Als ik kijk naar de doorlopende leerlijn, dan valt het op dat leerlingen in de brugklas vaak moeite hebben met biologie. Ze vinden het veel tekst om te leren. Ook de biologische termen zijn nog grotendeels onbekend voor ze. In de 2e klas hebben ze al leerstrategieën ontwikkeld om de stof te leren.
Het kenmerk van biologie in de onderbouw is basale kennis meegeven. Wanneer leerlingen biologie namelijk niet kiezen in de bovenbouw dan zijn dit de enige twee jaar biologie die ze zullen krijgen. Sommige onderwerpen, zoals voortplanting en seksualiteit, zijn noodzakelijk om te behandelen. Leerlingen die twee jaar biologie gehad hebben, moeten in hun (latere) leven genoeg hebben aan deze kennis.
Persoonlijk heb ik ook nog een visie in de onderbouw. Mijn visie en hoofddoel is de fascinatie voor de levende natuur terug te halen die kinderen van nature hadden. Dat biologie interessant is en leuk.
De overgang naar de bovenbouw sluit meestal niet zo goed aan. Dit komt voor een deel doordat leerlingen dan één jaar geen biologie hebben gehad. Dan heb ik het over havo en vwo leerlingen. Ook ligt de oorzaak bij het feit dat in de bovenbouw biologie abstracter wordt en er veel meer inzicht wordt gevraagd. In de onderbouw ging het over onderwerpen zoals planten en het menselijk lichaam. Dit is vrij concreet en te zien. Wat ook mee speelt is dat de opgedane kennis ver weg gezakt is.
Om deze overgang wat soepel te laten verlopen starten in havo 4 dan ook met wat algemene biologische kennis en vaardigheden (microscopie).