Binnen Windows heb je twee omgevingen waarbinnen je direct kunt werken met PowerShell-commando’s:
Windows PowerShell
TIP Soms staat de breedte van het venster anders ingesteld dan je monitor of je VM toelaat. Je ziet dan een horizontale schuifbalk, wat niet praktisch is tijdens het schrijven van commando’s. Om dit te veranderen kun je in de eigenschappen van het venster, in het tabblad Layout, de waarde van de screenbuff er size gelijk maken aan de waarde van de Window Size. Overigens zijn er nog veel meer instelmogelijkheden in de eigenschappen te vinden die erg handig kunnen zijn.
Je ziet in het PS-venster eigenlijk niets anders dan wat gegevens en de prompt. Het verschil met een normale command prompt zie je nu niet alleen aan de kleur, maar ook aan de letters PS voor de prompt.
Overigens kun je door het commando cmd
te typen ook gewoon naar de command prompt en heb je nog steeds dezelfde achtergrondkleur, maar kun je op dat moment geen PS-commando’s meer uitvoeren. Met het commando exit
keer je weer terug naar PowerShell.
Windows PowerShell ISE
Er is ook een uitvoering van PowerShell die de toevoeging ISE heeft, wat staat voor Integrated Scripting Environment.
TIP Eenregelige commando’s kun je direct typen in het commandovenster (blauwe achtergrond). Scripts bestaan vaak uit meerdere regels. Die typ je in het venster met de witte achtergrond. Met een Enter ga je naar de volgende regel om de volgende instructie te typen. Met de afspeelknop (groene driehoekje) voer je het script uit. Dat zie je dan ook gebeuren in het commandovenster.
De ISE-uitvoering kent een aantal handigheidjes waaronder:
In dit boek zullen we voornamelijk de ISE-shell gebruiken. Voor beide uitvoeringen geldt wel dat je een aantal zaken goed moet controleren:
$PSVersionTable
. ( Je kunt ook Get-Host
of $host.version
gebruiken. Deze geven een iets andere output waar de versie ook te vinden is)