3.10 Het bewegingsstelsel

 

De verpleegkundige als zorgverlener

Leerdoelen

Je kunt:

  • de belangrijkste botten en functies van het skelet benoemen.
  • de bouw van pijpbeenderen en botweefsel beschrijven.
  • de groei van bot beschrijven.
  • de bouw en functie van een gewricht beschrijven.
  • soorten gewrichten benoemen.
  • de bouw van een skeletspier beschrijven, van groot naar micro (celniveau).
  • beschrijven hoe een skeletspier kan samentrekken.
  • het begrip antagonist uitleggen en toepassen op spieren en geneesmiddelen.
  • de begrippen extensie, flexie, adductie, abductie, endo- en exorotatie toepassen.
  • de botten van het schedeldak benoemen en verschillen aangeven en het nut hiervan tussen het schedeldak bij volwassenen en baby’s.
  • de wervelkolom beschrijven, functies benoemen en beschrijven hoe de beweeglijkheid van de wervelkolom tot stand komt.
  • de bouw en functie van de thorax en het bekken beschrijven.
  • de schoudergordel en bekkengordel beschrijven en verschillen aangeven.
  • grote spieren en spiergroepen van de romp, schouder en heup benoemen.
  • de grote botten van de armen en benen benoemen.
  • de bouw en bewegingsmogelijkheden van de grote gewrichten van arm en been beschrijven en ze onderling vergelijken.
  • de grote spieren en spiergroepen benoemen van schouder en arm, bekken en been.

 

Inleiding

Als verpleegkundige heb je bij de persoonlijke verzorging te maken met het bewegingsstelsel. Je hebt deze kennis nodig om te begrijpen hoe je in je zorg rekening houdt met de houding en bewegingsmogelijkheden van zorgvragers. Deze kennis gebruik je ook om bewegingsproblemen bij je zorgvragers te voorkomen. (Bron: Zorgpad)

Voorbereiding

Lees ter voorbereiding op de les de theorie van het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.

2.2 Skelet, gewrichten en spieren

Inleiding skelet

Onderdelen van een bot

Botweefsel

Positie en beweging: termen

Gewricht

Spieren

Spier en spierweefsel

De werking van spieren en spiergroepen

2.4 Armen en benen

Schoudergewricht

Het ellebooggewricht

Het polsgewricht

Het heupgewricht

Het kniegewricht

Het enkelgewricht en de voet

Opdracht

Bekijk na het lezen van het huiswerk de leerdoelen. Noteer eventueel vragen voor tijdens de onderwijsactiviteit. De docent gaat hier begin van de onderwijsactiviteit op in tijdens een onderwijsleergesprek.

Opdracht studieactiviteit

Maak de onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.

Pak de begrippenlijst erbij uit het leerpad, behorend bij 2.1 Introductie. Noteer hoeveel begrippen je kent. Vergelijk jouw lijst met die van een medestudent en vul de lijst aan. Neem de begrippen die je nog niet kent mee naar de onderwijsactiviteit.

Onderwijsactiviteit

De docent inventariseert de vragen naar aanleiding van het huiswerk en de opdrachten die gemaakt zijn tijdens de studieactiviteit. Tijdens een onderwijsleergesprek behandeld de docent daarnaast de volgende leerdoelen:

Vervolgens ga je met leerdoelen aan de slag in onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.

Maak de keuze of je aan de slag gaat met kennisopdrachten over het skelet, gewrichten en spieren (opdracht 1), kennisopdrachten over hoofd en romp (opdracht 2), kennisopdrachten over armen (opdracht 3) of kennisopdrachten over benen (opdracht 4). Bepaal dit op basis van je persoonlijke leervraag.

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Opdracht 4