Je gaat de getallen oefenen. Maak de oefening in Zahlen.
Stap 1. Schrijf nu in je schrift de titel Getallen.
Stap 2. Maak een woordenlijst met woorden die je gezien/gehoord/gelezen hebt die horen bij Getallen. Je schrijft de getallen op van 1 t/m 20. Maar ook 30,40,50,60,70,80,90 en 100
Welke vraag zou je de ander kunnen stellen waarin een ander met getallen moet antwoorden?