ALA kennismaken met de cliënten en het ondersteuningsplan:
Je kunt de geschiedenis van zorg en welzijn in de samenleving omschrijven.
Je kent de verschillen tussen intramuraal, semimuraal en extramuraal.
Je neemt kennis van vorm/opbouw en doel van ondersteuningsplannen t.b.v. de client
Je kent de verschillende stappen in de methodische cyclus, weet wat methodisch handelen betekent.
Je onderzoekt verschillende manieren van informatie verzamelen en benoemt wat een betrouwbare bron is en wat niet
Je verzamelt relevante informatie t.b.v. de client door het voeren van gesprekken, observeren en lezen van dossiers en actuele artikelen
Je hebt brede kennis van het persoonlijke levensverhaal van cliënten en hoe dit kan worden benut in de begeleiding van de cliënt
Je werkt actief mee aan de volgende stappen: methodisch informatie verzamelen-bronnen, zoeken en lezen, observeren, rapporteren, gesprekken voeren met betrokkenen, doelen smart formuleren
Je kent verschillende informatiebronnen en gebruikt die bronnen om relevante informatie op te halen.
Je kunt eenvoudige hulpvragen in kaart brengen en hier een smartdoel voor opstellen.
Je ziet samenhang tussen al die opgehaalde informatie en krijgt daardoor een beeld van de client. Je hebt kennis van werkveld, organisaties en doelgroepen in relatie tot je toekomstige beroep.