Herhalen: onderwerp

Het onderwerp

 

Het onderwerp van de zin is belangrijk want het zegt iets over hoe de persoonsvorm eruit ziet.

VB. ‘Lopen’            -Jan loopt

                              -Wij lopen

                              -Ik loop

 

Het onderwerp (ow) kun je vinden door de volgende vraag: Wie/wat + gezegde? Voordat je de vraag kan stellen moet je dus eerst het gezegde vinden.

 

VB.         Iris koopt een ijsje?

               Wie/wat+ gezegde = Wie koopt? Iris

 

VB.         De oude vrouwtjes hebben met hun rollator gelopen.

               Wie hebben gelopen? De oude vrouwtjes

 

VB.         De tuinschaar is laatst door mijn oom gevonden.

               Wat is gevonden? De tuinschaar

 

Let op! Niet elke zin heeft een onderwerp.

VB.         Ga naar huis! De zin staat in de gebiedende wijs en heeft geen onderwerp.

 

Oefening

Schrijf het onderwerp en de persoonsvorm van de onderstaande zinnen op.

1. Dat liedje kreeg van Letland de meeste punten.

2. De orkaan heeft een groot deel van de stad verwoest.

3. Men hoopt daar nog veel te bereiken.

4. Wie zit daar te lachen?

5. Door dat ongeval werd de auto zwaar beschadigd.