1.4 Het circulatiestelsel

De verpleegkundige als zorgverlener

Leerdoelen

Je kunt:

  • De ligging, bouw en functie van het hart en de grote en kleine circulatie beschrijven.
  • De soorten bloedvaten, hun volgorde in de circulatie en hun functie benoemen.
  • Het drukverloop in het vaatstelsel beschrijven.
  • Beredeneren welke weg een stolsel in een beenader aflegt als die losschiet.
  • Beschrijven wat de systole en diastole inhouden en hoe ze tot stand komen.
  • De functie van hartkleppen beschrijven.
  • Het begrip cardiac output omschrijven en een situatie noemen waarin de cardiac output zich aanpast.
  • De elektrische prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven en in verband brengen met de werking van het hart (systole en diastole van de ventrikels).
  • De vorm met lettercode van een ECG beschrijven en benoemen wat elk onderdeel betekent.
  • De bouw en functie van de verschillende soorten bloedvaten beschrijven.
  • Beschrijven welke bloedvaten het hart zelf van bloed voorzien.
  • Beschrijven op welke plaatsen de verpleegkundige de hartslag het best kan waarnemen.
  • De termen hartslag en polsslag uitleggen.
  • Aangeven wat je kunt observeren aan de circulatie met de normale waarden.
  • Het effect van adrenaline op de hartwerking beschrijven.

 

Inleiding

Het circulatiestelsel, oftewel het hart en de bloedvaten, is een belangrijk stelsel. Het hart zorgt ervoor dat alle organen via de bloedstroom worden voorzien van noodzakelijke stoffen en dat afvalstoffen worden afgevoerd. De hartfunctie is een van de vitale functies. Dat wil zeggen: functies die nodig zijn om de komende uren of dagen in leven te blijven. Als verpleegkundige monitor je de circulatie. Deze kennis heb je nodig om als verpleegkundige gezondheidsproblemen van de circulatie en de verpleegkundige zorg bij circulatieproblemen te begrijpen. (Bron: Zorgpad)

Voorbereiding

Lees ter voorbereiding op de les de theorie van het leerpad 2.6 Het circulatiestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

Transportstelsel

Transportstelsel

Bouw van het hart

Hartwerking

Hartcyclus: systole en diastole

Prikkelgeleidingssysteem

Vaatstelsel

Vaten van de bloedsomloop

Circulatie en bloeddruk

Observatie van de circulatie

Observatie van de circulatie

Opdracht

Bekijk na het lezen van het huiswerk de leerdoelen. Noteer eventueel vragen voor tijdens de onderwijsactiviteit. De docent gaat hier begin van de onderwijsactiviteit op in tijdens een onderwijsleergesprek.

Opdracht studieactiviteit

Maak de onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad 2.6 Het circulatiestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

B Transportstelsel                          Test je kennis 

C Hartwerking                                Test je kennis 

D Vaatstelsel                                  Test je kennis 

E Observeren van de circulatie      Test je kennis 

Onderwijsactiviteit

De docent inventariseert de vragen naar aanleiding van het huiswerk en de opdrachten die gemaakt zijn tijdens de studieactiviteit. Tijdens een onderwijsleergesprek behandeld de docent daarnaast het leerdoel: het effect van adrenaline op de hartwerking beschrijven.

Met de andere leerdoelen gaan jullie aan de slag in onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad 6 Het circulatiestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

Maak de keuze of je aan de slag gaat met kennisopdrachten over vaatstelsel (opdracht 1) of kennisopdrachten over hartwerking (opdracht 2). Bepaal dit op basis van je persoonlijke leervraag.

Opdracht 1

D Vaatstelsel                    Pas je kennis toe

Opdracht 2

C Hartwerking                  Pas je kennis toe