De beoordeling vindt plaats aan de hand van een rubric. Daarmee kunnen de leerlingen zien waaraan ze moeten voldoen. Ook is daar te zien hoe ‘zwaar’ elk onderdeel weegt in de beoordeling. De onderwerpen zijn: proces (15%), inhoud (70%) en presentatie (15%).
De docent maakt gebruik van een Excel document waar deze rubric in verwerkt is. Daarbij kan de docent per onderwerp aangeven wat de score is van 1 tot en met 10. Met een formule wordt dit omgezet in een deelcijfer. Uiteindelijk scoort een docent op 10 onderdelen. Denkniveau en denkwijze weegt het zwaarst.