De verpleegkundige als zorgverlener Leerdoelen Je kunt:
|
Inleiding
Als verpleegkundige heb je bij de persoonlijke verzorging te maken met het bewegingsstelsel. Je hebt deze kennis nodig om te begrijpen hoe je in je zorg rekening houdt met de houding en bewegingsmogelijkheden van zorgvragers. Deze kennis gebruik je ook om bewegingsproblemen bij je zorgvragers te voorkomen. (Bron: Zorgpad)
Voorbereiding
Lees ter voorbereiding op de les de theorie van het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.
2.2 Skelet, gewrichten en spieren
Inleiding skelet
Onderdelen van een bot
Botweefsel
Positie en beweging: termen
Gewricht
Spieren
Spier en spierweefsel
De werking van spieren en spiergroepen
2.4 Armen en benen
Schoudergewricht
Het ellebooggewricht
Het polsgewricht
Het heupgewricht
Het kniegewricht
Het enkelgewricht en de voet
Opdracht
Bekijk na het lezen van het huiswerk de leerdoelen. Noteer eventueel vragen voor tijdens de onderwijsactiviteit. De docent gaat hier begin van de onderwijsactiviteit op in tijdens een onderwijsleergesprek.
Opdracht studieactiviteit
Maak de onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.
Pak de begrippenlijst erbij uit het leerpad, behorend bij 2.1 Introductie. Noteer hoeveel begrippen je kent. Vergelijk jouw lijst met die van een medestudent en vul de lijst aan. Neem de begrippen die je nog niet kent mee naar de onderwijsactiviteit.
Onderwijsactiviteit
De docent inventariseert de vragen naar aanleiding van het huiswerk en de opdrachten die gemaakt zijn tijdens de studieactiviteit. Tijdens een onderwijsleergesprek behandeld de docent daarnaast de volgende leerdoelen:
Vervolgens ga je met leerdoelen aan de slag in onderstaande kennisopdrachten uit het leerpad Het bewegingsstelsel (Collectie: Zorg algemeen 4 VP) thema: Anatomie fysiologie.
Maak de keuze of je aan de slag gaat met kennisopdrachten over het skelet, gewrichten en spieren (opdracht 1), kennisopdrachten over hoofd en romp (opdracht 2), kennisopdrachten over armen (opdracht 3) of kennisopdrachten over benen (opdracht 4). Bepaal dit op basis van je persoonlijke leervraag.
Opdracht 1
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4