat het voorhouden van een spiegel heel helpend kan zijn. “Wat ik altijd als een fijne methode heb ervaren om die discussie tegen te gaan is het samen beoordelen van het product” zegt hij. Hij stelt voor om een beoordelingsgesprek juist niet voor te bereiden en de leerlingen laten beoordelen in bijzijn van jou als begeleider zodat je altijd kan ingrijpen en bijsturen waarbij de leerling dus direct duidelijkheid heeft over het waarom. De PWS-coördinator beoefent deze functie al lang. Ik heb hem ook gevraagd naar een verantwoording voor de keuzes die het Pallas Athene college heeft gemaakt t.o.v. het PWS. Hier kreeg ik echter nauwelijks duidelijkheid in. Hij gaf aan dat veel dingen wel moeten veranderen, zoals een betere begeleiding voor de (nieuwe) begeleiders. Veel dingen lopen nou eenmaal zo omdat we het altijd zo hebben gedaan geeft hij aan. Een verantwoording voor de keuzes die het Pallas Athene college heeft gemaakt t.o.v. het PWS mist daarom ook.
Ik vind het ook heel erg jammer dat het Pallas Athene college nauwelijks wat doet met externe instanties. Het lijkt mij juist heel erg waardevol als de leerlingen inzien dat het profielwerkstuk buiten de school treedt. Vanuit het Pallas Athene college zou hier meer op gestuurd mogen worden. De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de leerling zelf waardoor het contact met externe instanties heel erg beperkt blijft. Het zou volgens mij al heel helpend kunnen zijn als de school een overzicht of lijst zou aanbieden zodat leerlingen weten waar ze in de buurt eventueel terecht kunnen.
Zo’n overzicht zou er dan ongeveer zo uit kunnen zien:
Instantie |
Contactpersoon |
Voor |
WUR |
Mirjam Troost |
PWS begeleiding en vragen over wereldvoedselvraagstuk |
WUR |
Wouter van As |
PWS begeleiding en vragen over plantkunde |
WUR |
Vincent Romeijn |
PWS begeleiding en vragen over aardrijkskunde |
CHE/Aeres/Van Hall Larenstein |
info@hvhl.nl |
De Food Valley Havo PWS-prijs is een profielwerkstukprijs speciaal voor havisten binnen het thema van Groen en Gezond. |
NVLM |
- |
De NVLM organiseert al enige tijd voor Havo en Vwo leerlingen die met een maatschappijwetenschappelijk onderwerk een profielwerkstuk hebben geschreven. |
KNAW onderwijsprijs |
Deze prijs is alleen voor vwo-leerlingen. Elk onderwerp kan ingezonden worden. Een school mag per profiel 3 inzendingen doen. |
Er is geen gebruik gemaakt van (externe) bronnen.