1.12 Het urinestelsel

De verpleegkundige als zorgverlener

Leerdoelen

Je kunt:

  • Het begrip en belang van homeostase uitleggen.
  • De hoeveelheid water in het lichaam benoemen en beschrijven waar het water zich in het lichaam bevindt.
  • De functies van water beschrijven.
  • Voorbeelden noemen van elektrolyten.
  • Verschillende transportmanieren van moleculen door een membraam benoemen.
  • De onderdelen van het urinestelsel benoemen (Nederlandse en medische naam) en hun ligging beschrijven.
  • De bouw van de nier beschrijven en de functies van de nier benoemen.
  • Uitleggen hoe het proces van urinevorming in de nier verloopt, in drie stappen.
  • De normale samenstelling van urine beschrijven.
  • De bouw en functie van de urinewegen beschrijven.
  • Beschrijven hoe mictie verloopt en hoe continentie is geregeld in het lichaam.
  • Het doel en de werkwijze van het bijhouden van een vochtbalans beschrijven.
  • Aangeven op welke aspecten de verpleegkundige let bij observatie van urine.
  • De afwijkende hoeveelheden en afwijkende samenstelling van urine benoemen.

 

Inleiding

Deze les gaat over de anatomie en fysiologie van het urinestelsel, met uitleg over de functie van water en zouten in het lichaam en hun transport. De bouw en functie van de nieren en urinewegen wordt besproken. De uitscheiding van urine (plassen), het proces dat het plassen regelt en de samenstelling van urine komen ook aan bod. Deze kennis is van belang voor het begrijpen van problemen met de vochthuishouding en de zorg van de verpleegkundige voor de vochtbalans. (Bron: Zorgpad)

Voorbereiding

Lees ter voorbereiding op de les de theorie van het leerpad 4 Het urinestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

Vocht en elektrolyten

Inleiding

Water en opgeloste stoffen

Verdeling van water in het lichaam

De nieren

De nieren

Urinewegen

Urinewegen: ureter, blaas en urethra

Plassen

Opdracht

Bekijk na het lezen van het huiswerk de leerdoelen. Noteer eventueel vragen voor tijdens de onderwijsactiviteit. De docent gaat hier begin van de onderwijsactiviteit op in tijdens een onderwijsleergesprek.

Opdracht studieactiviteit

Maak de onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad 4 Het urinestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

B Vocht en elektrolyten                  Test je kennis 

C De nieren                                    Test je kennis 

Onderwijsactiviteit

De docent inventariseert de vragen naar aanleiding van het huiswerk en de opdrachten die gemaakt zijn tijdens de studieactiviteit. Tijdens een onderwijsleergesprek behandeld de docent daarnaast de volgende leerdoelen:

Vervolgens ga je met leerdoelen aan de slag in onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad 4 Het urinestelsel van thema: Anatomie fysiologie.

Maak de keuze of je aan de slag gaat met kennisopdrachten over vocht en elektrolyten (opdracht 1), kennisopdrachten over urinewegen (opdracht 2) of kennisopdrachten over observeren van de vochtbalans, nier- en blaasfunctie (opdracht 3). Bepaal dit op basis van je persoonlijke leervraag.

Opdracht 1

B Vocht en elektrolyten                    Pas je kennis toe 

Opdracht 2

D Urinewegen                                  Pas je kennis toe 

Opdracht 3

E Observeren van de vochtbalans, nier- en blaasfunctie      Test je kennis 

E Observeren van de vochtbalans, nier- en blaasfunctie      Pas je kennis toe