1.3 Het ademhalingsstelsel

De verpleegkundige als zorgverlener

Leerdoelen

Je kunt:

  • De ligging, bouw en functie van de luchtwegen, longen en longvliezen beschrijven.
  • De bouw en functie van de longen en het longweefsel beschrijven.
  • Verschillen in bouw en functie tussen luchtwegen en longen benoemen.
  • De bloedvaten van en naar de longen benoemen met het zuurstofgehalte van het bloed.
  • Beschrijven wat ventilatie en gaswisseling inhouden en waar ze plaatsvinden.
  • De normale ademprikkel en ademfrequentie (bij een volwassene) benoemen.
  • Beschrijven hoe de in- en uitademing verloopt, wat de belangrijkste spieren daarbij zijn en wanneer die actief zijn.
  • Beschrijven wat er met de pleurabladen en in de pleuraholte gebeurt tijdens de in- en uitademing.
  • De functies van de longblaasjes noemen bij het uitademen en de rol van de elastische vezels vertellen.
  • Uitleggen wat er gebeurt als de elastische vezels in de longblaasjes kapot gaan.
  • Uitleggen hoe het lichaam de luchtwegen schoonhoudt.
  • Voordelen noemen van de neusademhaling (t.o.v. mondademhaling).
  • Benoemen hoe tijdens het slikken de ademweg beschermd wordt.
  • Observaties van de ademhaling in medische termen beschrijven.
  • Voorbeelden geven van normale en afwijkende waarden van de ademhaling en aangeven wat ze betekenen.
  • Een normaal adempatroon en afwijkende adempatronen beschrijven en uitleggen wat ze betekenen.
  • Vertellen waar het ademcentrum zit en wat het doet.
  • De voornaamste stof in het bloed noemen waar het ademcentrum op reageert.

 

Inleiding

De manier van ademen kan iets zeggen over de persoon, de situatie waarin hij zich bevindt en zijn gezondheid. Ademhaling is een van de vitale functies. Dat wil zeggen: functies die nodig zijn om de komende uren of dagen in leven te blijven. Daarom is ademhaling een aandachtspunt bij de zorg voor gezonde, kwetsbare en zieke zorgvragers: een pasgeborene, een kwetsbare oudere of een revalidant. Als verpleegkundige monitor je de ademhaling en bied je ondersteuning bij de ademhaling. Deze kennis heb je nodig om als verpleegkundige gezondheidsproblemen bij de ademhaling en de verpleegkundige zorg bij ademhalingsproblemen te begrijpen. (Bron: Zorgpad)

Voorbereiding

Lees ter voorbereiding op de les de theorie van het leerpad 2.5 Het ademhalingsstelsel van thema: Anatomie fysiologie.

Luchtwegen en longen

De luchtwegen

De longen

Ademhaling

Het ademhalingsproces

Regulatie van de ademhaling

Hoesten, niesen, zuchten, geeuwen, hikken

Observeren van de ademhaling

Basisgegevens

Ademhalingspatroon

Opdracht

Bekijk na het lezen van het huiswerk de leerdoelen. Noteer eventueel vragen voor tijdens de onderwijsactiviteit. De docent gaat hier begin van de onderwijsactiviteit op in tijdens een onderwijsleergesprek.

Opdracht studieactiviteit

Maak de onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad 2.5 Het ademhalingsstelsel van thema: Anatomie fysiologie.

B Luchtwegen en longen                         Test je kennis 

C Ademhaling                                          Test je kennis 

D Observeren van de ademhaling           Test je kennis

Onderwijsactiviteit

De docent inventariseert de vragen naar aanleiding van het huiswerk en de opdrachten die gemaakt zijn tijdens de studieactiviteit. Tijdens een onderwijsleergesprek behandeld de docent daarnaast de volgende leerdoelen:

Met de andere leerdoelen ga je vervolgens in viertallen aan de slag, door onderstaande opdracht te maken.

Opdracht

Maak een mindmap of een Prezi over het ademhalingsproces. Gebruik minstens vijftien begrippen uit het leerpad.